NJB 2015/208
Rechterlijke motiveringsplicht, in het bijzonder in een systeem van verkorte wijze van afdoening. In casu mocht de Noorse hoger beroepsrechter gelet op de gang van zaken in eerste aanleg niet volstaan met het oordeel dat het hoger beroep kennelijk geen kans van slagen had
EHRM 02-10-2014, ECLI:CE:ECHR:2014:1002JUD001531909
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
2 oktober 2014
- Zaaknummer
15319/09
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:CE:ECHR:2014:1002JUD001531909, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 02‑10‑2014
- Wetingang
(EVRM art. 6)
Essentie
Rechterlijke motiveringsplicht, in het bijzonder in een systeem van verkorte wijze van afdoening. In casu mocht de Noorse hoger beroepsrechter gelet op de gang van zaken in eerste aanleg niet volstaan met het oordeel dat het hoger beroep kennelijk geen kans van slagen had
Partij(en)
Hansen vs. Noorwegen
Uitspraak
A. Feiten
De klacht is ingediend door de heer Hansen die opkomt tegen de weigering van het gerechtshof (rechtsprekend in tweede instantie) om zijn hoger beroep in behandeling te nemen. Klager en zijn inmiddels voormalige vrouw hebben in 1990 en 1995 huwelijkse voorwaarden vastgesteld. In 1995 zijn zij overeengekomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.