Einde inhoudsopgave
Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden
3.5.11.1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
Na indiening van het (aanvullend) verweerschrift of het verstrijken van de termijn voor indiening daarvan zal de zaak worden verwezen naar de rolzitting van de eerste enkelvoudige kamer voor het fourneren van stukken, tenzij partijen dat voordien reeds hebben gedaan. Partijen dienen hun procesdossiers – vergezeld van een behoorlijke inventarislijst – waarin zich ook bevinden de stukken van de eerdere instanties (alsmede het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in vorige instantie) over te leggen.