Rb. Rotterdam, 14-12-2016, nr. 515940 KG ZA 16-1397
ECLI:NL:RBROT:2016:10120
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
14-12-2016
- Zaaknummer
515940 KG ZA 16-1397
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2016:10120, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 14‑12‑2016; (Kort geding)
- Vindplaatsen
AR 2017/79
Uitspraak 14‑12‑2016
Inhoudsindicatie
Kort geding. 6:74 BW, 6:162 BW, 9a Waadi, r&b. Opzegging samenwerkingsovk, overname personeel. Geen contractueel benaderings-/aannameverbod, nietig relatiebeding, geen oneerlijke concurrentie ex-werknemer. Conclusie geen wanprestatie/O.D.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/515940 / KG ZA 16-1397
Vonnis in kort geding van 14 december 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres]
gevestigd te Zwijndrecht,
eiseres,
advocaat mr. M.W. Renzen te Rotterdam,
tegen
1. de naamloze vennootschap
[gedaagden] ,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagden] ,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagden,
advocaat mr. A. van Bunge te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] respectievelijk [gedaagden] en [gedaagden] worden genoemd.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 5 december 2016,
producties 1 tot en 39 van de zijde van [eiseres] ,
producties 1 tot en met 22 van de zijde van [gedaagden] en [gedaagden] ,
de mondelinge behandeling op 7 december 2016,
de pleitnotities van beide partijen,
de ter zitting gedane vermindering van eis ten aanzien van onderdeel 1 van het petitum.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
[eiseres] exploiteert een onderneming gericht op het verrichten van werkzaamheden op het gebied van hospitality. [eiseres] beschikt over een grote pool medewerkers die zij kan inzetten op evenementen.
In het register van de Kamer van Koophandel staan als activiteiten vermeld:
“Het uitoefenen van een promotie- en organisatiebureau met betrekking tot beurzen en salespromotie/horecapersoneel, tevens het verzorgen van sportarrangementen. Het ter beschikking stellen van arbeidskrachten.”
Een zogenaamde Waadi-check op de site van de Kamer van Koophandel op 6 december 2016 geeft als resultaat dat bij [eiseres] is geregistreerd dat er medewerkers ter beschikking worden gesteld in de zin van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi).
2.2.
[gedaagden] is belast met het in eigendom houden, beheren en exploiteren van het stadion [stadion] ”. Naast voetbalwedstrijden vinden ook veel evenementen plaats in [stadion] en het daarbij behorende [gebouw] .
2.3.
[gedaagden] is op 11 juli 2016 opgericht met als doel het leveren van hospitality/personele diensten, en wel in de vorm van feitelijke levering van producten en diensten tot het volledig invullen van de totale hospitality bedrijfsvoering. Enig aandeelhouder van [gedaagden] is [gedaagden] .
2.4.
[eiseres] levert sinds 2002 op basis van diverse samenwerkingsovereenkomsten aan [gedaagden] op grote schaal horecapersoneel voor inzet tijdens voetbalwedstrijden en andere evenementen in [stadion] en het [gebouw] .
2.5.
In de Samenwerkingsovereenkomst van 16 februari 2011 (hierna: de Samenwerkingsovereenkomst) is - voor zover hier van belang - vermeld:
“[…]
- -
Looptijd van 5 jaar, ingaande 01 juli 2011 en eindigend op 30 juni 2016.
- -
Overeenkomst is voor bepaalde tijd en alle afspraken vervallen per 01 juli 2016. Bij wederzijdse tevredenheid dient een nieuwe overeenkomst opgemaakt te zijn voor januari 2016 (31 december 2015 streefdatum).
[…]
- -
Het aanbieden van een vast dienstverband of enige vorm van arbeidsovereenkomst door [gedaagden] aan medewerkers van [eiseres] is niet mogelijk zonder medeweten en toestemming van [eiseres] .
- -
De SLA (service niveau overeenkomst) maakt onderdeel uit van deze overeenkomst.
[…]”
2.6.
In een brief van 19 maart 2016 schrijft [gedaagden] aan [eiseres] onder meer het volgende:
“De huidige samenwerkingsovereenkomst loopt op 30 juni 2016 af. Naar aanleiding hiervan hebben wij vorig jaar met u in een open en oprechte sfeer gezocht naar diverse samenwerkingsmogelijkheden en vormen tussen [eiseres] en [gedaagden] .
Dit was een intensief proces waarin de verschillende intenties, ambities en overige drijfveren zijn besproken, met als doel om tot een nieuwe intensieve samenwerking te komen. Gaande het proces werden ook de verschillen tussen de twee organisaties duidelijk en is ondanks diverse inspanningen geconstateerd dat de verschillen op de gebieden rendement, waardering, ambitie en zeggenschapsstructuur te ver uit elkaar liggen en onoverbrugbaar zijn. Dit was een duidelijk constatering die ertoe heeft geleid dat het Stadion zich is gaan heroriënteren op de vorm en de intensiteit van een samenwerking met een uitzendorganisatie.,
Na een brede oriëntatie in de eventmarkt, heeft de directie van [gedaagden] ervoor gekozen om de afhankelijkheid van de uitzendorganisatie te verkleinen.
Dit door o.a. zelf een groep oproepmedewerkers op de payroll te zetten. Het gaat hierbij om o.a. een beperkte kern van medewerkers de wekelijks werkzaam zijn voor het Stadion.
Deze groep dekt echter niet de volledige behoefte aan flexibele uitzendkrachten; de aanvullende behoefte wordt dan ook op de traditionele wijze bij een externe leverancier uitgevraagd.
De intentie is om met [eiseres] , in het verlengde van de huidige overeenkomst, een nieuwe samenwerkingsovereenkomst af te sluiten. […] [gedaagden] kiest ervoor om voor de beperkte kern van vaste medewerkers vanaf nu gebruik te maken van de 200 uur regeling en die medewerkers een arbeidsovereenkomst aan te bieden voor na de betreffende periode. [gedaagden] heeft hiervoor een overzicht gemaakt van de betreffende medewerkers (zie bijlage 1).
[…]
Concreet vragen wij aan de directie van [eiseres] de volgende zaken:
Een voorstel te schrijven dat is geënt op de huidige samenwerkingsovereenkomst en de Service Level Agreement.
[…]
- -
Dat [eiseres] , binnen de kwaliteitseisen uit de Service Level Agreement en tegen een 100% leveringsplicht, exclusief leverancier van [gedaagden] wil blijven voor flexibele arbeidskrachten.
- -
Op welke manier en tegen welke voorwaarden [eiseres] denkt te kunnen assisteren bij het werven van nieuwe medewerkers voor de vaste eigen kernpool van [gedaagden] .
[…]”
In bijlage 1 bij de brief van 19 maart 2016 zijn 11 medewerkers van [eiseres] genoemd als “vaste medewerkers die [gedaagden] gaat benaderen voor een arbeidsovereenkomst conform de 200 uur regeling”.
2.7.
Begin juni 2016 hebben [eiseres] en [gedaagden] een voorovereenkomst gesloten (hierna: de Voorovereenkomst), waarin - voor zover hier van belang - is overeengekomen:
“Na een intensief en soms zwaarbevochten proces, hebben wij elkaar afgelopen vrijdag 27 mei jl. de hand geschud om ook voor de aankomende vijf jaar weer een samenwerking aan te gaan.
We gaan een uitdagende en dynamische periode tegemoet waarin er spannende en ondernemende tijden gaan aanbreken voor beide organisaties. Deze voorovereenkomst biedt hier een goede en solide basis voor. Hieronder en in de bijlagen worden kort de overeengekomen zaken van onze toekomstige samenwerking weergegeven:
- -
Een samenwerkings-/supplier overeenkomst voor vijf jaar.
- -
[eiseres] is exclusief leverancier. Het betreft hier alle hospitality activiteiten op de locatie [gedaagden] ( [stadion] ).
- -
[eiseres] heeft een 100% leveringsverplichting. Het betreft hier de (periodieke) uitvragen en de overdracht van de pool medewerkers.
- -
In de periode van vijf jaar wordt jaarlijks het in de matrix aangegeven percentage van de pool in uren overgenomen en in beheer genomen van [gedaagden] (zie bijlage 1).
- -
Levering op alle uitvragen en de jaarlijkse pool overname gebeurt binnen de kwaliteitsnormen en het in achtnemen van de voorkeuren van [gedaagden] (mits er geen persoonlijke voorbehoud wordt gemaakt).
- -
De pool medewerkers worden functioneel ondergebracht bij [gedaagden] [later [gedaagden] ; toevoeging voorzieningenrechter].
- -
Bij overgang buiten de pool en/of boven het gestelde jaarpercentage treden [eiseres] en [gedaagden] met elkaar in gesprek over de voorwaarden en de invulling.
- -
De tarieven worden per 1 juli 2016 voor een periode van vijf jaar aangepast en gefixeerd.
[…]
Bovengenoemde afspraken worden ter verduidelijking en voor de volledigheid in de bijlagen verder gedetailleerd.
[…]
Vanwege de interne doorlooptijd en de aankomende vakantieperiode, kunnen we de samenwerkingsovereenkomst in augustus 2016 feestelijk ondertekenen.
[…]
Bijlage 1: Matrix
Seizoen | Omzet Garantie [eiseres] | Afname garantie [gedaagden] | Overdracht Pool** | Datum van overdracht * |
2016- 2017 | € 500.000 | € 0 | 20% | 1-1-2017 |
2017- 2018 | € 300.000 | € 0 | 20% | 1-1-2018 |
2018- 2019 | € 200.000 | € 50.000 | 20% | 1-1-2019 |
2019- 2020 | € 200.000 | € 100.000 | 10% | 1-1-2020 |
2020- 2021 | € 150.000 | € 150.000 | 0% | n.v.t. |
*= Dit m.u.v. de 11 reeds benoemde mdw. Zij gaan per 1/7/2016 over.
Minder overdracht mdw. resulteert in een aanpassing van de garantie.
**= Het percentage wordt jaarlijks berekend op basis van de afname in seizoen 2015-2016”
2.8.
De beoogde samenwerkingsovereenkomst is niet tot stand gekomen.
2.9.
Op 12 oktober 2016 heeft [eiseres] de samenwerking met [gedaagden] opgezegd. In deze brief schrijft zij onder meer:
“[…]
Voorts hebben wij afgesproken dat voor wat betreft de overdracht van medewerkers aan [gedaagden] / [gedaagden] (“ [gedaagden] ”) wordt gekeken naar het aantal uren dat de betreffende medewerkers zijn ingezet in het betreffende seizoen, afgezet tegen het totaal aantal uren dat is afgenomen in het seizoen 2015-2016 (= 78.500). Het voorgaande betekent dat voor het seizoen 2016-2017 [eiseres] [ [eiseres] ; toevoeging voorzieningenrechter] haar medewerking heeft toegezegd voor de overdracht van een aantal medewerkers dat correspondeert met een inzet van 15.700 uren (=20% van 78.500). De uren van de medewerkers van [eiseres] die in dit seizoen reeds zijn overgenomen door [gedaagden] / [gedaagden] corresponderen met een inzet van in totaal 16.580 uren (11 medewerkers met een inzet van in totaal 14.500 uren en 1 medewerker met een inzet van 2.080 uren). [eiseres] heeft daarmee voor het seizoen 2016-2017 voldaan aan haar afspraken betreffende de overdracht van haar medewerkers zoals overeengekomen in de Voorovereenkomst.
[…]
Met in achtneming van de opzegtermijn van 3 maanden zeggen wij hierbij de Voorovereenkomst en onze samenwerking met [gedaagden] op. Als gevolg van deze opzegging zal de Voorovereenkomst en onze samenwerking derhalve eindigen 12 januari 2017. Wij zullen tot die datum onze afspraken op basis van de Voorovereenkomst naleven.
[…]”
2.10.
In de arbeidsovereenkomsten die [eiseres] met haar oproepkrachten sluit is het volgende relatiebeding opgenomen:
“Ondergetekende verbindt zich, door ondertekening van deze voorwaarden, tijdens de periode waarin werkzaamheden voor [eiseres] worden verricht, en/of gedurende twee jaar na beëindiging van de periode waarin voor [eiseres] werkzaamheden werden verricht, om geen werkzaamheden te verrichten voor onze cliënten anders dan op basis van tussenkomst van [eiseres] . Behoudens het geval waarin er sprake is van het verrichten van werkzaamheden waarvan de aard op generlei wijze verbonden is met de werkzaamheden die werden verricht voor [eiseres] . Of hier sprake van is staat ter beoordeling van [eiseres] .
Overtreding van dit beding zal er toe leiden dat de overtreder de door [eiseres] hierdoor te lijden of geleden schade zal moeten vergoeden. Overname personeel voor full time contract is wel mogelijk, vraag naar de voorwaarden bij interesse.”
3. Het geschil
3.1.
[eiseres] vordert, na vermindering van eis ter zitting, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] en [gedaagden] te verbieden om (i) voormalig personeel van [eiseres] in dienst te nemen c.q. in dienst te houden en (ii) om personeel van [eiseres] te benaderen c.q. te werven dat is gebonden aan een relatiebeding, op straffe van een dwangsom ad € 100.000,- per overtreding, vermeerderd met € 15.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat iedere overtreding voortduurt, nadat [gedaagden] en [gedaagden] kennis hebben genomen dan wel hebben kunnen nemen dan wel na betekening van dit vonnis, met hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] en [gedaagden] in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vordering op [gedaagden] ten grondslag dat [gedaagden] wanprestatie pleegt, door - zonder medeweten en instemming van [eiseres] - personeel van [eiseres] direct te benaderen om voor [gedaagden] te komen werken en personeel over te nemen anders dan de (onder het voorbehoud van overeenstemming) overeengekomen 11 medewerkers. [eiseres] stelt dat de Samenwerkingsovereenkomst via de Voorovereenkomst is verlengd. [gedaagden] profiteert van deze wanprestatie.
3.3.
[eiseres] legt voorts aan haar vordering op [gedaagden] en [gedaagden] ten grondslag dat zij zich onrechtmatig tegenover haar gedragen door te profiteren van de wanprestatie die de ‘overlopende’ personeelsleden van [eiseres] jegens [eiseres] plegen. Bovendien zijn zij bekend met het feit dat die medewerkers gebonden zijn aan een relatiebeding voor de duur van twee jaar. [gedaagden] en [gedaagden] hebben ook gehandeld in strijd met de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid die contractpartijen jegens elkaar in acht moeten nemen, door op slinkse wijze om niet (een deel van) de onderneming van [eiseres] te willen overnemen.
3.4.
[eiseres] stelt ter onderbouwing dat [gedaagden] zonder instemming en medeweten van [eiseres] personeel van [eiseres] benadert om bij [gedaagden] in dienst te treden, bijvoorbeeld door tijdens wedstrijden in [stadion] wervingsposters op te hangen op de plekken in het stadion waar alleen personeel van [eiseres] komt. Daarnaast benaderen [gedaagden] en [gedaagden] personeel ook direct en instrueren zij het personeel van [gedaagden] om het personeel van [eiseres] direct te benaderen. [gedaagden] bezigt dezelfde slogan “people for [eiseres] ” als [eiseres] . [gedaagden] en [gedaagden] assisteren en adviseren medewerkers van [eiseres] op arbeidsrechtelijk gebied, en in het bijzonder over de geldigheid van het relatiebeding met [eiseres] .
3.5.
[gedaagden] en [gedaagden] voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
3.6.
[gedaagden] en [gedaagden] stellen ter onderbouwing van hun verweer dat zij bij het overnemen van medewerkers van [eiseres] overeenkomstig de tussen partijen geldende Voorovereenkomst hebben gehandeld. Zij stellen zich voorts op het standpunt dat het relatiebeding tussen [eiseres] en de medewerkers nietig is.
3.7.
[gedaagden] en [gedaagden] stellen dat medewerkers van [eiseres] zich vrijwillig bij [gedaagden] en [gedaagden] hebben gemeld. Ter zitting is ten aanzien van [persoon] wel erkend dat zij actief is benaderd door [gedaagden] en [gedaagden] . [gedaagden] en [gedaagden] weerspreken evenmin dat zij aan medewerkers van [eiseres] juridisch advies verstrekken met betrekking tot de geldigheid van het relatiebeding.
4. De beoordeling
4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vordering.
4.2.
De vraag is of het handelen van [gedaagden] en [gedaagden] is aan te merken als wanprestatie of een onrechtmatige daad jegens [eiseres] .
4.3.
De feitelijke weergave door [eiseres] van de gang van zaken bij de overname van medewerkers verschilt van die van [gedaagden] . [gedaagden]
betwist dat zij medewerkers, anders dan [persoon] , rechtstreeks heeft benaderd om voor [gedaagden] te komen werken. De overgelegde verklaringen van (oud-)medewerkers, waarvan de waarde door [gedaagden] wordt betwist, kan niet zonder meer die conclusie rechtvaardigen. Voor een nader onderzoek is in deze procedure geen plaats. In deze procedure kan derhalve niet worden aangenomen dat [gedaagden] meerdere medewerkers van [eiseres] actief heeft benaderd.
4.4.
De vraag is overigens, voor zover [gedaagden] wel actief medewerkers van [eiseres] heeft benaderd, of zij daarmee wanprestatie jegens [eiseres] pleegt. Daarnaast is de vraag of [gedaagden] in strijd met de overeenkomst heeft gehandeld door medewerkers die zich vrijwillig bij haar hebben gemeld een arbeidsovereenkomst aan te bieden.
4.5.
Voor het antwoord op die vragen zal de inhoud van de contractuele verplichtingen moeten worden vastgesteld door uitleg van de overeenkomst aan de hand van de zogenaamde Haviltex-maatstaf, waarbij het niet enkel aankomt op de letterlijke tekst van de overeenkomst, maar ook op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden, gewaardeerd naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
4.6.
Tussen partijen is in geschil welke overeenkomst op de huidige rechtsverhouding van toepassing is.
In de Samenwerkingsovereenkomst is expliciet bepaald dat alle afspraken op 1 juli 2016 vervallen en dat voor een verdere samenwerking een nieuwe overeenkomst moet worden opgemaakt. [eiseres] heeft begin juni 2016 een Voorovereenkomst met [gedaagden] gesloten. De beoogde nieuwe samenwerkingsovereenkomst is evenwel uiteindelijk niet tot stand gekomen. De voorovereenkomst is onvoldoende gedetailleerd en geeft geen blijk van overeenstemming op wezenlijke punten, zoals een bepaling over de tariefstelling en de betalingstermijn. De Voorovereenkomst kan naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, anders dan [eiseres] betoogt, derhalve niet als een materiële voortzetting van de samenwerkingsovereenkomst worden aangemerkt en moet vooralsnog als een op zichzelf staande verplichting voor beide partijen worden gezien om op basis van de geformuleerde uitgangspunten een nieuwe overeenkomst tot stand te brengen. Partijen zijn niet overeenkomen dat in de periode tussen het vervallen van de Samenwerkingsovereenkomst en het tot stand komen van een nieuwe inhoudelijke overeenkomst de bepalingen uit de Samenwerkingsovereenkomst onverkort van kracht bleven. Tussen partijen is niet in geschil dat de Voorovereenkomst door de opzegging van [eiseres] eindigt per 12 januari 2017. Nu partijen geen afwijkende afspraken hebben gemaakt, geldt in beginsel dat de rechten en verplichtingen van partijen onder de Voorovereenkomst gedurende de opzeggingstermijn blijven gelden. De voorzieningenrechter ziet in de stellingen van partijen geen aanleiding om ten aanzien van de overgang van medewerkers van [eiseres] naar [gedaagden] , van dit beginsel af te wijken.
De contractuele verplichtingen zullen worden vastgesteld aan de hand van de Voorovereenkomst. Gebleken is immers dat partijen op grond daarvan niet alleen besprekingen hebben gevoerd omtrent het tot stand brengen van een nieuwe overeenkomst, maar ook de facto, vooruitlopend daarop, enerzijds op de oude voet zijn doorgegaan met het inzetten van personeel bij [gedaagden] maar ook een begin hebben gemaakt met het tenuitvoerleggen van diverse afspraken in de Voorovereenkomst, zoals het (bespreken van het) overgaan van personeel.
4.7.
In de Voorovereenkomst zijn partijen – als uitgangspunten voor de tot stand te brengen nieuwe overeenkomst - overeengekomen dat gedurende een periode van vijf jaar het in de matrix aangegeven percentage van de pool werknemers van [eiseres] wordt overgenomen door [gedaagden] . In de Voorovereenkomst is bepaald dat bij overgang buiten de pool en/of boven het gestelde jaarpercentage [eiseres] en [gedaagden] met elkaar in gesprek dienen te treden over de voorwaarden en de invulling. Dit impliceert dat zolang [gedaagden] binnen het gestelde jaarpercentage blijft, zij niet gehouden is tot voorafgaand overleg met [eiseres] . Van een overeengekomen verplichting van de zijde van [gedaagden] om voorafgaand aan de jaarlijkse pool overname in overleg te treden met [eiseres] is de voorzieningenrechter dan ook niet gebleken. In de stellingen van [eiseres] leest de voorzieningenrechter niet dat [gedaagden] bij het actief benaderen van medewerkers van [eiseres] boven het jaarpercentage is uitgekomen, zodat het ervoor wordt gehouden dat zij niet verplicht was tot voorafgaand overleg met [eiseres] .
4.8.
[eiseres] heeft in een e-mail van 10 november 2016 aan haar medewerkers bericht dat zij vanwege de beëindiging van de samenwerking niet meer zullen worden ingezet voor werk in [stadion] . Niet ondenkbaar is dat medewerkers die graag in [stadion] werken hierin aanleiding hebben gezien om zich vrijwillig bij [gedaagden] en [gedaagden] te melden om te informeren naar de mogelijkheden om via hen in [stadion] werkzaamheden te blijven verrichten. De verplichting van [gedaagden] onder de Samenwerkingsovereenkomst om zich te onthouden van het aanbieden van een arbeidsovereenkomst aan (oud-)medewerkers van [eiseres] zonder medeweten en toestemming van [eiseres] , is komen te vervallen. Bij gebreke van een gelijkwaardige bepaling in de voorovereenkomst kan niet worden aangenomen dat het [gedaagden] contractueel verboden is om vrijwillig aangemelde (oud-)medewerkers zonder medeweten en toestemming van [eiseres] een arbeidsovereenkomst aan te bieden. Integendeel, partijen waren voornemens een overeenkomst op te stellen waarin dat tot op zekere hoogte uitdrukkelijk mogelijk werd gemaakt.
4.9.
De conclusie is dat onvoldoende aannemelijk is dat [gedaagden] bij de overname van medewerkers van [eiseres] wanprestatie heeft gepleegd..
4.10.
De vraag of [gedaagden] en [gedaagden] onrechtmatig jegens [eiseres] hebben gehandeld door te profiteren van de wanprestatie die de ‘overlopende’ personeelsleden jegens [eiseres] plegen, is onder meer afhankelijk van de geldigheid van het relatiebeding.
4.11.
[gedaagden] en [gedaagden] stellen dat het relatiebeding in strijd is met artikel 9a van de Waadi (het belemmeringsverbod), en derhalve nietig.
In artikel 9a Waadi is bepaald dat elk beding nietig is dat in strijd is met het volgende: “Degene die medewerkers ter beschikking stelt legt geen belemmeringen in de weg voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling tussen de ter beschikking gestelde arbeidskracht en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld.”
Onder “ter beschikking stellen van medewerkers” moet volgens artikel 1 Waadi worden verstaan “het tegen vergoeding ter beschikking stellen van medewerkers aan een ander dan voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid”.
Artikel 9a Waadi geldt ongeacht of de medewerker een vaste of tijdelijke arbeidsovereenkomst heeft (vgl. ECLI:NL:GHDH:2016:2591).
[eiseres] betwist dat de Waadi van toepassing is op de arbeidsovereenkomsten die zij met haar medewerkers heeft, omdat de feitelijke leiding en het toezicht over hen berust bij personeel van [eiseres] .
In de Service Niveau Overeenkomst behorende bij de Samenwerkingsovereenkomst is de dienstverlening van [eiseres] gekenmerkt als “personeelsinzet door middel van uitzendkrachten”. Hierin is voorts bepaald dat niet bij alle evenementen aanwezigheid van management van [eiseres] is vereist, en dat de briefing en observatie van de prestaties van de uitzendkrachten een gezamenlijke aangelegenheid van [eiseres] en [gedaagden] is of geheel aan [gedaagden] is overgelaten. Mede gelet op de vermelding in het register van de Kamer van Koophandel dat er door [eiseres] medewerkers ter beschikking worden gesteld in de zin van de Waadi acht de voorzieningenrechter voorshands aannemelijk dat de Waadi op de door [eiseres] gesloten arbeidsovereenkomsten van de betreffende medewerkers toepassing is. Het relatiebeding belemmert de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling tussen de medewerker en [gedaagden] / [gedaagden] , en wordt derhalve voorshands nietig geacht.
4.12.
[eiseres] beroept zich voorts op het profiteren van [gedaagden] en [gedaagden] van oneerlijke concurrentie door een ex-werknemer. Zij stelt daartoe dat [persoon] een bestand van 77 medewerkers van [eiseres] heeft bewerkt, door aan te geven welke van de medewerkers ook ervaring hebben en derhalve kunnen worden ingezet bij andere opdrachtgevers van [eiseres] . Zij heeft hiermee volgens [eiseres] de geheimhoudingsovereenkomst geschonden en in strijd met de postcontractuele goede trouw gehandeld.
De feitelijke gang van zaken omtrent bedoelde lijst in onduidelijk. Voor een nader onderzoek is een bodemprocedure geïndiceerd. Los daarvan is onvoldoende aannemelijk dat is voldaan aan de strenge toets van oneerlijke concurrentie door een ex-werknemer. [eiseres] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de betreffende (oud-)medewerker door deze enkele handeling het duurzame bedrijfsdebiet van [eiseres] substantieel en stelselmatig heeft afgebroken.
4.13.
Uit het voorgaande volgt dat wanprestatie van de medewerkers jegens [eiseres] niet kan worden aangenomen, en evenmin het profiteren hiervan door [gedaagden] en [gedaagden] .
4.14.
De stelling van [eiseres] , dat [gedaagden] en [gedaagden] in strijd met de goede trouw en de redelijkheid en billijkheid die contractpartijen jegens elkaar in acht moeten nemen, hebben gehandeld door op slinkse wijze om niet (een deel van) de onderneming van [eiseres] over te nemen, komt de voorzieningenrechter niet aannemelijk voor. Die stelling strookt niet met de kennelijke bedoeling van partijen om een deel van de medewerkers over te laten gaan naar [gedaagden] . In de brief van 19 maart 2016 heeft [gedaagden] aan [eiseres] gevraagd op welke manier en tegen welke voorwaarden [eiseres] denkt te kunnen assisteren bij het werven van nieuwe medewerkers voor de vaste eigen kernpool van [gedaagden] . [eiseres] heeft vervolgens in de Voorovereenkomst ingestemd met een geleidelijke overgang van 70% van de pool naar [gedaagden] en kan zich er dan niet meer op beroepen dat dit onredelijk is in verband met haar inspanningen om in 14 jaar tijd deze pool van medewerkers op te bouwen. Blijkens de overeengekomen tegenprestatie in de vorm van een gegarandeerde omzet, stijging van de tarieven en exclusiviteit, kan ook niet worden gezegd dat de overgang van de medewerkers om niet is. Het feit dat de Voorovereenkomst niet is uitgemond in de beoogde samenwerkingsovereenkomst en door [eiseres] voortijdig is beëindigd, heeft mogelijk nadelige consequenties voor [eiseres] . Dit betreft echter een risico dat inherent is aan het aangaan van overeenkomst voor beperkte duur en zich steeds na afloop van de looptijd daarvan zal voordoen, en vormt op zichzelf geen reden om de geldigheid van de Voorovereenkomst aan te tasten.
[eiseres] licht voorts onvoldoende toe op welke wijze [gedaagden] en [gedaagden] misbruik hebben gemaakt van de openheid van zaken die [eiseres] tijdens het onderhandelingsproces heeft gegeven.
4.15.
De gestelde feiten kunnen in deze procedure niet leiden tot de conclusie dat sprake is van wanprestatie en/of onrechtmatige daad aan de zijde van Stadion Feijernoord/ [gedaagden] . De vordering wordt voorshands ongegrond geoordeeld en zal derhalve worden afgewezen.
4.16.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagden] en [gedaagden] worden begroot op:
- griffierecht € 619,00
- overige kosten € 93,81
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.528,81
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden] en [gedaagden] tot op heden begroot op € 1.528,81,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. van den Hurk en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2016.
2031/427