V-N 2022/23.3
Geen rechtsherstel voor belastingplichtige die te laat bezwaar maakt tegen box 3-heffing
HR 20-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:720, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 mei 2022
- Magistraten
Koopman, Wortel, Beukers-van Dooren, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
21/04407
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS648512:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Mensenrechten
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2022
ECLI:NL:HR:2022:720, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:293, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:180, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht geen ambtshalve vermindering heeft verleend voor de IB-aanslagen 2017 en 2018. De gestelde onjuistheid van deze aanslagen volgt namelijk uit nieuwe jurisprudentie.
Samenvatting
X geeft in zijn IB-aangiften 2015-2018 box 1- en box 3-inkomen aan. De inspecteur stelt de box 3-inkomens over die jaren vast overeenkomstig de aangiften. X is het niet eens met deze box 3-heffing en stelt dat deze heffing moeten worden beperkt tot 30% van het in deze jaren daadwerkelijk genoten rendement. Omdat X de bezwaren buiten de bezwaartermijn heeft ingediend, merkt de inspecteur de bezwaarschriften aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.