Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 32 Nadere eisen nabestaandenpensioen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Indien een beroepspensioenregeling voorziet in een nabestaandenpensioen wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a.
een nabestaandenpensioen bij overlijden voor pensioendatum betreft een nabestaandenpensioen op risicobasis en de hoogte is diensttijdonafhankelijk;
- b.
een partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum betreft een partnerpensioen op opbouwbasis;
- c.
indien sprake is van een partnerpensioen, voorziet de beroepspensioenregeling voor alle partnerrelaties in partnerpensioen en wordt geen onderscheid gemaakt al naar gelang het type partnerrelatie; en
- d.
indien sprake is van een wezenpensioen wordt in de beroepspensioenregeling bepaald dat het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het kind 25 jaar wordt.
2.
Voor de toepassing van deze wet kan een beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot op enig moment slechts één partner hebben. Indien de beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot op dat moment meer dan één partner zou hebben, wordt alleen de partner uit de oudste relatie als partner in de zin van deze wet aangemerkt.
3.
Elk beding in strijd met dit artikel is nietig.