Aanbeveling 2000/473/Euratom inzake de toepassing van artikel 36 van het Euratom-Verdrag betreffende de controle van de omgevingsradioactiviteit ter beoordeling van de blootstelling van de bevolking
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 08-06-2000
- Bronpublicatie:
08-06-2000, PbEG 2000, L 191 (uitgifte: 27-07-2000, regelingnummer: 2000/473/Euratom)
- Inwerkingtreding
08-06-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2000, PbEG 2000, L 191 (uitgifte: 27-07-2000, regelingnummer: 2000/473/Euratom)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
1
De lidstaten verstrekken, ter vervulling van hun verplichting krachtens artikel 36 van het Euratom-Verdrag om de Commissie regelmatig inlichtingen mee te delen betreffende de controle van de radioactiviteitsniveaus die zij krachtens artikel 35 van het Verdrag moeten uitoefenen, aan de Commissie overeenkomstig de in punt 5, onder c), vastgelegde termijnen de in bijlage I opgesomde controleresultaten. Ook in geval van een verhoogde concentratie van een niet in bijlage I genoemde radionuclide dienen de desbetreffende gegevens te worden verstrekt.
2
In deze aanbeveling gelden de volgende definities. Wordt verstaan onder:
- a)
‘voortdurende controle’: het bestaan en de uitvoering van een programma voor voortdurende controle. Afhankelijk van het gecontroleerde medium gebeurt dit door middel van:
- i)
continue bemonstering en beoordeling;
- ii)
continue bemonstering en periodieke beoordeling;
- iii)
periodieke bemonstering en periodieke beoordeling;
- iv)
directe continue meting;
- b)
‘installaties’: het controleprogramma, de apparatuur en de procedures voor directe meting en bemonstering alsmede analyse (met inbegrip van kwaliteitsbewaking en de rapportage en archivering van alle relevante gegevens) en de laboratoria die nodig zijn om de voortdurende controle van de radioactiviteitsniveaus te verwezenlijken;
- c)
‘meetnet’: de voor elk medium van de locaties voor bemonstering en directe meting gebruikte combinatie voor de controle van dat specifieke medium;
- d)
‘fijnmazig meetnet’: een meetnet bestaande uit bemonsteringslocaties die over het gehele grondgebied van de lidstaat gespreid zijn, zodat de Commissie regionale gemiddelden voor de radioactiviteitsniveaus in de Gemeenschap kan berekenen;
- e)
‘grofmazig meetnet’: een meetnet dat voor elke regio en voor elk te bemonsteren medium ten minste één locatie omvat die representatief is voor die regio. Op dergelijke locaties dienen metingen met hoge gevoeligheid te worden verricht, zodat een doorzichtig overzicht van de feitelijke radioactiviteitsniveaus en de trends daarin wordt verkregen;
- f)
‘regio’: elk gebied van een lidstaat dat representatief is voor de blootstelling van de bevolking aan straling, met inachtneming van de radiologische gevolgen van de uitstoot en de omgevingsdosis, alsmede de spreiding van de bevolking. Bijlage II bevat een lijst van de regio's zoals die op dit moment voor de controleverslagen van de Gemeenschap zijn vastgesteld.
3
De lidstaten maken aan de Commissie de in artikel 36 van het Euratom-Verdrag bedoelde bevoegde autoriteiten bekend.
4
Aan de volgende eisen dient te worden voldaan:
- a)Meetnetten
- i)
Elke lidstaat stelt voor zijn eigen grondgebied representatieve geografische regio's vast.
- ii)
Elke lidstaat stelt voor elk soort medium een fijnmazig meetnet en een grofmazig meetnet vast.
- iii)
De punten van het meetnet dienen representatief te zijn voor de regionale situatie, zo nodig met inachtneming van de spreiding van de bevolking in de regio.
- b)Te bemonsteren media, soorten metingen en periodiciteit
- i)
De te bemonsteren media en de soorten metingen zijn in bijlage I opgesomd. Tenzij elders in deze aanbeveling vermeld, worden de metingen voor het fijnmazige net bij voorkeur maandelijks verricht en voor het grofmazige net driemaandelijks.
- ii)
Voor het grofmazige net dienen de detectiegrenzen en gevoeligheden van de meetinstrumenten zodanig te zijn dat de feitelijke niveaus gekwantificeerd kunnen worden.
- iii)
Voor het fijnmazige net dienen de detectiegrenzen van de meetinstrumenten lager te liggen dan de in bijlage 3[lees: III] vastgestelde drempelniveaus.
- iv)
De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van de detectiegrenzen en de verdisconteerde onzekerheden.
- v)
De lidstaten kiezen voor meettechnieken die betrouwbaar gebleken zijn en dragen zorg voor kwaliteitsbewaking van de resultaten.
- vi)
De laboratoria van de lidstaten die gegevens verstrekken uit hoofde van deze aanbeveling nemen op gezette tijden deel aan interlaboratoriumonderzoeken, met name de door de Commissie georganiseerde, om te waarborgen dat de gemelde gegevens onderling vergelijkbaar zijn.
- c)Bemonsteringsstrategieën en metingen voor elk van de te bemonsteren media
- i)Atmosferische deeltjes
Op routinebasis worden metingen van gammastralende radionucliden verricht ter detectie en meting van zowel kunstmatige radio-isotopen als van nature voorkomende radionucliden. Beryllium-7 wordt gerapporteerd als kwalitatieve controle op de gebruikte methoden. Ingeval metingen van de bruto-bèta-activiteit(1) worden geregistreerd, worden ook die gerapporteerd.
De bemonsteringslocaties dienen in de buurt van dichtbevolkte gebieden gelegen te zijn; er wordt gezorgd voor een adequate geografische dekking door ten minste één bemonsteringslocatie per geografische regio te kiezen.
De bemonstering wordt verricht met behulp van continu werkende systemen.
- ii)
De uitwendige omgevingsgammadosistempo's worden continu gemeten. Er wordt geen drempelniveau vastgesteld.
- iii)Oppervlaktewater
Er worden monsters genomen van de belangrijkste binnenlandse wateren van het grondgebied van de lidstaat en indien van toepassing ook van kustwateren.
In geval van rivierwater wordt de bemonstering waar mogelijk verricht op locaties waarvoor debietmetingen beschikbaar zijn; in dat geval wordt het gemiddelde debiet gedurende de bemonsteringstijd vermeld teneinde de representativiteit van de door de Commissie berekende gemiddelden te vergroten.
Gemeten worden gammastralende radionucliden. Ingeval metingen van de residuele bèta-activiteit (2) worden geregistreerd, worden ook die gerapporteerd.
- iv)Voor menselijke consumptie bedoeld water
Bij de meting van de radioactiviteitsniveaus in drinkwater wordt voldaan aan de vereisten van Richtlijn 98/83/EG.
Ter naleving van artikel 36 van het Euratom-Verdrag worden waarden verstrekt voor de belangrijkste grond- of oppervlaktewatervoorraden en voor de waterleidingnetten, zodat een representatieve dekking van de lidstaat wordt verkregen.
Ook worden de bijbehorende per jaar gedistribueerde of geproduceerde hoeveelheden water vermeld teneinde de representativiteit van de door de Commissie berekende gemiddelden te vergroten.
- v)Melk
Bij zuivelfabrieken worden melkmonsters genomen. Daarbij worden de nodige statistische gegevens over de productie vermeld teneinde de representativiteit van de door de Commissie berekende gemiddelden te vergroten. De zuivelfabrieken dienen dusdanig gespreid te zijn dat een representatieve dekking van de lidstaat wordt verkregen.
Gemeten worden gammastralers en strontium-90; kalium-40 wordt gerapporteerd als kwalitatieve controle op de gebruikte methoden.
- vi)Voedselpakket
Als gevolg van de handel in levensmiddelen is het voedselpakket niet per definitie representatief voor de regionale of nationale milieubesmetting maar een indicator van de blootstelling van de bevolking.
Waar van toepassing worden levensmiddelen als afzonderlijke ingrediënten gemeten. In dat geval deelt de lidstaat de Commissie de resultaten van de metingen aan de afzonderlijke ingrediënten en de samenstelling van het voedselpakket mede. Het bemonsteringsprogramma houdt rekening met regionale variaties in voedingsgewoonten. De afzonderlijke ingrediënten dienen afkomstig te zijn van markten of plaatselijke distributiecentra die aan grote bevolkingsgroepen levensmiddelen verstrekken. Ook wordt rekening gehouden met producten afkomstig uit natuurlijke of semi-natuurlijke ecosystemen, voorzover de neerslag van het ongeluk in Tsjernobyl daarop nog van invloed kan zijn.
Bovendien bemonsteren de lidstaten complete maaltijden, teneinde een representatieve waarde te verschaffen voor de gemiddelde radioactiviteit in het voedselpakket. De levensmiddelenmonsters dienen genomen te worden bij grote consumptiecentra zoals kantines of restaurants.
Gemeten worden gammastralers en strontium-90; de metingen behoeven niet vaker dan eens per kwartaal te worden verricht. Ingeval koolstof-14-metingen worden verricht, worden ook die gerapporteerd.
5
De volgende procedures voor rapportage aan de Commissie worden toegepast:
- a)Gegevensverwerking
De lidstaten verstrekken de Commissie gegevens waarop kwaliteitsbewaking is toegepast en die voor openbaarmaking zijn vrijgegeven. De gegevens omvatten alle in bijlage IV opgesomde bijzonderheden.
De lidstaten verstrekken de gegevens in het door de Commissie vastgestelde formaat, bij voorkeur met behulp van de door de Commissie verstrekte speciale programmatuur.
Voor elk medium en voor elk meetpunt worden afzonderlijke, niet-geaggregeerde meetgegevens verstrekt, geen gemiddelde waarden. Wanneer echter de gegevens op directe continue metingen betrekking hebben, worden de maandgemiddelden voor elk meetpunt medegedeeld.
- b)Wijze van gegevensoverdracht
De gegevens worden in digitale vorm verzonden met gebruikmaking van de meest geschikte elektronische media.
- c)Periodiciteit
Alle beschikbare gegevens worden zodra zij gevalideerd zijn aan de Commissie doorgezonden, om haar in staat te stellen de invloed van de omgevingsradioactiviteit op de volksgezondheid snel te beoordelen. Alle gegevens voor een kalenderjaar worden uiterlijk op 30 juni van het daaropvolgende jaar verstrekt.
- d)Verstrekking van andere gegevens
Naast de overeenkomstig letter a) verstrekte gegevens zenden de lidstaten de Commissie hun nationale controleverslagen toe om haar een beter inzicht te geven in de betekenis van de in bijlage I genoemde gegevens in relatie tot de nationale controleprogramma's. In de jaarlijkse controleverslagen van de Commissie wordt naar die nationale verslagen verwezen.
- e)Integratie van de rapportagemethoden
De gegevens die regelmatig krachtens artikel 36 van het Euratom-Verdrag worden gerapporteerd, gegevens die op vrijwillige basis worden verstrekt, afgezien van de nationale controleverslagen, en grote hoeveelheden gegevens die eventueel van belang kunnen zijn in noodsituaties, worden via hetzelfde communicatiemiddel en dezelfde communicatiekanalen en in hetzelfde formaat doorgegeven, teneinde de rapportagemethoden te vereenvoudigen en dubbel werk te voorkomen, alsmede om regelmatig oefeningen inzake de regelingen voor noodsituaties te kunnen houden.
6
Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.
Voetnoten
De totale in een monster gemeten bèta-activiteit; afhankelijk van de meetmethode worden tritium en doorgaans ook bètastralers van zeer lage energie niet meegenomen en worden kortlevende radondochters uitgesloten door middel van een voldoende lange wachttijd (bijv. vijf dagen) voordat de meting wordt verricht.
De totale in een monster gemeten bèta-activiteit min de kalium- 40-activiteit.