Einde inhoudsopgave
Wet op de accijns
Artikel 8a [Definitie niet-mousserende wijn]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
22-12-2021, Stb. 2021, 656 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35918)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2021, Stb. 2021, 656 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35918)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Onder niet-mousserende wijn worden verstaan alle producten van GN-codes 2204 en 2205, met uitzondering van mousserende wijn als bedoeld in artikel 9, eerste lid, met:
- a.
een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol maar niet meer dan 15%vol, voor zover de alcohol in het eindproduct volledig door gisting is verkregen; of
- b.
een alcoholgehalte van meer dan 15%vol maar niet meer dan 18%vol, voor zover zij zonder enige verrijking zijn geproduceerd en de alcohol in het eindproduct volledig door gisting is verkregen.
2.
Onder niet-mousserende wijn worden mede verstaan alle niet in het eerste lid bedoelde producten van GN-codes 2204 en 2205, alsmede producten van GN-code 2206, die ingevolge artikel 6 niet als bier en ingevolge artikel 9, tweede lid, niet als mousserende wijn worden aangemerkt, met:
- a.
een alcoholgehalte van meer dan 1,2%vol maar niet meer dan 10%vol; of
- b.
een alcoholgehalte van meer dan 10%vol maar niet meer dan 15%vol, voor zover de alcohol in het product volledig door gisting is verkregen.