Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 6.11 Commissie van advies
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2024
- Bronpublicatie:
18-04-2024, Stb. 2024, 109 (uitgifte: 30-04-2024, kamerstukken: 36478)
- Inwerkingtreding
01-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2024, Stb. 2024, 154 (uitgifte: 12-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Er is een commissie van advies die tot taak heeft om Onze Minister op diens verzoek advies te geven indien hij, vanwege het door een instelling niet nakomen van de verplichting het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef van studenten te bevorderen als bedoeld in artikel 1.3, vijfde lid, eerste en tweede volzin, overweegt een besluit te nemen om een verzoek als bedoeld in artikel 6.9, eerste lid, af te wijzen of een besluit te nemen op grond van artikel 6.5, eerste lid, 6.10, eerste lid, of 15.1, eerste lid, van deze wet dan wel op grond van artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.
Onze Minister neemt geen besluit als bedoeld in het eerste lid dan nadat hij advies heeft gevraagd aan de commissie van advies.
3.
De commissie bestaat uit drie leden die voldoen aan de vereisten voor benoembaarheid tot rechterlijk ambtenaar, bedoeld in artikel 5 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. De leden worden benoemd en ontslagen door Onze Minister.
4.
Over de samenstelling, werkwijze en bezoldiging van de commissie worden regels gesteld bij ministeriële regeling.