Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 8 Zeevaart en luchtvaart
Geldend
Geldend vanaf 24-01-1984
- Bronpublicatie:
17-11-1982, Trb. 1982, 191 (uitgifte: 24-12-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-01-1984
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-02-1984, Trb. 1984, 23 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voordelen uit de exploitatie van luchtvaartuigen in internationaal verkeer zijn slechts belastbaar in de Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
2.
Voordelen uit de exploitatie van schepen in internationaal verkeer mogen worden belast in de Staat waarin de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
Indien echter de exploitatie van een schip in de andere Staat anders dan van voorbijgaande aard is, mogen deze voordelen overeenkomstig de wetgeving van die Staat ook in die andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre die voordelen uit die andere Staat worden verkregen.
Voor de toepassing van dit lid:
- a)
worden onder ‘voordelen die uit de andere Staat worden verkregen’ verstaan voordelen behaald met het vervoer van passagiers die in de andere Staat aan boord zijn gegaan of vracht die in de andere Staat is ingeladen;
- b)
overschrijdt het bedrag van deze voordelen niet 6 percent van de ontvangsten ter zake van zodanig vervoer;
- c)
wordt de belasting die in de andere Staat over het bedrag van deze voordelen kan worden geheven verminderd met 50 percent.
3.
De bepalingen van het eerste en tweede lid van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot voordelen uit de deelneming van ondernemingen die zich bezighouden met de exploitatie van schepen en luchtvaartuigen in internationaal verkeer, in een ‘pool’, een gemeenschappelijke onderneming of een internationaal geëxploiteerd agentschap, in elke vorm van samenwerking.
4.
Indien de plaats van de werkelijke leiding van een scheepvaartonderneming zich aan boord van een schip bevindt, wordt deze plaats geacht te zijn gelegen in de Staat waar de thuishaven van het schip is gelegen, of, indien er geen thuishaven is, in de Staat waarvan de exploitant van het schip inwoner is.