Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 10-05-2000
- Redactionele toelichting
De titel en de preambule zijn gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1999, 182).
- Bronpublicatie:
19-06-1997, Trb. 1998, 159 (uitgifte: 24-06-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-05-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-1999, Trb. 1999, 182 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Verdrag van 19 juni 1997
De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie,
Bijeengeroepen te Genève door de Raad van beheer van het Internationaal Arbeidsbureau en aldaar bijeengekomen op 3 juni 1997 in haar vijfentachtigste zitting; en
Gelet op de bepalingen van het Verdrag betreffende bureaus voor arbeidsbemiddeling welke voor hun bemiddeling betaling vragen (herzien), 1949, en
Zich bewust van het belang van flexibiliteit in het functioneren van de arbeidsmarkten, en
In herinnering brengend dat de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar eenentachtigste zitting in 1994 van oordeel was dat de Internationale Arbeidsorganisatie ertoe moest overgaan het Verdrag betreffende bureaus voor arbeidsbemiddeling welke voor hun bemiddeling betaling vragen (herzien), 1949, te herzien, en
Overwegend dat de omstandigheden waarin particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling opereren zeer verschillen van de omstandigheden die heersten ten tijde van de aanneming van het bovengenoemde Verdrag, en
Erkennend de rol die particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling in een goed functionerende arbeidsmarkt kunnen spelen, en
In herinnering brengend de noodzaak werknemers tegen misbruik te beschermen, en
Erkennend de noodzaak het recht van vrijheid van vakvereniging te waarborgen en collectieve onderhandelingen en de sociale dialoog als onontbeerlijke elementen van een goed functionerend stelsel van arbeidsverhoudingen te bevorderen, en
Gelet op de bepalingen van het Verdrag betreffende de organisatie van de dienst voor de werkgelegenheid, 1948, en
In herinnering brengend het Verdrag betreffende gedwongen arbeid, 1930, het Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht, 1948, het Verdrag betreffende het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen, 1949, het Verdrag betreffende discriminatie (arbeid en beroep), 1958, het Verdrag betreffende werkgelegenheidspolitiek, 1964, het Verdrag betreffende de minimumleeftijd, 1973, het Verdrag ter bevordering van werkgelegenheid en bescherming tegen werkloosheid, 1988, alsmede de bepalingen inzake werving en plaatsing in het Verdrag betreffende migrerende arbeiders (herzien), 1949, en het Verdrag betreffende migrerende werknemers (aanvullende bepalingen), 1975, en
Besloten hebbend tot het aannemen van bepaalde voorstellen met betrekking tot de herziening van het Verdrag betreffende bureaus voor arbeidsbemiddeling, welke voor hun bemiddeling betaling vragen (herzien), 1949, welk onderwerp als vierde punt op de agenda van de zitting voorkomt, en
Vastgesteld hebbend dat deze voorstellen de vorm dienen te krijgen van een internationaal verdrag,
neemt heden, de negentiende juni van het jaar negentienhonderd zevenennegentig, het volgende Verdrag aan, dat kan worden aangehaald als het ‘Verdrag betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling, 1997’:
Verdragpartijgroep