Einde inhoudsopgave
Landsverordening winstbelasting [Aruba]
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
19-12-2019, Afkondigingsblad van Aruba 2019, 79 (uitgifte: 20-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2019, Afkondigingsblad van Aruba 2019, 79 (uitgifte: 20-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Een uiteindelijke moederentiteit die haar fiscale vestigingsplaats in Aruba heeft, verstrekt de Inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar een landenrapport als bedoeld in artikel 30 dat betrekking heeft op dat verslagjaar.
2.
Een fiscaal in Aruba gevestigde groepsentiteit die niet de uiteindelijke moederentiteit van een multinationale groep is, verstrekt de Inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan ze een groepsentiteit is, een landenrapport als bedoeld in artikel 30 dat betrekking heeft op dat verslagjaar, indien:
- a.
de uiteindelijke moederentiteit van de multinationale groep niet verplicht is een landenrapport in te dienen in de staat waarvan zij fiscaal inwoner is;
- b.
uiterlijk twaalf maanden na de laatste dag van het verslagjaar met de staat waarvan de uiteindelijke moederentiteit fiscaal inwoner is wel een overeenkomst van kracht is die voorziet in de uitwisseling van inlichtingen, waaronder de automatische uitwisseling van inlichtingen, maar er geen in werking zijnde overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van die staat en Aruba is die voorziet in de automatische uitwisseling van landenrapporten; of
- c.
de Inspecteur de groepsentiteit heeft bericht dat er sprake is van een systematische nalatigheid van de staat waarvan de uiteindelijke moederentiteit fiscaal inwoner is.
3.
Indien meerdere groepsentiteiten van dezelfde multinationale groep fiscaal inwoner zijn van Aruba en aan een of meer van de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b en c, wordt voldaan, kan de multinationale groep één van die groepsentiteiten aanwijzen om uiterlijk binnen twaalf maanden na de laatste dag van het verslagjaar van de multinationale groep te voldoen aan de verplichting tot het verstrekken van een landenrapport als bedoeld in artikel 30 dat betrekking heeft op dat verslagjaar. De aangewezen groepsentiteit bericht de Inspecteur dat de verstrekking van het landenrapport geschiedt om te voldoen aan de verplichtingen die gelden voor alle groepsentiteiten van die multinationale groep die fiscaal inwoner van Aruba zijn.
4.
Een groepsentiteit als bedoeld in het tweede of derde lid is niet verplicht de Inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan ze een groepsentiteit is, een landenrapport als bedoeld in artikel 30 te verstrekken, indien die multinationale groep binnen die termijn een zodanig landenrapport beschikbaar stelt via een surrogaat moederentiteit die dit rapport verstrekt aan de belastingautoriteiten van de staat waarvan zij fiscaal inwoner is, mits:
- a.
de staat waarvan de surrogaat moederentiteit fiscaal inwoner is, het verstrekken van zodanige landenrapporten als bedoeld in artikel 30 verplicht;
- b.
de staat waarvan de surrogaat moederentiteit fiscaal inwoner is, uiterlijk twaalf maanden na het verslagjaar waarop het landenrapport betrekking heeft, een in werking zijnde overeenkomst heeft met Aruba die voorziet in de automatische uitwisseling van landenrapporten;
- c.
de staat waarvan de surrogaat moederentiteit fiscaal inwoner is, de Arubaanse autoriteiten niet in kennis heeft gesteld van een systematische nalatigheid;
- d.
de staat waarvan de surrogaat moederentiteit fiscaal inwoner is, op basis van een regeling vergelijkbaar met artikel 29, eerste lid, door die groepsentiteit in kennis is gesteld van het feit dat die groepsentiteit surrogaat moederentiteit is; en
- e.
de Inspecteur hierover is bericht op basis van artikel 29, tweede lid.
5.
Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op groepsentiteiten van een multinationale groep die in het verslagjaar onmiddellijk voorafgaande aan het verslagjaar waarop het landenrapport betrekking zou hebben minder dan Afl. 1.500.000.000,- aan geconsolideerde groepsopbrengsten heeft behaald.