Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 3.5 [(Niet-)tijdelijk verblijfsrecht]
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2016
- Bronpublicatie:
13-10-2016, Stb. 2016, 408 (uitgifte: 02-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-11-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2016, Stb. 2016, 408 (uitgifte: 02-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Het verblijfsrecht op grond van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd is tijdelijk of niet-tijdelijk.
2.
Tijdelijk is het verblijfsrecht op grond van de verblijfsvergunning, verleend onder een beperking verband houdend met:
- a.
verblijf als familie- of gezinslid, indien de hoofdpersoon:
- 1°
tijdelijk verblijfsrecht heeft, of
- 2°
houder van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is;
- b.
seizoenarbeid;
- c.
overplaatsing binnen een onderneming;
- d.
grensoverschrijdende dienstverlening;
- e.
lerend werken;
- f.
studie;
- g.
het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst;
- h.
uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag;
- i.
medische behandeling;
- j.
tijdelijke humanitaire gronden;
- k.
het afwachten van een verzoek op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van verplichtingen die voortvloeien uit verdragen of uit verbindende besluiten van volkenrechtelijke organisaties, gevallen worden aangewezen waarin het verblijfsrecht, in afwijking van het tweede lid, niet-tijdelijk van aard is.
4.
Indien de verblijfsvergunning is verleend onder een andere beperking dan genoemd in het tweede lid, is het verblijfsrecht niet-tijdelijk, tenzij bij de verlening van de verblijfsvergunning anders is bepaald.