Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 16.64a (kennisgeving)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
10-06-2020, Stb. 2020, 262 jo Stb. 2020, 211 (uitgifte: 26-06-2020, kamerstukken: 35395)
01-07-2020, Stb. 2020, 262 jo Stb. 2020, 211 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Als het bevoegd gezag naar aanleiding van de aanvraag om een omgevingsvergunning van oordeel is dat geen omgevingsvergunning nodig is, wordt dat vermeld in de kennisgeving, bedoeld in artikel 16.64, derde lid.
2.
Als het gaat om een besluit tot verlening van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, wordt dat vermeld in de kennisgeving, bedoeld in artikel 16.64, derde lid.