NJ 1932, p. 665
Vereischten der dagvaarding. Rukken en trekken aan arrestant, daad van geweld tegen den persoon van arresteerenden Ambtenaar.
HR 22-02-1932, ECLI:NL:HR:1932:383
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 1932
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, Fick en Meckmann
- Zaaknummer
[221932/NJ_1932,_p._665]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS128825:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:383, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑1932
- Wetingang
Essentie
Vereischten der dagvaarding. Rukken en trekken aan arrestant, daad van geweld tegen den persoon van arresteerenden Ambtenaar.
Samenvatting
Wanneer de in de dagvaarding voorkomende woorden „zich met geweld tegen dien Rijksveldwachter hebben verzet", hetgeen als een qualificatie is te beschouwen, worden weggedacht, voldoet het alsdan overblijvende aan de vereischten van art. 261 Sv., als behelzende voor ieder van de vier verdachten een opgave van de aan elk hunner telastegelegde feiten, die zij te zamen en in vereeniging met vereenigde krachten zouden hebben gepleegd.
Het te zamen en in vereeniging met vereenigde krachten optreden op de wijze als met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.