Einde inhoudsopgave
Circulaire Nederlanderschap in relatie tot verblijfsrecht (Vreemdelingencirculaire)
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 09-08-2000
- Bronpublicatie:
04-08-2000, Stcrt. 2000, 152 (uitgifte: 09-08-2000, regelingnummer: 5042399/00/IND)
- Inwerkingtreding
09-08-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-08-2000, Stcrt. 2000, 152 (uitgifte: 09-08-2000, regelingnummer: 5042399/00/IND)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Artikel 15, aanhef en onder c van de Rijkswet op het Nederlanderschap luidt:
Het Nederlanderschap gaat voor een meerderjarige verloren:
wanneer de betrokkene na zijn meerderjarigheid gedurende een ononderbroken periode van 10 jaren woonplaats buiten Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba heeft in het land waarin hij is geboren en waarvan hij eveneens de nationaliteit bezit, anders dan in dienstverband met Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba dan wel een internationaal orgaan waarin het Koninkrijk is vertegenwoordigd, of als echtgenoot van een persoon met een zodanig dienstverband.
Artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap luidt:
1
Een ieder die, buiten een bij enige in een der delen van het Koninkrijk gevestigde rechterlijke instantie of een in administratief beroep aanhangige zaak, daarbij onmiddellijk belang heeft, kan bij de rechtbank te 's-Gravenhage of, indien hij in de Nederlandse Antillen of Aruba woonachtig is, bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba een verzoek indienen tot vaststelling van zijn Nederlanderschap of tot vaststelling dat hij het Nederlanderschap niet bezit. Het verzoek kan ook strekken tot de vaststelling dat de betrokkene op een bepaald tijdstip het Nederlanderschap al dan niet bezat.
2
Een verzoek als in het vorige lid bedoeld kan ook ten aanzien van een overledene worden gedaan.