NJ 2021/352
Verbintenissenrecht. Moet bank bedrijf betaalrekening en mogelijkheid contant geld te storten aanbieden? Maatschappelijke positie bank; belang bankrekening in maatschappelijk verkeer; belangenafweging.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 november 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/01038
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS490918:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1652, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑04‑2020
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Moet bank bedrijf betaalrekening en mogelijkheid contant geld te storten aanbieden? Maatschappelijke positie bank; belang bankrekening in maatschappelijk verkeer; belangenafweging.
Samenvatting
Op banken kan op grond van hun maatschappelijke positie ook ten aanzien van niet-consumenten, de verplichting rusten een betaalrekening aan te bieden (vgl. voor consumenten art. 4:71f Wft). Zonder betaalrekening is het vrijwel onmogelijk deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en een bedrijf te exploiteren. Banken kunnen een gerechtvaardigd belang hebben om cliënten te weigeren vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico’s. Dit belang kan eraan in de weg staan om een bank te verplichten ...