Einde inhoudsopgave
Binnenvaartpolitiereglement
Artikel 3.16 Tekens van varende veerponten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Redactionele toelichting
Zie voor de oorspronkelijke plaatsing en voorgaande versies van dit reglement de bijlage bij het Besluit van 26-10-1983, Stb. 682.
- Bronpublicatie:
18-03-2009, Stb. 2009, 164 (uitgifte: 07-04-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2009, Stb. 2009, 164 (uitgifte: 07-04-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Een niet-vrijvarende veerpont moet des nachts voeren:
- a.
een wit helder rondom schijnend licht op een hoogte van tenminste 5 m. Deze hoogte mag echter worden verminderd, indien de lengte van de pont 15 m niet overschrijdt;
- b.
een groen helder rondom schijnend licht ongeveer 1 m boven het onder a bedoelde licht.
2.
De het meest bovenstrooms gelegen ankerschuit of drijver van een veerpont aan een langskabel moet des nachts zijn voorzien van een wit helder rondom schijnend licht, tenminste 3 m boven het wateroppervlak.
3.
Een vrijvarende veerpont moet des nachts voeren:
- a.
een wit helder rondom schijnend licht, bedoeld in het eerste lid, onder a;
- b.
een groen helder rondom schijnend licht, bedoeld in het eerste lid, onder b, en,
- c.
boordlichten en een heklicht. Deze lichten moeten voldoen aan artikel 3.08, eerste lid, onder b en c.