NJB 2017/1587
Wet Bopz. Hoor en wederhoor. Tijdens de mondelinge behandeling overhandigt de behandelaar een e-mail van de zoon van betrokkene aan de rechtbank. De beslissing van de rechtbank berust mede op de e-mail. Hoge Raad: Het moet ervoor worden gehouden dat de rechtbank heeft nagelaten betrokkene en haar advocaat in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van de e-mail en zich erover uit te laten. Bij dat uitgangspunt is er sprake van schending van het beginsel van hoor en wederhoor
HR 07-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1275
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
17/01707
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1275, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:600, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Hoor en wederhoor. Tijdens de mondelinge behandeling overhandigt de behandelaar een e-mail van de zoon van betrokkene aan de rechtbank. De beslissing van de rechtbank berust mede op de e-mail. Hoge Raad: Het moet ervoor worden gehouden dat de rechtbank heeft nagelaten betrokkene en haar advocaat in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van de e-mail en zich erover uit te laten. Bij dat uitgangspunt is er sprake van schending van het beginsel van hoor en wederhoor
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. M.A.M. Wagemakers, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.