Einde inhoudsopgave
Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen
Artikel 2:14
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 505 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
1.
Indien Onze Minister de maatregel voorwaardelijk of onvoorwaardelijk beëindigt, stelt hij zo spoedig mogelijk de directeur van de inrichting, de raad voor de kinderbescherming en het openbaar ministerie van die beslissing in kennis. Indien de beëindiging voorwaardelijk is verleend, deelt hij daarbij de voorwaarden mede.
2.
Indien de beslissing strekt tot onvoorwaardelijke beëindiging van de maatregel ten aanzien van een jeugdige aan wie reeds voorwaardelijke beëindiging was verleend, brengt Onze Minister de beslissing tevens ter kennis van de reclassering of de jeugdreclassering.