Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 120 Aanvullende bekostiging bij bijzondere omstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 120 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Stb. 2021, 171 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken: 35605)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
In geval van bijzondere omstandigheden van een school, kan Onze Minister in aanvulling op de bekostiging, bedoeld in de artikelen 116 en 119 bekostiging verstrekken aan deze school.
2.
De aanvullende bekostiging vindt plaats:
- a.
op aanvraag van het bevoegd gezag;
- b.
indien nodig, onder het opleggen van verplichtingen aan het bevoegd gezag, en
- c.
voor een bepaalde periode.
3.
De aanvraag wordt niet eerder ingediend dan 16 weken voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de bijzondere omstandigheden zich zullen voordoen en niet later dan in het kalenderjaar waarin die omstandigheden zich hebben voorgedaan.
4.
Onze Minister beslist binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag. Onze Minister kan deze termijn eenmaal met ten hoogste 28 weken verlengen.
5.
Onze Minister kan een bekostigingsplafond instellen voor de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid. In dat geval worden bij ministeriële regeling regels gesteld over de verdeling.