RvdW 2011/1162
HR: art. 81 RO (zie HR 20/09/2011 LJN BP 6016).
HR 20-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP5996
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 september 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen, C.H.W.M. Sterk, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/01813
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BP5996
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP5996, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP5996, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2011
Essentie
HR: art. 81 RO (zie HR 20/09/2011 LJNBP 6016).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 10 april 2009, nummer 20/001530-07, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Vellinga:
1.
Verdachte is door het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch wegens 1. ‘Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, terwijl hij leider van deze organisatie was’ en 2. ‘Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.