Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Macedonische Regering tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 21-04-1999
- Bronpublicatie:
11-09-1998, Trb. 1998, 238 (uitgifte: 19-10-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-04-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-04-1999, Trb. 1999, 77 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:
- a.
betekenen de uitdrukkingen ‘een Verdragsluitende Staat’ en ‘de andere Verdragsluitende Staat’ de Nederlandse Verdragsluitende Staat of de Macedonische Verdragsluitende Staat, al naar de context vereist; betekent de uitdrukking ‘Verdragsluitende Staten’ de Nederlandse Verdragsluitende Staat en de Macedonische Verdragsluitende Staat;
- b.
omvat het grondgebied van de Verdragsluitende Staten onderscheidenlijk:
- 1.
het in Europa gelegen Nederlandse grondgebied, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen de Nederlandse Verdragsluitende Staat, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsbevoegdheid heeft of soevereine rechten uitoefent met betrekking tot de zeebodem, de ondergrond daarvan en de daarboven gelegen wateren, en hun natuurlijke rijkdommen;
- 2.
het Macedonische grondgebied, in aardrijkskundige zin betekenend het land, de binnenlandse meren en de bodem waarover hij, krachtens internationale rechtspraak en internationaal recht, rechtsbevoegdheid of soevereine rechten heeft voor exploratie, exploitatie, instandhouding en het beheer van natuurlijke rijkdommen;
- c.
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
- d.
betekent de uitdrukking ‘lichaam’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
- e.
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een Verdragsluitende Staat’ en ‘onderneming van de andere Verdragsluitende Staat’ onderscheidenlijk een onderneming uitgeoefend door een inwoner van een Verdragsluitende Staat en een onderneming uitgeoefend door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat;
- f.
betekent de uitdrukking ‘internationaal verkeer’ alle vervoer met een schip of luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming waarvan de plaats van de werkelijke leiding in een Verdragsluitende Staat is gelegen, behalve wanneer het schip of luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Verdragsluitende Staat zijn gelegen;
- g.
betekent de uitdrukking ‘onderdaan’:
- 1.
iedere natuurlijke persoon die de nationaliteit van een Verdragsluitende Staat bezit;
- 2.
iedere rechtspersoon, vennootschap en vereniging die zijn/haar rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving die in een Verdragsluitende Staat van kracht is;
- h.
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’ met betrekking tot elk van de Verdragsluitende Staten:
- 1.
de Nederlandse Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- 2.
de Macedonische Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger.
2.
Voor de toepassing van het Verdrag door een Verdragsluitende Staat heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat moment heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die Staat prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die Staat aan de uitdrukking wordt gegeven.