NJ 2020/337
Procesrecht. Mondelinge uitspraak volgens art. 30p Rv dan wel conform bestaande praktijk; nadere regels over mondelinge uitspraken.
HR 20-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:650, m.nt. H.B. Krans
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 april 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00283
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
H.B. Krans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS233220:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:650, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:301, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Mondelinge uitspraak volgens art. 30p Rv dan wel conform bestaande praktijk; nadere regels over mondelinge uitspraken.
Samenvatting
De eisen die art. 30p Rv stelt aan de mogelijkheid tot het doen van een mondelinge uitspraak (alle partijen zijn bij mondelinge behandeling verschenen; de uitspraak dient te worden vastgelegd in een proces-verbaal van de zitting dat naar zijn aard alleen ter zitting mondeling medegedeelde gronden kan bevatten en er is geen ruimte voor een uitgeschreven uitspraak na een mondelinge uitspraak) zijn nieuw ten opzichte van de bestaande praktijk en de daaraan verbonden bezwaren zijn aanmerkelijk. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.