Einde inhoudsopgave
Arbeidsomstandighedenwet
Artikel 28 Stillegging van het werk
Geldend
Geldend vanaf 20-06-2023
- Bronpublicatie:
24-05-2023, Stb. 2023, 184 (uitgifte: 07-06-2023, kamerstukken: 36194)
- Inwerkingtreding
20-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2023, Stb. 2023, 204 (uitgifte: 19-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Een daartoe aangewezen toezichthouder is bevoegd mondeling of bij gedagtekend schrijven te bevelen, dat personen niet mogen blijven in door hem aangewezen plaatsen, of dat door hem aangewezen werkzaamheden worden gestaakt dan wel niet mogen worden aangevangen, indien naar zijn redelijk oordeel dat verblijf of die werkzaamheden ernstig gevaar opleveren voor personen.
2.
Een mondeling bevel wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd aan de werkgever of aan de andere personen, bedoeld in artikel 16, zevende, achtste en negende lid.
3.
De bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt mede in die gevallen, waarin op grond van het bepaalde in artikel 27 aan een gestelde eis nog geen uitvoering behoeft te worden gegeven.
4.
Zodra naar het oordeel van de toezichthouder die een bevel als bedoeld in het eerste lid gaf, geen ernstig gevaar meer aanwezig is, trekt hij het bevel in.
5.
De toezichthouder, die een bevel als bedoeld in het eerste lid gegeven heeft, is bevoegd met betrekking tot dit bevel de nodige maatregelen te treffen, de nodige aanwijzingen te geven en de hulp van de sterke arm in te roepen. De maatregelen en aanwijzingen kunnen onder meer betrekking hebben op het verzegelen van arbeidsmiddelen en arbeidsplaatsen.
6.
Ieder wie zulks aangaat is verplicht zich te gedragen overeenkomstig een bevel, als bedoeld in het eerste lid en een aanwijzing als bedoeld in het vijfde lid.
7.
De bevoegdheden uit het eerste tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien in verband met de epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A1 of een directe dreiging daarvan als bedoeld in de Wet publieke gezondheid, bij of krachtens wettelijk voorschrift dan wel gezien de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening benodigde noodzakelijke maatregelen of voorzieningen die de kans op besmetting van werknemers of derden op arbeidsplaatsen kunnen voorkomen of beperken, in ernstige mate niet worden getroffen.