NJ 1932, p. 631
Ontzetting onderl. macht. Welk oogenblik beslissend (beschikking Rechtb., indiening verzoekschrift, ingrijpen O. v. J.). Ingetreden verbetering voordat de beslissing werd gegeven
HR 22-02-1932, ECLI:NL:HR:1932:346
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 1932
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Schepel, de Menthon Bake, Fick, Meckmann
- Zaaknummer
[221982/NJ_1932,_p._631]
- Conclusie
Mr. Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS128789:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:346, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑1932
- Wetingang
(BW art. 374a.)
Essentie
Ontzetting onderl. macht. Welk oogenblik beslissend (beschikking Rechtb., indiening verzoekschrift, ingrijpen O. v. J.). Ingetreden verbetering voordat de beslissing werd gegeven
Samenvatting
Hof: Bij het indienen van het verzoek was de toestand, tengevolge van het vertrek der moeder en het ingrijpen van den O. v. J., die de kinderen naar een gesticht had laten brengen, geheel veranderd, doch tot aan dat ingrijpen was de toestand van vervuiling blijven bestaan, terwijl de al of niet ontzetting moet worden beoordeeld naar den toestand tot op het oogenblik van het ingrijpen. Vonnis Rb. vernietigd en alsnog ontzetting uitgesproken.
Proc.-Gen. Tak: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.