Wet tot uitvoering van de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
04-12-1997, Stb. 1997, 580 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25464)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
1.
Met het toezicht op de naleving van de voorschriften van de artikelen 11 en 13 van de Verordening en de artikelen 2 en 3 van deze wet, alsmede van de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften zijn belast de door Onze Minister en Onze Minister van Justitie gezamenlijk aan te wijzen ambtenaren. De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.
Zij staan de lasthebbers van de Commissie, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Verordening, bij in de uitvoering van hun opdracht.
3.
Zij berichten hun bevindingen aan Onze Minister.