Rb. Leeuwarden, 07-06-2012, nr. AWB 10/2631
ECLI:NL:RBLEE:2012:BW9471
- Instantie
Rechtbank Leeuwarden
- Datum
07-06-2012
- Zaaknummer
AWB 10/2631
- LJN
BW9471
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBLEE:2012:BW9471, Uitspraak, Rechtbank Leeuwarden, 07‑06‑2012; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2014:6884, Bekrachtiging/bevestiging
- Vindplaatsen
Uitspraak 07‑06‑2012
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Margeregeling. Belanghebbende heeft de margeregeling ter zake van de verkoop van caravans ten onrechte toegepast, nu hij wist of redelijkerwijs had behoren te weten dat de leverancier van de caravans de margeregeling ten onrechte heeft toegepast. Beginselen van behoorlijk bestuur. Sopropé-arrest. Geen vernietiging van de naheffingsaanslag.
Partij(en)
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector bestuursrecht, belastingkamer
procedurenummer: AWB 10/2631
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 juni 2012 als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in het geding tussen
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
eiseres,
gemachtigde [gemachtigde eiseres],
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/kantoor Emmen,
verweerder,
gemachtigden: [gemachtigden verweerder].
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [nummer]) omzetbelasting (OB) opgelegd ten bedrage van € 268.035. Verweerder heeft hierbij bij beschikking aan eiseres een bedrag van € 28.127 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 19 november 2010 de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 22 december 2010, ontvangen bij de rechtbank op 23 december 2010, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 maart 2012 te Leeuwarden.
Namens eiseres is daar verschenen [X], bijgestaan door eiseres' gemachtigde en [bijstand]. Verweerder is daar vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.
Verweerder heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan de rechtbank en aan de wederpartij, welke pleitnota met instemming van partijen wordt geacht ter zitting te zijn voorgedragen. Eiseres heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan verweerder.
Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
- 1.1.
Eiseres is een fiscale eenheid (FE) voor de omzetbelasting. Deze FE bestaat uit [Y] B.V., [Z] B.V. en [X].
- 1.2.
Alle aandelen van [Z] B.V. worden gehouden door [Y] B.V. Enig aandeelhouder van [Y] B.V. is de heer [X]. De heer [X] en [Y] B.V. voeren de directie over [Z] B.V.
- 1.3.
De ondernemingsactiviteiten van eiseres bestaan uit de in- en verkoop, verhuur, onderhoud en reparatie van gebruikte en nieuwe caravans. Eiseres is gespecialiseerd in een drietal merken: [merken].
- 1.4.
In de jaren 2005 tot en met 2008 heeft eiseres ten minste 165 caravans van het merk [merk] ingekocht. Daarvan zijn 161 ingekocht van Handelsonderneming [A].
- 1.5.
Op de onder 1.4 vermelde (161) leveringen heeft [A] de margeregeling toegepast als wederverkoper. Op de door [A] aan eiseres uitgereikte facturen stond de term "margewagen" vermeld.
- 1.6.
[A] heeft deze caravans gekocht bij [B], een caravandealer in [vestigingsplaats], Duitsland.
- 1.7.
[B] heeft deze caravans gekocht van de fabrikant, [fabrikant] te [vestigingsplaats], Duitsland.
- 1.8.
Eiseres heeft bij iedere inkoop van een caravan de zogenoemde Zulassungsbescheinigung Teil I en II gekregen. Op de Zulassungsbescheinigung Teil II is vermeld op wiens naam de caravan heeft gestaan. Hierop is tevens de datum vermeld waarop de caravan door de fabrikant is geregistreerd, wanneer het kenteken op naam van [B] is gezet, en of er een opvolgende Duitse eigenaar is geweest die het kenteken op naam heeft gehad.
- 1.9.
De kentekens van de onder 1.5 vermelde caravans hebben in geen van de gevallen op naam gestaan van een particulier, en evenmin op naam van [A].
- 1.10.
In nagenoeg alle gevallen is het tijdsbestek tussen de eerste kentekenregistratie van de onder 1.5 vermelde caravans door de fabrikant en de tenaamstelling van [B] slechts enkele dagen geweest. De kentekens van de onder 1.5 vermelde caravans hebben in nagenoeg alle gevallen slechts enkele dagen op naam gestaan van [B].
- 1.11.
Eiseres heeft de onder 1.5 vermelde caravans in de jaren 2005 tot en met 2008 doorverkocht met gebruikmaking van de zogenoemde margeregeling.
- 1.12.
Op 3 februari 2009 is verweerder bij eiseres een boekenonderzoek gestart naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2004 tot en met 31 december 2008. Volgens de aankondiging en de rapportage is het onderzoek beperkt tot:
- -
vaststellen of de aankopen in de lidstaten van de Europese Unie juist en volledig als verwerving in de onderhavige aangiften omzetbelasting zijn aangegeven;
- -
de toepassing van de margeregeling.
- 1.13.
Op 10 maart 2009 en 1 april 2009 hebben op verzoek van eiseres gesprekken plaatsgevonden tussen verweerder en eiseres, over enkele fiscale kwesties met betrekking tot de margeregeling. Deze besprekingen zijn in een tweetal verslagen vastgelegd.
- 1.14.
Op 10 maart 2010 heeft de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) bij eiseres een inval gedaan. Daarbij is aan eiseres de in het procesverloop vermelde naheffingsaanslag OB, met dagtekening 10 maart 2010, uitgereikt, die direct invorderbaar is gesteld. Op de gehele voorraad caravans van eiseres is beslag gelegd.
- 1.15.
De uitkomsten van het onder 1.12 vermelde boekenonderzoek, heeft verweerder vastgelegd in een rapport van 21 september 2010. In dit rapport heeft verweerder - onder meer - geschreven:
"Verklaringen verdachte [C]
Uit stukken van het strafrechtelijk onderzoek blijkt voorts dat verdachte [C] (inmiddels ex-werknemer van [Z]) o.a. het navolgende heeft verklaard:
- -
Ik weet dat de caravans van de heer [A] zijn betrokken. Over de verdere inkoop weet ik niets, dat regelde [X]. Het gehele inkooptraject lag bij [X]. Als [X] er niet was dan nam ik dat tijdelijk op mij. De eindverantwoording bleef bij [X];
(…)
- -
Op de vraag: Klopt het dat u bij de verkoop van caravans een lijst met prijzen had waarop vermeld stond welke prijs [Z] bij [A] moest betalen? Die lijst was aanwezig, maar die gebruikte ik eigenlijk niet omdat ik de prijzen uit mijn hoofd wist die wij moesten rekenen naar de klant. De prijs die [Z] hanteerde werd door [X] vastgesteld en moest door de verkopers worden gebruikt. Daar zat dan ook geen ruimte meer tussen;
- -
Op de vraag: Verkocht u, namens [Z] nieuwe of gebruikte [merk] caravans aan de klanten? In principe nieuw, ondanks dat ze in feite gebruikt waren. U vraagt wat ik bedoel met gebruikt, Daarmee bedoel ik dat ze in [buitenland] op kenteken hadden gestaan dus eigenlijk op papier waren gebruikt. U vraagt mij of ze ook daadwerkelijk waren gebruikt. Nee daar zag het niet naar uit. Het waren gewoon nieuwe caravans. Ik heb hierover met [X] wel eens gesproken omdat ik ook verantwoordelijk was voor de tenaamstelling van de kentekens door de RDW in Nederland. Ik zag dan op de kentekens staan dat er wel een datum eerste afgifte op stond en daardoor eigenlijk niet nieuw was maar door ons wel als nieuw aan de klanten werd verkocht. Wij hadden in 2009 bijvoorbeeld het allernieuwste model van [merk] als eerste caravanhandelaar in Nederland. Die caravan hadden wij via [A] gekocht en dat kan dan moeilijk een gebruikte zijn;
- -
Op de vraag: Leverde [A] nieuwe of gebruikte caravans aan [Z]? Het waren nieuwe caravans. Zoals ik eerder vertelde alleen op papier gebruikt. Deze caravans hadden geen vorige eigenaar of gebruiker gehad dat was wel duidelijk. U vraagt mij of het voorkwam dat het plastic nog op de matrassen en de wc-bril zat en de folie op de ramen. Ja dat was zo. U vraagt mij of het klopt dat bij de aflevering van een nieuwe [merk] caravan nog een doosje met spullen zat die door [Z] aan de caravan moest worden gemonteerd. Ja dat klopt, een dergelijk doosje zat bij de nieuwe caravans die door [A] werden geleverd;
- -
Ja dat klopt, ik heb wel eens meegemaakt dat [A] mij vertelde dat de door mij op dat moment aan de klant verkochte [merk] caravan pas later kon worden geleverd omdat de caravan nog uit de fabriek moest komen. Ik heb daar met [X] wel eens over gesproken;
- -
Op de vraag: Hoe controleerde u dat u ook de juiste caravan kreeg aangeleverd die u van [A] had aangekocht. Waaraan kon u dat zien? Wij wisten welke caravan door [A] wanneer werd gebracht. We keken dan of er geen schade aan de caravan was. We keken wanneer er extra fabriekopties op moesten zitten of die er ook daadwerkelijk op zaten. U vraagt mij naar die fabriekopties? Dat was bijvoorbeeld een afwijkende bekleding verzwaarde steunen, verhoogde aslast en bijvoorbeeld een serviceluik en dat soort zaken;
- -
Op de vraag: Kunt u ons aangeven welke officiële documenten bij de caravans die op deze wijze via [A] werden aangekocht aanwezig moeten zijn? Hoe komt u aan deze wetenschap? Dat waren de het Duitse deel 1 en deel 2 de zogenaamde Fahrzeugbrief. Die werden door [A] bij de caravan meegeleverd. Op een bepaald moment weet je dat soort zaken. Doorgaans nam [X] de caravans in ontvangst, nam de papieren en de facturen in ontvangst en betaalde [A]. Ik deed dat enkel en alleen als [X] er niet was of van [X] daartoe de opdracht kreeg;(…).
Verklaringen verdachte [A]
Verdachte [A] is meerdere keren gehoord. Hij heeft uitgebreid verklaard over zijn aandeel in de fraude. Hij heeft meerdere keren verklaard dat hij nieuwe caravans heeft gekocht van [B] in Duitsland en dat hij deze caravans als marge caravans heeft doorverkocht aan de caravanhandelaren. Hij verklaarde onder meer:
Meestal kocht ik caravans op bestelling van mijn Nederlandse afnemers.
De afnemers van mijn caravans konden weten dat het om nieuwe caravans ging die ik verkocht aan hen omdat bijvoorbeeld de gaspitten waren afgeplakt met plastic en de toiletpot was met plastic afgeplakt en de koelkast ook. Bij alles wat ik heb wel verteld teken ik aan dat ik de caravans "gebruikt" maakte omdat er een Duits kenteken bijzat op alle caravans waarop de naam van caravanhandel [B] op het kenteken stond.
Ik heb mijn klanten nooit voorgelogen ze wisten allemaal dat het nieuwe caravans waren, ze wisten heel goed hoe het zat, ze wisten alleen niet hoe ik het deed.
"Ik kan aan deze caravan zien dat het een caravan is geweest die op bestelling door mij aan [Z] is geleverd. Dat weet ik omdat het een hele dure caravan betreft: type [type] dat is een caravan met onder andere leren banken enzovoort. Zulke dure caravans kocht ik nooit als ik niet zeker wist dat ik hem al had doorverkocht.
Ook de vermelding "Margewagen" op deze factuur is onjuist. Maar ik vermeldde dat op de facturen omdat dat de manier was waarop ik de caravans in Nederland kon verkopen. Dat wilden mijn afnemers ook zo, die stonden er op dat de vermelding: "margewagen" op de factuur werd vermeld. Die vermelding maakte mijn handel eigenlijk interessant.
De factuur is door mij vals opgemaakt en ik heb de facturen aan mijn afnemers aangeleverd zodat zij ze in hun boekhouding konden gebruiken als bewijs dat het om een caravan ging die onder de margeregeling viel terwijl dit niet zo was, omdat het altijd om een nieuwe caravan ging.
"Ja dat klopt ik heb daaraan meegewerkt op verzoek van afnemers en daarom marge vermeld terwijl ik wist dat het een gewoon een nieuwe caravan was. Ik merk verder op dat ik in dit setje documenten een factuur [kenmerk] zie. Daarover kan ik verklaren dat dit een caravan is met verzwaarde uitdraaisteunen en een speciale beugel voor het reservewiel. Dit zijn accessoires die speciaal moeten worden opgegeven zodat dit in de fabriek tijdens de productie van de caravan kan worden gemonteerd. Dit is dus een caravan die op bestelling van [Z] geleverd is. Dan kun je als [X] toch niet echt ontkennen dat hier nog sprake is van een gebruikte caravan, die onder een margeregeling kan vallen. Dat geld overigens voor de meeste caravans van [Z]. Meestal waren dat bestelde caravans en maar
zelden kon dit direct uit de voorraad van [B] worden geleverd. U vraagt mij naar de gemiddelde levertijden, dat was afhankelijk van het model en type. De wat kleinere caravans dus de [nummers] serie waren bijna altijd voorradig en konden dus snel door mij worden geleverd.
De wat grotere modellen waren eigenlijk altijd op bestelling en de levertijd was dat tussen de twee en acht weken.
Een enkele keer zelfs 16 weken omdat de productie in de fabriek van bepaalde modellen twee keer per seizoen plaatsvindt, en we dan moesten wachten tot de volgende serie van de band liep.".
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus gegeven door mr. M. van den Bosch, mr. G.B.A. Brummer en mr. M.S.J. Pijnenburg-Braspenning, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Hiemstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2012.
w.g. M. Hiemstra
w.g. M. van den Bosch
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen: