Asser Procesrecht 8 Arbitrage en bindend advies
Einde inhoudsopgave
Asser Procesrecht/Sanders, Meijer & Ernste 8 2023/256:256 Bewijswaardering.
Asser Procesrecht/Sanders, Meijer & Ernste 8 2023/256
256 Bewijswaardering.
Documentgegevens:
prof. mr. G.J. Meijer, prof. mr. P.E. Ernste, datum 01-06-2023
- Datum
01-06-2023
- Auteur
prof. mr. G.J. Meijer, prof. mr. P.E. Ernste
- JCDI
JCDI:ADS858375:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Wetingang
art. 1039 lid 1 Rv
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De waardering van bewijs is, evenals het geval is bij de gewone rechter (art. 152 lid 2 Rv), overgelaten aan het vrije oordeel van arbiters en bindend adviseurs. Voor arbitrage volgt ook dit uit art. 1039 lid 1 Rv. Op dit punt stemt de Nederlandse Arbitragewet overeen met de UNCITRAL Model Law. Dit uitgangspunt is eveneens neergelegd in art. 27 lid 2 UNCITRAL Arbitration Rules 2021 en in art. 9 lid 1 IBA Rules. Voor bindend advies volgt dit uit het feit dat voor bindend advies geen regels van bewijsrecht zijn opgenomen in art. 7:900-906 BW (of elders) en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.