Einde inhoudsopgave
Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie
Artikel 4 Hoogte van de aanvullende uitkering
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
13-12-2010, Stb. 2010, 814 (uitgifte: 21-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2010, Stb. 2010, 814 (uitgifte: 21-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
Indien de duur van de bovenwettelijke uitkering, berekend op basis van artikel 2, ten minste gelijk is aan de duur van de WW-uitkering, berekend op basis van de artikelen 42 of 52g van de Werkloosheidswet, wordt de WW-uitkering gedurende de eerste twee maanden tot 85%, gedurende de daaropvolgende tien maanden tot 80%, gedurende de daaropvolgende zes maanden tot 75% en vervolgens tot 70% van het voor de betrokkene geldende dagloon aangevuld.
2.
Indien de duur van de bovenwettelijke uitkering, berekend op basis van artikel 2, korter is dan de duur van de WW-uitkering, berekend op basis van de artikelen 42 of 52g van de Werkloosheidswet, wordt de uitkering, bedoeld in de artikelen 42 of 52g van de Werkloosheidswet, gedurende de eerste twee maanden tot 85%, gedurende de daaropvolgende tien maanden tot 80%, gedurende de daarop volgende zes maanden tot 75% en vervolgens tot 70% aangevuld.
3.
Voor de toepassing van dit artikel wordt de WW-uitkering steeds geacht door de betrokkene onverminderd te zijn genoten.