Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 108b [Wijziging effectenbewaarinstelling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
24-11-2023, Stb. 2024, 10 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken: 2023000277)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2023, Stb. 2024, 10 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken: 2023000277)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Met betrekking tot een voornemen tot wijziging als bedoeld in artikel 4:27a, tweede lid, van de wet legt de centrale effectenbewaarinstelling over aan de Autoriteit Financiële Markten:
- a.
een beschrijving van de voorgenomen wijziging;
- b.
gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten redelijkerwijs kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen in de artikelen 26 tot en met 38 en 48 tot en met 53 van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen is bepaald.
2.
De centrale effectenbewaarinstelling geeft geen uitvoering aan het voornemen voordat de Autoriteit Financiële Markten heeft ingestemd met de wijziging.
3.
Voordat de Autoriteit Financiële Markten besluit omtrent instemming, stelt zij de Nederlandsche Bank in kennis van het voorgenomen besluit. Bijlage 12, onder 4, tweede en derde lid, van het Besluit EU-verordeningen Wft, is van overeenkomstige toepassing.
4.
De Autoriteit Financiële Markten neemt een besluit omtrent instemming:
- a.
binnen zes weken na ontvangst van de kennisgeving;
- b.
indien de Autoriteit Financiële Markten binnen twee weken na ontvangst van de kennisgeving om nadere gegevens heeft verzocht, binnen zes weken na ontvangst van die gegevens, doch uiterlijk binnen dertien weken na ontvangst van de kennisgeving; of
- c.
indien de Autoriteit Financiële Markten de Nederlandsche Bank in kennis heeft gesteld van het voorgenomen besluit ingevolge het derde lid, binnen tien weken na de inkennisstelling.