Einde inhoudsopgave
Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013
Artikel 2.46
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2019
- Bronpublicatie:
05-07-2018, Stb. 2018, 236 (uitgifte: 24-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2019, Stb. 2019, 220 (uitgifte: 20-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
1.
Onze Minister kan bij ministeriële regeling categorieën van gevallen aanwijzen, waarin kan worden volstaan met een melding in plaats van een aanvraag tot wijziging van een vergunning.
2.
In gevallen als bedoeld in het eerste lid, mag het ingeperkt gebruik overeenkomstig de melding plaatsvinden, zodra Onze Minister schriftelijk aan de houder van de vergunning heeft verklaard dat hij kan instemmen met de melding.
3.
Een besluit inzake een verklaring wordt genomen uiterlijk 28 dagen na de melding en is een besluit als bedoeld in artikel 20.3, tweede lid, onderdeel b, van de wet.
4.
Artikel 2.40 is van overeenkomstige toepassing op de verklaring.