Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne markt
Artikel 31 Toezicht door de lidstaat waar de dienst wordt verricht bij een tijdelijke verplaatsing van de dienstverrichter
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2006
- Bronpublicatie:
12-12-2006, PbEU 2006, L 376 (uitgifte: 27-12-2006, regelingnummer: 2006/123/EG)
- Inwerkingtreding
28-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2006, PbEU 2006, L 376 (uitgifte: 27-12-2006, regelingnummer: 2006/123/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
1.
Ten aanzien van nationale eisen die eventueel uit hoofde van artikel 16 of 17 zijn gesteld, is de lidstaat waar de dienst wordt verricht, verantwoordelijk voor het toezicht op de activiteiten van de dienstverrichter op zijn grondgebied. In overeenstemming met het Gemeenschapsrecht:
- a)
neemt de lidstaat waar de dienst wordt verricht, alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de dienstverrichter zich aan die eisen in verband met de toegang tot en de uitvoering van de activiteit houdt;
- b)
voert die lidstaat de verificaties, inspecties en onderzoeken uit die nodig zijn om toezicht op de verrichte dienst uit te oefenen.
2.
Wanneer een dienstverrichter zich tijdelijk naar een andere lidstaat begeeft om er een dienst te verrichten zonder er gevestigd te zijn, nemen de bevoegde instanties van die lidstaat ten aanzien van de niet in lid 1 bedoelde eisen, overeenkomstig de leden 3 en 4, deel aan het toezicht op de dienstverrichter.
3.
Op verzoek van de lidstaat van vestiging voeren de bevoegde instanties van de lidstaat waar de dienst wordt verricht verificaties, inspecties en onderzoeken uit, die nodig zijn om een doeltreffend toezicht door de lidstaat van vestiging te waarborgen. De bevoegde instanties handelen daarbij binnen de grenzen van de bevoegdheden die zij in hun lidstaat hebben. De bevoegde instanties kunnen zelf bepalen wat in ieder specifiek geval de meest geschikte maatregelen zijn om aan het verzoek van de lidstaat van vestiging te voldoen.
4.
De bevoegde instanties van de lidstaat waar de dienst wordt verricht, kunnen op eigen initiatief verificaties, inspecties en onderzoeken ter plaatse verrichten, mits deze niet discrimineren, ze niet plaatsvinden omdat de dienstverrichter in een andere lidstaat gevestigd is en ze evenredig zijn.