JWB 2010/321
Arbeidsrecht; kennelijk onredelijkontslag; schadevergoeding
HR 03-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7150
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 september 2010
- Zaaknummer
09/03141
- LJN
BM7150
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM7150, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM7150, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2010
- Wetingang
Art. 7:677 lid 1 BW; art. 7:681 lid 1, 2 BW
Essentie
Arbeidsrecht; kennelijk onredelijkontslag; schadevergoeding
Samenvatting
Casus
Werknemer (verweerder) werd op staande voet ontslagen wegens vermeende
mishandeling van de bedrijfsarts. Werknemer heeft een verklaring voor recht
gevorderd dat de beëindiging van het dienstverband kennelijk onredelijk is.
Daarnaast vorderde hij schadevergoeding. De kantonrechter, die van oordeel
was dat het gedrag van werknemer een dringende reden voor ontslag opleverde,
heeft de vorderingen afgewezen. Het hof was van oordeel dat er geen reden
bestond voor ontslag op staande voet.
Rechtsvraag
Het middel bevat motiveringsklachten en is gericht tegen de wijze waarop het
hof de aan werknemer toe te kennen schadevergoeding wegens kennelijk
onredelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.