RFR 2024/5
Huwelijksvermogensrecht. Partneralimentatie. Behoren ‘familiebankleningen’ tot de huwelijksgemeenschap?
HR 15-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1218
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 september 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
22/03860
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS935241:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1218, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:513, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2023
- Wetingang
Art. 1:94 (oud) BW; art. 1:157 BW
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Partneralimentatie.
Behoren ‘familiebankleningen’ tot de huwelijksgemeenschap? Moet bij de berekening van de draagkracht van de man rekening worden gehouden met rente op familiebankleningen?
Samenvatting
Partijen zijn in 2005 getrouwd in gemeenschap van goederen. In 2008 hebben zij als geldleners, en de ouders van de man als geldgevers, een overeenkomst eigenwoninglening (deel 1) ondertekend, waarbij € 63.000 is geleend tegen een rente van 7,6%. In de overeenkomst staat dat de lening tien jaar na ondertekening wordt afgelost en dat de overeengekomen looptijd kan worden verlengd. In 2009 is eigenwoninglening (deel 2) gesloten, waarbij € 70.000 is geleend tegen een rente ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.