Einde inhoudsopgave
Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022
Bijlage II Overzicht van overeenkomsten met andere mogendheden dan wel bij een voor Nederland verbindend besluiten van een volkenrechtelijke organisatie waarin is vastgelegd dat er geen tewerkstellingsvergunning of een gecombineerde vergunning van een vreemdeling mag worden verlangd
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2023
- Bronpublicatie:
02-06-2023, Stcrt. 2023, 16405 (uitgifte: 14-06-2023, regelingnummer: 2023-0000268299)
- Inwerkingtreding
01-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-06-2023, Stcrt. 2023, 16405 (uitgifte: 14-06-2023, regelingnummer: 2023-0000268299)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
- 1.
Onderdanen van een lidstaat van de Europese Economische Gemeenschap dan wel gezinsleden van dergelijke onderdanen waarop artikel 23 van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148 EEG, 75/34 EEG, 75/35 EEG, 90/364 EEG, 90/365/EEG en 93/96 EEG (PB 2004 L158) van toepassing is;
- 2.
Onderdanen van een Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132 en Trb. 1993, 69 en 156) waarop artikel 7 dan wel gezinsleden van dergelijke onderdanen waarop artikel 23 van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148 EEG, 75/34 EEG, 75/35 EEG, 90/364 EEG, 90/365/EEG en 93/96 EEG (PB 2004 L158) van toepassing is;
- 3.
Burgers van het Verenigd Koninkrijk en hun familieleden op wie deel twee van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019/C 66 I/01) van toepassing is;
- 4.
Personeelsleden van het Europees Ruimte-Agentschap voor de werkzaamheden in dienst van ESTEC; artikel XV, tweede lid, van het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-Agentschap (Trb. 1975, 123);
- 5.
Personeelsleden van het Europees Octrooibureau; artikel 7 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Octrooi-organisatie betreffende het onderdeel van het Europees Octrooibureau in ’s-Gravenhage (Trb. 1978,16);
- 6.
Stafleden van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling CTA; artikel 13 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (Trb. 1984, 99);
- 7.
Personeelsleden van het UNU Maastricht Economic and Social Research Institute on Innovation and Technology (UNU-MERIT); artikel XV van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Universiteit van de Verenigde Naties inzake het Instituut voor nieuwe technologieën van de Universiteit van de Verenigde Naties ( Trb. 1989, 74 ); alsmede de gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van functionarissen van het Instituut; artikel X.1 van de Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Universiteit van de Verenigde Naties inzake de toevoeging van een artikel aan de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Universiteit van de Verenigde Naties inzake het Instituut voor nieuwe technologieën van de Universiteit van de Verenigde Naties, met betrekking tot de mogelijkheid voor gezinsleden van functionarissen van het Instituut voor nieuwe technologieën van de Universiteit van de Verenigde Naties om in Nederland betaald werk te verrichten (Trb. 2002, 46);
- 8.
Een vreemdeling, zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Richtlijn (EG) 2003/109 (PB L 16 van 23.1.2004), betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen, die gedurende ten minste één jaar legaal in Nederland verblijf heeft gehad;
- 9.
Stafleden van de African Management Services Company (AMSCO); artikel 11 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale Financieringsmaatschappij (IFC) inzake het ‘African Training and Management Services (ATMS) Project’ van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (Trb. 1989, 61), alsmede de gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden (Trb. 2007, 214);
- 10.
Personeelsleden van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) (BOIE) alsmede de inwonende gezinsleden; artikel 8 en artikel 9 van de Zetelovereenkomst voor de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) (Trb. 2007, 202);
- 11.
Stafleden van het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen; artikel 17 van de Zetelovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen (Trb. 1992, 8) (CFC), alsmede de inwonende gezinsleden; artikel 19A van de Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen inzake de invoeging van artikel 19 A in de Zetelovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Gemeenschappelijk Fonds voor Grondstoffen, met betrekking tot de mogelijkheid voor gezinsleden van functionarissen van het Fonds om in Nederland betaald werk te verrichten (Trb. 2002, 35);
- 12.
Stafleden van het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (CTA); artikel 13 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Technisch Centrum voor landbouwsamenwerking en plattelandsontwikkeling (Trb. 1984, 99), alsmede de inwonende gezinsleden; Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling inzake de tewerkstelling van gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van de functionarissen van het Technisch Centrum voor Landbouwsamenwerking en Plattelandsontwikkeling (Trb. 2007, 132);
- 13.
Personeelsleden van het Europees Octrooi Bureau (EOB) alsmede de inwonende gezinsleden; artikel 7 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Octrooiorganisatie betreffende het onderdeel van het Europees Octrooibureau in ’s-Gravenhage (Trb. 2006, 155);
- 14.
Gezinsleden van stafleden van Europees Ruimte Agentschap (ESA-ESTEC), bepaald in artikel 18 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Europees Ruimte Agentschap inzake het Europees Centrum voor onderzoek en technologie-ontwikkeling op ruimtevaartgebied (Trb. 1999, 41);
- 15.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van de functionarissen van EUROCONTROL; Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart inzake de toevoeging van een artikel aan de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart ‘EUROCONTROL’ inzake de vestiging van ‘EUROCONTROL’ te Beek (Limburg) van 10/31 oktober 1975, met betrekking tot de mogelijkheid van gezinsleden van functionarissen van de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart om in Nederland betaald werk te verrichten (Trb. 2002, 144);
- 16.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van bepaalde functionarissen van EUROJUST; artikel 17 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Eurojust (Trb. 2006, 68);
- 17.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van de Europol-functionarissen genoemd in artikel XVII van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Politiedienst (Europol) betreffende de zetel van Europol (Trb. 1998, 241) art. XII, alsmede gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van Europol-verbindingsofficieren die niet de nationaliteit van een EU-zendstaat hebben. Het betreft de gezinsleden van de officieren uit de volgende landen: België (Trb. 1999,49); Bulgarije (Trb. 2004, 199); Cyprus (Trb. 2004, 136); Denemarken (Trb. 1999, 25); Duitsland (Trb. 1999, 57); Estland (Trb. 2002, 212); (Trb. 1999, 26); Frankrijk (Trb. 1999, 63); Griekenland (Trb. 1999, 64); Hongarije (Trb. 2002, 77); Ierland (Trb. 1999, 42); Italië (Trb. 1999, 67); Letland (Trb. 2004, 301); Litouwen (Trb. 2004, 165); Luxemburg (Trb. 1999, 82); Malta (Trb. 2004, 312); Noorwegen (Trb. 2002, 40); Oekraïne (Trb. 2021, 121), Oostenrijk (Trb. 1999, 73); Polen (Trb. 2004, 311); Portugal (Trb. 1999, 96); Roemenië (Trb. 2006, 63); Slovenië (Trb. 2004, 53); Spanje (Trb. 1999, 32); Tsjechië (Trb. 2004, 45); Verenigd Koninkrijk (Trb. 1999, 65); Zweden (Trb. 1999, 40) en Zwitserland (Trb. 2006, 115);
- 18.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van functionarissen van de Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden (HCNM); artikel 13 van het Besluit van 18 november 2002, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet HCNM (Stb. 2002, 581);
- 19.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van functionarissen van het Internationaal Joegoslavië Tribunaal (ICTY); Notawisseling tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en het Internationaal Joegoslavië Tribunaal (ICTY) houdende een verdrag inzake de toevoeging van artikel XV bis aan het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de zetel van het ICTY, met betrekking tot de mogelijkheid voor gezinsleden van functionarissen van het Tribunaal om in Nederland betaald werk te verrichten; ’s-Gravenhage, 20 juli 2001 (Trb. 2001, 148);
- 20.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van functionarissen van het Internationale Gerechtshof (IGH); Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Internationale Gerechtshof inzake de aanvulling van de notawisseling nopens de voorrechten en immuniteiten van het Internationale Gerechtshof, met betrekking tot de mogelijkheid voor gezinsleden van functionarissen van het Internationale Gerechtshof om in Nederland betaald werk te verrichten (Trb. 2002, 51);
- 21.
Gezinsleden van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM); artikel 14 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Internationale Organisatie voor Migratie betreffende de juridische status, de voorrechten en immuniteiten van de Organisatie in Nederland (Trb. 2012, 73);
- 22.
Gezinsleden van functionarissen van het Iran-United States Claim Tribunal; Briefwisseling tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de President van het ‘Iran-United States Claims Tribunal’ inzake het toekennen van voorrechten en immuniteiten aan het Tribunaal (Trb. 2004, 158);
- 23.
Burgerpersoneel van het Regionale Hoofdkwartier Allied Forces North (JFC HQ) zoals bedoeld in artikel 3 van het Protocol bij het op 19 juni 1951 te Londen gesloten Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag – nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord – Atlantisch Verdrag (Trb. 1953, 111); artikel 9 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Mogendheden in Europa inzake de bijzondere voorwaarden die toepasselijk zijn op de vestiging en het functioneren van internationale militaire hoofdkwartieren binnen het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden (Trb. 1969, 165);
- 24.
Gezinsleden van personeelsleden van de NATO Consultation, Command and Control Agency (NC3A); artikel 9 van de Briefwisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de voorrechten en immuniteiten van de NATO Communications & Information Agency (NCIA) (Trb. 2004, 5);
- 25.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van functionarissen van het NATO Airborne Early Warning and Control Programme Management Agency (NAPMA); artikel 1 van de Briefwisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Noord Atlantische Verdragsorganisatie inzake de mogelijkheid voor gezinsleden van functionarissen van het NATO Airborne Early Warning and Control Programme Management Agency (NAPMA) om in Nederland betaald werk te verrichten (Trb. 2007, 124);
- 26.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van functionarissen van het Headquarters Allied Joint Force Command Brunssum (JFC HQ Brunssum) en Headquarters Joint Logistics Support Group Brunssum (JLSGBS HQ); artikel 1 van de Briefwisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Supreme Headquarters Allied Powers Europe (SHAPE) inzake de mogelijkheid voor gezinsleden van functionarissen van het Headquarters Allied Joint Force Command Brunssum (JFC HQ Brunssum) om in Nederland betaald werk te verrichten (Trb. 2023, 6);
- 27.
Echtgenoten en ten laste komende leden van de huishoudens van functionarissen van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OVCW); artikel 23 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OVCW) (Trb. 1997, 114);
- 28.
Gezinsleden van functionarissen van het Permanente Hof van Arbitrage (PHA) opgenoemd in artikel 13 van het Verdrag inzake de zetel van het Permanente Hof van Arbitrage (Trb. 1999, 68);
- 29.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van functionarissen van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur; artikel 11 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur inzake de zetel van het UNESCO-IHE instituut voor wateropleiding (Trb. 2003, 49);
- 30.
Afhankelijke gezinsleden van diplomaten, consulaire ambtenaren en van het administratieve, technische en dienstverlenende personeel dat werkzaam is bij diplomatieke, consulaire en permanente vertegenwoordigingen van de volgende staten:
- –
Argentinië (Trb. 1996, 250)
- –
Australië (Trb. 1997, 309)
- –
Brazilië (Trb. 1996, 236)
- –
Canada (Trb. 1991, 86)
- –
Chili (Trb. 1995, 297)
- –
El Salvador (Trb. 2016, 157)
- –
Hongarije (Trb. 1995, 131)
- –
Kroatië (Trb. 2005, 246)
- –
Peru (Trb. 2005, 283)
- –
Tsjechië (Trb. 1996, 232)
- –
Venezuela (Trb. 1995, 95)
- –
Verenigde Staten (Trb. 1986, 145, gewijzigd Trb. 2013, 116)
- –
Vietnam (Trb. 2019, 119)
- –
Zwitserland (Trb. 1958, 110)
- 31.
Stafleden van de diplomatieke vertegenwoordiging als bepaald in artikel 7 van het Verdrag van Wenen inzake het diplomatiek verkeer (Trb. 1962, 101);
- 32.
Consulaire stafleden als bepaald in artikel 19 van het Verdrag inzake consulaire betrekkingen (Trb. 1965, 40);
- 33.
Zwitserse onderdanen en hun gezinsleden. Artikel 4 en artikel 7 aanhef en onderdeel e van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse bondstaat anderzijds, over het vrije verkeer van personen (Pb. 2002, L 114);
- 34.
Vertegenwoordigers van organisaties van raadslieden van juridische verenigingen, media en vertegenwoordigers van non-gouvernementele organisaties die voor werkzaamheden verbonden aan het Internationaal Strafhof in Nederland verblijven (Trb. 2007, 125);
- 35.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van functionarissen van het Internationaal Strafhof Zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland, ’s-Gravenhage (Trb. 2007, 125), 07-06-2007;
- 36.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van een rechter, (adjunct) openbaar aanklager, griffier, hoofd van het kantoor van de verdediging of stafpersoneel van het Speciaal Tribunaal voor Libanon tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciaal Tribunaal voor Libanon, New York (Trb. 2007, 228).Afhankelijke gezinsleden van diplomaten, consulaire ambtenaren en van het administratieve, technische en dienstverlenende personeel dat werkzaam is bij diplomatieke, consulaire en permanente vertegenwoordigingen van de volgende staten;
- 37.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van ‘an official of the Office’ van het United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs in Den Haag (Trb. 2020, 19);
- 38.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van staff members (functionarissen) het Europees Geneesmiddelenbureau (Trb. 2019, 106);
- 39.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van ‘an official’ van het Centre for Artificial Intelligence and Robotics in ’s-Gravenhage van het United Nations Interregional Crime and Justice Research Institute (Trb. 2017,17);
- 40.
Gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van functionarissen van het Internationaal Restmechanisme voor straftribunalen (Trb. 2015, 59).