NJ 1961/212
Het bewezenverklaarde „in hulpeloze toestand laten" kon worden afgeleid uit de bewijsmiddelen; het is t.o.v. vier personen en derhalve viermaal gepleegd.
HR 22-11-1960, ECLI:NL:HR:1960:60, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 1960
- Magistraten
Mrs. Feber, van Berckel, Westerouen van Meeteren, Kazemier [Rapp.], Loeff
- Zaaknummer
[22111960/NJ_1961-212]
- Conclusie
Mr. s'Jacob
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS138697:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1960:60, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑1960
- Wetingang
(Sr art. 255.)
Essentie
Het bewezenverklaarde „in hulpeloze toestand laten" kon worden afgeleid uit de bewijsmiddelen; het is t.o.v. vier personen en derhalve viermaal gepleegd.
Samenvatting
Het Hof heeft zijn beslissing, dat req. zijn vrouw en minderjarige kinderen in een hulpeloze toestand heeft gelaten, kunnen afleiden uit de gebezigde bewijsmiddelen, met name uit de verklaring van de getuige N. S., o.m. inhoudende, dat gedurende het gehele kwartaal 1959, waarin req. de door hem verschuldigde uitkeringen niet heeft voldaan, haar kinderen en zij zelf geen eigen inkomsten hadden, terwijl zij niet in staat was zich door werk inkomsten te verschaffen, daar zij voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.