V-N 2018/13.11
20% revisierente bij afkoop oude lijfrente is geen inbreuk op eigendom
HR (Parket) 16-02-2018, ECLI:NL:PHR:2018:157, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
16 februari 2018
- Zaaknummer
17/01043
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS660532:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Europees belastingrecht / Verdragen EU
Europees belastingrecht / Mensenrechten
Europees belastingrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:627, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:157, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑02‑2018
- Wetingang
art. 30i AWR; art. 1 EP EVRM; art. 3.133 lid 3 Wet IB 2001
Essentie
A-G Niessen is van mening dat de heffing van 20% revisierente niet van elke redelijke grond is ontbloot. Alleen als het wettelijke forfait gedurende langere tijd en in ruime mate niet meer spoort met de werkelijkheid, pas dan kan een moment aanbreken waarbij moet worden geoordeeld dat de regeling in totaliteit in strijd is met het bepaalde in art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM.
Samenvatting
Belanghebbende heeft in het jaar 2014 een lijfrentepolis afgekocht ten bedrage van € 29.820. Daarover is belanghebende revisierente in rekening gebracht. Het hof heeft het betoog van belanghebbende dat de regeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.