RVR 2017/2
Bestemmingsplanafwijking. Bestaat er een rechtsregel op grond waarvan een ruimtelijke onderbouwing bij een bestemmingsplanafwijking moet zijn opgesteld door een onafhankelijke en onpartijdige persoon of instantie met een bijzondere deskundigheid?
ABRvS 30-11-2016, ECLI:NL:RVS:2016:3161
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
30 november 2016
- Magistraten
Mrs. C.H.M. van Altena, W. Sorgdrager, G.M.H. Hoogvliet
- Zaaknummer
201503587/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925335:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:3161, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 30‑11‑2016
- Wetingang
Art. 2.1 lid 1 aanhef en onder c, 2.12 lid 1 aanhef en onder a onder 3 Wabo.
Essentie
Bestemmingsplanafwijking.
Bestaat er een rechtsregel op grond waarvan een ruimtelijke onderbouwing bij een bestemmingsplanafwijking moet zijn opgesteld door een onafhankelijke en onpartijdige persoon of instantie met een bijzondere deskundigheid?
Samenvatting
Het College van B&W van Breda heeft een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een rijhal mede ten behoeve van de daarin uitgeoefende manege-activiteiten. Omdat deze activiteiten in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan, omvat de omgevingsvergunning mede een bestemmingsplanafwijking, verleend met toepassing van art. 2.12 lid 1 aanhef en onder a onder 3 Wabo. De wet vereist dat de motivering van een dergelijke omgevingsvergunning een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.