RvdW 2017/816
Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Art. 2 Wet Bopz. Schending hoor en wederhoor.
HR 07-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1275
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
17/01707
- Conclusie
Plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1275, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:600, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑05‑2017
Essentie
wet Bopz. Voorlopige machtiging. Art. 2 Wet Bopz. Schending hoor en wederhoor.
Partij(en)
[betrokkene], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. M.A.M. Wagemakers,
tegen
De Officier van Justitie in het arrondissement Rotterdam, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Feiten en procesverloop
1.1
Op 11 januari 2017 heeft de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam de rechtbank aldaar verzocht een voorlopige machtiging te verlenen om verzoekster in cassatie (geboren in 1932, hierna: betrokkene) in een psychiatrisch ziekenhuis (verpleeginrichting) te doen opnemen. Bij het verzoekschrift was een geneeskundige verklaring gevoegd, d.d. 5 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.