Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.8.1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 02-11-2023
- Bronpublicatie:
31-10-2023, Stcrt. 2023, 29658 (uitgifte: 01-11-2023, regelingnummer: WJZ 38289306)
- Inwerkingtreding
02-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2023, Stcrt. 2023, 29658 (uitgifte: 01-11-2023, regelingnummer: WJZ 38289306)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
In deze titel wordt verstaan onder:
blijvend grasland: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling GLB 2023;
dierexcretie: stikstofexcretie per dier per jaar als bedoeld in de in Bijlage D van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet uitgewerkte excretieforfaits;
grasland op landbouwareaal: blijvend grasland, tijdelijk grasland of natuurlijk grasland met landbouwactiviteiten;
grondeigenaar: natuurlijk persoon of rechtspersoon die grond in eigendom heeft;
landbouwareaal: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling GLB 2023;
melk- en kalfkoeien: koeien (bos taurus) die ten minste éénmaal hebben gekalfd en die worden gehouden voor de productie van melk voor menselijke consumptie of verwerking of voor de fokkerij van runderen voor de melkveehouderij, ook als ze drooggezet zijn om een kalf te krijgen, of worden vetgemest en in de mesttijd worden gemolken;
melkveehouderijbedrijf: agrarisch bedrijf met minimaal 80% aan grasland op landbouwareaal voor de melkveehouderij waarbij minimaal 70% van de dierexcretie van melk- en kalfkoeien afkomstig is en waarbij de gemiddelde dierexcretie van het bedrijf minimaal 50 kilogram stikstof per hectare bedraagt;
Minister: Minister voor Natuur en Stikstof;
overgangsgebieden N2000: landbouwareaal in stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden als vermeld in bijlage 2 en in een zone van maximaal 2.500 m rond een stikstofgevoelig Natura 2000 gebied;
samenwerkingsverband: samenwerkingsverband dat bestaat uit ten minste twee actoren waarvan minimaal een landbouwer samen met ten minste een andere landbouwer, grondeigenaar, landbouworganisatie, collectief, natuur- en landschapsorganisatie of een andere natuurlijk- of rechtspersoon met uitzondering van overheden;
stikstofhoudende kunstmest: anorganische meststoffen waarbij de droge stof meer dan 0,5% aan stikstof bevat;
veenweidegebied: veengrond als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel n, van de Meststoffenwet in de provincies Fryslân, Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en in de provincie Groningen in de gemeenten Groningen, Midden-Groningen en Westerkwartier en in de provincie Overijssel in de gemeenten Kampen, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle.