Einde inhoudsopgave
Douaneovereenkomst inzake het carnet A.T.A. voor de tijdelijke invoer van goederen (A.T.A.-Overeenkomst)
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 30-07-1963
- Bronpublicatie:
06-12-1961, Trb. 1963, 128 (uitgifte: 29-08-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-07-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-1961, Trb. 1963, 128 (uitgifte: 29-08-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Douane (V)
1.
De Overeenkomstsluitende Partijen, in vergadering bijeen overeenkomstig artikel 18 van deze Overeenkomst, kunnen wijzigingen van deze Overeenkomst aanbevelen.
2.
De tekst van elke aldus aanbevolen wijziging wordt door de Secretaris-Generaal van de Raad medegedeeld aan alle Overeenkomstsluitende Partijen, aan alle andere Staten die haar hebben ondertekend of ertoe zijn toegetreden, aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, aan de Verdragsluitende Partijen bij de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel en aan de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.
3.
Binnen een termijn van zes maanden na de datum waarop de aanbevolen wijziging is medegedeeld, kan elke Overeenkomstsluitende Partij aan de Secretaris-Generaal van de Raad mededelen:
- (a)
hetzij dat zij bezwaren heeft tegen de aanbevolen wijziging;
- (b)
hetzij dat, hoewel zij voornemens is de aanbevolen wijziging te aanvaarden, aan de voor deze aanvaarding noodzakelijke vereisten in haar land nog niet is voldaan.
4.
Indien een Overeenkomstsluitende Partij die een mededeling als bedoeld in het derde lid, onder (b), van dit artikel heeft gedaan, de Secretaris-Generaal niet van de aanvaarding in kennis heeft gesteld, kan zij, gedurende een termijn van negen maanden na afloop van de termijn van zes maanden als bedoeld in het derde lid van dit artikel, bezwaren tegen de aanbevolen wijziging indienen.
5.
Indien tegen de aanbevolen wijziging bezwaren zijn ingediend overeenkomstig de bepalingen van het derde en vierde lid van dit artikel, wordt deze wijziging geacht niet te zijn aanvaard en blijft deze zonder gevolg.
6.
Indien geen bezwaren tegen de aanbevolen wijziging zijn ingediend overeenkomstig de bepalingen van het derde en vierde lid van dit artikel, wordt de wijziging geacht te zijn aanvaard met ingang van de volgende data:
- (a)
indien geen der Overeenkomstsluitende Partijen een mededeling als bedoeld in het derde lid, onder (b), van dit artikel heeft ingezonden: na het verstrijken van de termijn van zes maanden bedoeld in het derde lid;
- (b)
indien een of meer Overeenkomstsluitende Partijen een mededeling als bedoeld in het derde lid, onder (b), van dit artikel hebben gedaan, op de eerste van de twee volgende data:
- (i)
de datum waarop alle Overeenkomstsluitende Partijen die zodanige mededelingen hebben gedaan, de Secretaris-Generaal van de Raad kennis hebben gegeven van hun aanvaarding van de aanbevolen wijzigingen, met dien verstande dat, indien van alle aanvaardingen kennis is gegeven vóór het verstrijken van de termijn van zes maanden als bedoeld in het derde lid van dit artikel, daarvoor in de plaats treedt de datum van het verstrijken van de termijn van zes maanden;
- (ii)
de datum van afloop van de termijn van negen maanden als bedoeld in het vierde lid van dit artikel.
7.
Elke wijziging die geacht wordt te zijn aanvaard, treedt in werking zes maanden na de datum waarop zij wordt geacht te zijn aanvaard.
8.
De Secretaris-Generaal van de Raad stelt alle Overeenkomstsluitende Partijen zo spoedig mogelijk in kennis van alle overeenkomstig het derde lid, onder (a), van dit artikel ingediende bezwaren, alsmede van alle overeenkomstig het derde lid, onder (b), van dit artikel gedane mededelingen. Hij stelt daarna alle Overeenkomstsluitende Partijen ervan in kennis dat de Overeenkomstsluitende Partij of Partijen die een zodanige mededeling hebben gedaan bezwaar maken tegen de aanbevolen wijziging, dan wel deze aanvaarden.
9.
Elke Staat die deze Overeenkomst bekrachtigt of ertoe toetreedt, wordt geacht de wijzigingen te hebben aanvaard, die van kracht zijn op het tijdstip van de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging of toetreding.