Einde inhoudsopgave
Wet dieren
Artikel 10.5 Onverwijlde voorzieningen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
19-05-2011, Stb. 2011, 345 (uitgifte: 12-07-2011, kamerstukken: 31389)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2012, Stb. 2012, 659 (uitgifte: 20-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Indien in het belang van de gezondheid van mens of dier of het welzijn van het dier naar het oordeel van Onze Minister een onverwijlde voorziening noodzakelijk is, kan hij in de onderwerpen die op grond van deze wet bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald, bij regeling voorzien.
2.
De regeling vervalt een jaar nadat zij in werking is getreden, of, indien binnen die termijn een algemene maatregel van bestuur ter vervanging van die regeling in werking is getreden, op het moment waarop de maatregel in werking treedt. De termijn kan door Onze Minister eenmaal met ten hoogste een jaar worden verlengd.