NJ 2018/264
Geen omstandigheid waaruit voortvloeit dat de einduitspraak de verdachte bekend is.
HR 22-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:746
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
16/04194
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124533:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:746, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:246, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2018
- Wetingang
Art. 408 Sv
Essentie
De enkele vermelding van het parketnummer op de mededeling uitspraak is onvoldoende voor de aanwezigheid van een omstandigheid waaruit voortvloeit dat de einduitspraak de verdachte bekend is.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 12 augustus 2016, nummer 21/006407-15, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. B.J. Schadd, te Arnhem.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel zie 2.1; (red.).
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1.
De verdachte is bij arrest van 12 augustus 2016 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, niet-ontvankelijk verklaard in zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.