NJB 2020/1457
Internationaal privaatrecht. Conflictenrecht. Arbeidsrecht. Kennelijk nauwere band. De werkgever verzorgt passagiersvluchten tussen Nederland en Turkije. De werkgever zegt de arbeidsovereenkomst op. De werknemer (copiloot) acht dit in strijd met Nederlands dwingend recht. Het hof overweegt dat niet blijkt dat de arbeidsovereenkomst een kennelijk nauwere band in de zin van art. 8 lid 4 Verordening Rome I met Turkije heeft dan met Nederland. Hoge Raad: Het hof heeft verzuimd om voldoende kenbaar in zijn beoordeling te betrekken enkele van de factoren en omstandigheden waaraan bij de toepassing van de uitzonderingsbepaling van art. 8 lid 4 Verordening Rome I belangrijke betekenis toekomt en waarmee de rechter rekening moet houden
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 mei 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02152
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:958, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1467, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2019
- Wetingang
(art. 8 lid 4 Verordening Rome I)
Essentie
Internationaal privaatrecht. Conflictenrecht. Arbeidsrecht. Kennelijk nauwere band. De werkgever verzorgt passagiersvluchten tussen Nederland en Turkije. De werkgever zegt de arbeidsovereenkomst op. De werknemer (copiloot) acht dit in strijd met Nederlands dwingend recht. Het hof overweegt dat niet blijkt dat de arbeidsovereenkomst een kennelijk nauwere band in de zin van art. 8 lid 4 Verordening Rome I met Turkije heeft dan met Nederland. Hoge Raad: Het hof heeft verzuimd om voldoende kenbaar in zijn beoordeling te betrekken enkele van de factoren en omstandigheden waaraan bij de toepassing van de uitzonderingsbepaling van art. 8 lid 4 Verordening ...