Rb. Noord-Holland, 02-05-2016, nr. 4920629
ECLI:NL:RBNHO:2016:6133
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
02-05-2016
- Zaaknummer
4920629
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2016:6133, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 02‑05‑2016; (Rekestprocedure, Beschikking)
- Vindplaatsen
AR 2016/2323
AR-Updates.nl 2016-0873
VAAN-AR-Updates.nl 2016-0873
Uitspraak 02‑05‑2016
Inhoudsindicatie
Wwz. Voorwaardelijk verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst toegewezen op grond van verwijtbaar handelen van de werknemer.
Partij(en)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 4920629 \ OA VERZ 16-76 (NE)
Uitspraakdatum: 2 mei 2016
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap SPS Cryogenics B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Heerhugowaard
verzoekende partij
verder te noemen: SPS
gemachtigde: mr. S. Ruijs (USG Legal Professionals B.V.)
tegen
[naam] ,
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [de werknemer]
gemachtigde: mr. D.F. de Rooy,
1. Het procesverloop
1.1.
SPS heeft een verzoek gedaan strekkende tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Door [de werknemer] is geen verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 18 april 2016 heeft een zitting plaatsgevonden waarbij eveneens de kort-gedingprocedure met nummer 4901523 KG EXPL 16-39 is behandeld. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
2. De feiten
2.1.
[de werknemer] , geboren op [datum] , is op 5 juni 2012 in dienst getreden bij SPS in de functie van Algemeen Medewerker met een salaris van laatstelijk € 2.430,30.
2.2.
De huisreglementen van SPS, versie 04 van 17 september 2009, luiden, voor zover van belang, als volgt:
“De werktijden zijn:Maandag t/m donderdag: 08.00/10.00 10.20/12.30 13.00/15:00 15.05 / 17:00 uur (…)Vrijdag: 08.00/10.00 12.20/12.30 13.00/13.45 uur (vervolgens weekend)
Als u te laat bent, meld u zich bij [X] !
Bij ziekte moet dit telefonisch gemeld worden vóór 09.00 uur, bij de bedrijfsleider [X] . Bovendien behoort u thuis te blijven tot de eerste controle heeft plaatsgehad. (…)
(…)
Vloeken, negatieve uitlatingen jegens de leidinggevenden van SPS Cryogenics B.V. of je (mede) collega’s , vulgaire en-/of racistische taal, worden niet getolereerd! Maatregelen worden dan ook per direct genomen!
(…)”
2.3.
De brief van 15 januari 2014 van SPS aan [de werknemer] luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Wij ontvingen van u een brief op 10 januari j.l. waarin u ons in gebreke stelt voor het niet volledig uitbetalen van uw salaris.
Uw salaris over de maand december 2013 is volledig uitgekeerd, echter heeft er een inhouding plaatsgevonden met betrekking tot de reiskostenvergoeding, immers geen gemaakte kosten – geen vergoeding.Vervolgens heeft er een inhouding van € 50,00 administratiekosten plaatsgevonden vanwege administratieve afwikkelingen welke wij voor u hebben moeten realiseren vanwege het niet nakomen van uw financiële verplichtingen met betrekking tot de betaling van uw zorgverzekeringspremie. (…)
Laat duidelijk zijn dat uw in gebreke- en aansprakelijkheidstelling dan ook niet wordt geaccepteerd, aangezien ons niet het verwijt kan worden gemaakt dat u uw post al geruime tijd niet heeft geopend – zoals u ons zelf heeft bevestigd – en u hierdoor in de problemen bent geraakt en u zelf uw financiële verplichtingen niet tijdig nakomt, waardoor deze last nu bij ons ligt.”
2.4.
De brief van 4 juni 2014 van SPS aan [de werknemer] luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)Aangezien u een contract met ons bent aangegaan, behoort u zich dan ook telefonisch ziek te melden vóór 09.00 uur. Bovendien behoort u thuis te blijven tot de eerste controle heeft plaatsgehad. (…)
U heeft al diverse malen verzuimd om uzelf telefonisch ziek te melden. (…)
Middels deze brief sommeren wij u hierbij dringend om de bedrijfs- en voorschriften conform onze CAO nauwkeurig te volgen. (…)
Deze brief dient u op te vatten als een officiële waarschuwing.”
2.5.
De brief van 21 november 2014 van SPS aan [de werknemer] luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)Aangezien u een contract met ons bent aangegaan, behoort u zich dan ook telefonisch ziek te melden vóór 09.00 uur. Bovendien behoort u thuis te blijven tot de eerste controle heeft plaatsgehad. (…)
U heeft al diverse malen verzuimd om uzelf telefonisch ziek te melden. (…)Reeds diverse malen is getracht telefonisch contact met u op te nemen maar u bent onbereikbaar. Vervolgens hebben wij u per email verzocht telefonisch contact met ons op te nemen en ook hier geeft u geen gehoor aan. U zult dan ook begrijpen dat dit grote argwaan wekt of uw ziekmelding valide is.
(…)
Ook wijzen wij erop dat u de laatste bent opgevallen vanwege uw gedrag. (…) Door ons zijn de volgende problemen geconstateerd:
1. Een grote mond2. Negatieve uitlatingen en commentaar3. Door emoties laten gaan en uw stem verheffen4. Agressief-, bedreigend en respectloos gedrag
(…)
Dit soort gedrag opgetekend in de voornoemde punten is absoluut ontoelaatbaar en onacceptabel en wordt hier niet getolereerd. U handelt hiermee in strijd met onze bedrijfsvoorschriften.
Middels deze brief sommeren wij u hierbij dringend om de bedrijfs- en voorschriften conform onze CAO nauwkeurig te volgen. (…)
Deze brief dient u op te vatten als een officiële waarschuwing.”
2.6.
De brief van 15 juni 2915 van SPS aan [de werknemer] luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)
De laatste tijd bent u herhaaldelijk opgevallen dat u té laat op uw werk verschijnt. Voor alle duidelijkheid leggen bij deze voor u nog even valst als volgt:(…)
Wij verzoeken u nogmaals dringend om voortaal op tijd op de werkvloer aanwezig te zijn. (…)
Tevens willen wij ernstig uw aandacht vragen voor het volgende.Wij hebben vandaag geconstateerd dat u onder invloed van alcoholische drank dan wel met een sterk aanwezige alcoholische geur op de werkvloer bent verschenen. Door uw handelen leeft u de gedragscode van onze organisatie niet na en kunt u mogelijk een gevaar zijn en/of vormen voor uw collega’s en/of omgeving. (…)
Dit soort gedrag opgetekend in de voornoemde punten is absoluut ontoelaatbaar en onacceptabel en wordt hier niet getolereerd. U handelt hiermee in strijd met onze bedrijfsvoorschriften.
Middels deze brief sommeren wij u hierbij dringend om de bedrijfs- en voorschriften conform onze CAO nauwkeurig te volgen. (…)
Deze brief dient u op te vatten als een officiële waarschuwing.”
2.7.
De brief van 25 juni 2015 van SPS aan [de werknemer] luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)Helaas heeft u geen gehoor gegeven aan onze nog op 15.06.2015 uitgereikte officiële waarschuwing in verband met het veelvuldig (bijna) systematisch te laat komen. Wij moeten u dan ook meedelen, dat dit uw laatste officiële waarschuwing is en dat er bij een volgende keer te laat komen direct maatregelen worden genomen, wat zal resulteren in het beëindigen van de arbeidsovereenkomst.
Op dit moment maakt u zich schuldig aan hardnekkig weigeren te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten (u bent namelijk reeds meerdere malen dringend verzocht om op tijd op uw werk te verschijnen) en u veronachtzaamt hiermee grovelijk de plicht, welke de arbeidsovereenkomst en de huisreglementen u oplegt.
Middels deze brief sommeren wij u hierbij dringend om de bedrijfs- en voorschriften conform onze CAO nauwkeurig te volgen. (…)
Deze brief dient u op te vatten als een laatste officiële waarschuwing.”
2.8.
De brief van 20 juli 2015 van SPS aan [de werknemer] luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)Helaas hebben wij de afgelopen tijd moeten constateren dat u tijdens werktijd naar alcohol ruikt. Daarnaast hebben wij een sterk vermoeden dat u onder invloed op het werk verschijnt, dan wel dat uw alcoholgebruik in uw privétijd een negatieve invloed heeft op uw prestaties tijdens het werk.
(…)
U bent hier reeds eerder voor gewaarschuwd en ook bent u gewezen op uw handelwijze middels een officiële waarschuwing op 15 juni 2015. (…)“Wij hebben helaas moeten constateren en hier zijn meerdere werknemers getuige van geweest dat u zich afgelopen vrijdag 17 juli 2015 behoorlijk agressief heeft uitgelaten ten aanzien van uw leidinggevende en zich heeft misdragen! Dit gedrag is absoluut ontoelaatbaar en heeft ook consequenties!
Wij willen u hierbij dan ook erop attent maken dat wij passende maatregelen gaan treffen en u dient deze brief dan ook op te vatten als een officiële waarschuwing”
2.9.
Bij brief van 25 augustus 2015 krijgt [de werknemer] van SPS een officiële laatste waarschuwing wegens ongeoorloofd verzuim, nu SPS aan [de werknemer] een huisbezoek heeft afgelegd, maar [de werknemer] niet thuis werd aangetroffen.
2.10.
Bij brief van 16 oktober 2015 krijgt [de werknemer] van SPS, onder verwijzing naar haar huisreglementen, een officiële waarschuwing wegens een grote mond, respectloos gedrag en negatieve uitlatingen.
2.11.
Bij brief van 30 november 2015 bericht SPS aan [de werknemer] dat hij wordt geschorst, omdat hij eenzijdig heeft besloten verlof op te nemen wegens het feit dat hij in voorlopige hechtenis zit.
2.12.
De brief van 8 januari 2016 van SPS aan [de werknemer] luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)Naar aanleiding van uw ongeoorloofd verlof in verband met het feit dat u in hechtenis bent genomen, hebben wij bij terugkeer op maandag 14 december 2015 een gesprek gevoerd. In vervolg op dit gesprek bevestigen wij de gemaakte afspraken als volgt:
- Uw salaris is over uw afwezige periode (30 november t/m 11 december 2015) geschorst- Middels dit ongeoorloofd verzuim is bij ons het limiet bereikt en zijn wij overeengekomen, dat u uw gedrag en inzet zult verbeteren en u zult gedragen als goed werknemer zijnde.- Bij een eerstvolgend ongeoorloofd voorval – ongeacht van welke aard – zullen wij direct overgaan tot het nemen van rechtsmaatregelen, welke direct resulteert in het onmiddellijk beëindigen van de arbeidsovereenkomst.- U wordt dringend verzocht zich aan de huisreglementen van SPS Cryogenics B.V., (waarvan een kopie voor alle duidelijkheid wordt bijgevoegd) alsmede de regels zoals de Wet voorschrijft op te volgen. Het mag al dan niet duidelijk zijn dat u de wet heeft overtreden en zich schuldig heeft gemaakt aan het overtreden van de Wet en u middels dit gedrag SPS Cryogenics B.V. behoorlijk heeft benadeeld.
Wij gaan ervan uit dat u – middels de voornoemde opgesomde punten – de ernst van de situatie inziet en u zult laten blijken dat verdere acties niet noodzakelijk zullen zijn.U dient deze brief – met betrekking tot uw gedrag – op te vatten als laatste officiële waarschuwing.”
2.13.
[de werknemer] is op 29 februari 2016 op staande voet ontslagen. De ontslagbrief van eveneens 29 februari 2016 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Refererend aan ons laatste gesprek d.d. 14-12-2015 en de brief welke u op 08-01-2016 van ons ontving, delen wij u mede dat het vandaag té laat aanwezig zijn op de werkvloer de druppel is geweest en wij hiermee uw arbeidsovereenkomst per direct beëindigen. (…)”
2.14.
Bij faxbericht van 3 maart 2016 maakt de gemachtigde van [de werknemer] bezwaar tegen het ontslag.
3. Het verzoek
3.1.
SPS verzoekt de arbeidsovereenkomst met [de werknemer] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW), in verbinding met artikel 7:669 lid 3, primair onderdeel e en subsidiair onderdeel g BW.
3.2.
Aan dit verzoek legt SPS ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – primair verwijtbaar handelen van [de werknemer] en subsidiair van een verstoorde arbeidsverhouding.
Ter onderbouwing daarvan heeft SPS het volgende naar voren gebracht. Volgens SPS heeft [de werknemer] zich consistent schuldig gemaakt aan wangedrag. Zo heeft hij zich bij ziekmelding niet gehouden aan het bedrijfsreglement, heeft hij met regelmaat beledigend en negatief gedrag vertoond jegens zijn leidinggevende en collega’s, is hij meermaals ongeoorloofd afwezig geweest, is hij stelselmatig na aanvang van de tussen partijen overeengekomen werktijd verschenen voor het verrichten van zijn werkzaamheden, is hij diverse malen onder invloed van alcohol op de werkvloer verschenen en heeft hij zich niet gehouden aan de bij SPS geldende veiligheidsvoorschriften. SPS heeft [de werknemer] herhaaldelijk op zijn wangedrag gewezen en hem de kans geboden om zijn gedrag aan te passen. Eind november 2015 is het geduld van SPS op. Zij besluit [de werknemer] te schorsen, nadat hij zich heeft afgemeld voor zijn werk omdat hij in voorlopige hechtenis zit. Op 14 december 2015 heeft een gesprek met [de werknemer] plaatsgevonden over de vele officiële waarschuwingen die hij heeft gekregen. SPS heeft [de werknemer] een laatste kans gegeven en [de werknemer] erop gewezen dat een volgende overtreding van de bedrijfsregels zal resulteren in een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Na het gesprek blijkt dat [de werknemer] het niet zo nauw neemt met de gemaakte afspraken. Zo komt hij met regelmaat 1 of 2 minuten voor aanvang van zijn dienst binnen om vervolgens zijn ontbijt te nuttigen voordat hij met zijn werk begint. De druppel is dat [de werknemer] op 29 februari 2016 weer te laat aanwezig is. Naar aanleiding hiervan is [de werknemer] op staande voet ontslagen.Voor zover de handelwijze van [de werknemer] geen dringende reden oplevert, verzoekt SPS tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Omdat de reden van de verzochte ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [de werknemer] , heeft [de werknemer] geen recht op een transitievergoeding. SPS verzoekt verder geen rekening te houden met de opzegtermijn.
4. Het verweer
4.1.
[de werknemer] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Hij voert daartoe – samengevat – het volgende aan. [de werknemer] betwist de aan het ontslag ten grondslag gelegde verwijten. [de werknemer] betwist verder dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Hij stelt zich op het standpunt dat de door SPS gemaakte verwijten ongegrond zijn en niet op waarheid berusten. Volgens [de werknemer] is het besparen van arbeidskosten de enige reden voor het ontslag. Bij SPS is een groot arbeidsverloop. Zo zijn dit jaar een medewerker en vorig jaar vier medewerkers op staande voet ontslagen en hebben verschillende medewerkers uit eigen beweging de arbeidsovereenkomst opgezegd. Dit alles kan door meerdere getuigen worden bevestigd.
5. De beoordeling
5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden. Het verzoek is voorwaardelijk, namelijk voor het geval het ontslag op staande voet vernietigd wordt.
5.2.
Thans is nog niet geoordeeld over de vraag of het ontslag op staande voet moet worden vernietigd. Wel is de kantonrechter op de hoogte van een door [de werknemer] ingediend verzoekschrift, waarin hij – naar de kantonrechter begrijpt – beoogt te verzoeken het aan [de werknemer] gegeven ontslag te vernietigen. SPS heeft voldoende onderbouwd dat zij belang kan hebben bij een dergelijke voorwaardelijke ontbinding.
5.3.
De kantonrechter stelt voorop dat uit artikel 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. In artikel 7:669 lid 3 BW is nader omschreven wat onder een redelijke grond moet worden verstaan. Bij regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2015 (Stcrt. 2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
5.4.
SPS voert aan dat de redelijke grond voor ontbinding is gelegen in primair verwijtbaar handelen van [de werknemer] en subsidiair een verstoorde arbeidsverhouding. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door SPS in dat verband naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel e en g, BW. Daartoe wordt het volgende overwogen.
5.5.
De kantonrechter constateert dat aan [de werknemer] tien brieven zijn verstuurd met een officiële waarschuwing. [de werknemer] bestrijdt de inhoud van deze brieven. Desgevraagd heeft [de werknemer] verklaard dat hij niet op de schriftelijke waarschuwingen heeft gereageerd, omdat hij het daarvoor te druk had. Verder constateert de kantonrechter dat SPS een strikt beleid hanteert wat betreft de werktijden en ziekmeldingen. Dit wordt ook bevestigd door [de werknemer] . Hij stelt echter dat hij maar een paar keer een paar minuten te laat aanwezig was en dat hij zijn ziekmeldingen wel tijdig doorgaf. Ook betwist [de werknemer] het verwijt dat hij naar alcohol rook.
5.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [de werknemer] ondanks de vele waarschuwingen geen verbetering in zijn gedrag en houding laten zien. SPS heeft [de werknemer] steeds erop gewezen wat zij van hem en ook van haar andere werknemers verwacht. Dit heeft er echter niet in geresulteerd dat [de werknemer] zich aan het beleid van SPS is gaan houden. Dat maakt dat [de werknemer] niet het belang van het door SPS strikt gehanteerde beleid inziet. Op 14 december 2015 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden. Aanleiding van dit gesprek was de schorsing van [de werknemer] wegens het eenzijdig afmelden voor werk omdat hij twee weken in voorlopige hechtenis zat. [de werknemer] krijgt tijdens dit gesprek te horen dat hem een laatste kans wordt geboden. Ook wordt [de werknemer] erop gewezen dat hij bij een volgend incident met onmiddellijke ingang zal worden ontslagen. Ondanks deze laatste kans verschijnt [de werknemer] op 29 februari 2016 opnieuw te laat op zijn werk. Dit vormt voor SPS de zogenaamde druppel. De kantonrechter is van oordeel dat [de werknemer] aldus zodanig verwijtbaar heeft gehandeld dat van SPS in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
5.7.
De kantonrechter is verder van oordeel dat herplaatsing van [de werknemer] binnen een redelijke termijn, gelet op het voorgaande, niet in de rede ligt.
5.8.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van SPS zal toewijzen en dat de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671b lid 8, onderdeel b, BW voorwaardelijk zal worden ontbonden met ingang van 1 juni 2016. Gelet op het verwijtbaar handelen van [de werknemer] ziet de kantonrechter aanleiding het einde van de arbeidsovereenkomst op een eerder tijdstip te bepalen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van [de werknemer] , omdat hij ongelijk krijgt. Vanwege de nauwe samenhang met de gelijktijdig behandelde kort gedingprocedure ziet de kantonrechter aanleiding een half salarispunt toe te kennen voor het verzoekschrift en voor de zitting.
6. De beslissing
De kantonrechter:
6.1.
ontbindt – voor zover tussen partijen onherroepelijk komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst voortduurt na 29 februari 2016 – de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juni 2016;
6.2.
veroordeelt [de werknemer] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van SPS tot en met vandaag vaststelt op € 317,00, te weten:
griffierecht € 117,00
salaris gemachtigde € 200,00 ;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. W.A. Swildens, kantonrechter en op 2 mei 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter