Rb. 's-Hertogenbosch, 13-04-2011, nr. 01/996041-05
ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ0999
- Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Datum
13-04-2011
- Zaaknummer
01/996041-05
- LJN
BQ0999
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ0999, Uitspraak, Rechtbank 's-Hertogenbosch, 13‑04‑2011; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 13‑04‑2011
Inhoudsindicatie
Verdachte heeft met zich met anderen gedurende enkele jaren schuldig gemaakt aan omvangrijke fraude met de omzetbelasting en valsheid in geschrift. Door verdachten werd door middel van valse facturen en onjuist ingevulde CMR-formulieren voorgewend dat Spaanse bedrijven in Nederland auto’s kochten. Verdachte heeft daarbij binnen de rechtspersoon samen met een ander aan deze verboden gedragingen feitelijk leiding gegeven. Verdachte was op de hoogte van het feit dat een van de medeverdachten in Spanje een (schijn)constructie had ingericht om de door hem bij verdachte gekochte auto’s zelf verder te kunnen verhandelen. Het totale bedrag aan ontdoken omzetbelasting bedraagt meer dan 2 miljoen euro. Verdachte wordt als feitelijk leidinggever aan deze gedraging veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftij van 2 jaar.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/996041-05
Datum uitspraak: 13 april 2011
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1942,
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 januari 2011 en 30 maart 2011.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 23 november 2010.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 30 maart 2011 is gewijzigd is aan verdachte tenlastegelegd dat:
- 1.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 1], hierna
te noemen [bedrijf 1], op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 november 2003 tot 01 februari 2005 te Best en/of Eindhoven en/of Heerlen,
in ieder geval in Nederland, tezamen in vereniging met een ander of anderen,
althans [bedrijf 1](telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene
aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten
- (een)
aangifte(n) voor de omzetbelasting over de maand(en) november 2003 tot
en met december 2004 (D/487 t/m D/500) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben
gedaan, immers heeft/hebben [bedrijf 1]en/of haar medeverdachte(n) (telkens)
opzettelijk op het/de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst
te Best en/of Eindhoven en/of Heerlen ingeleverde aangiftebiljet(ten)
omzetbelasting over genoemd(e) maand/maanden ten name van [bedrijf 1](telkens)
- -
in rubriek 3b 'leveringen naar landen binnen de EU' een onjuist bedrag aan
omzet opgegeven en/of
- -
in rubriek 5b 'voorbelasting' een onjuist bedrag aan omzetbelasting
opgegeven en/of
- -
in rubriek 5g 'totaal te betalen/terug te vragen' een onjuist bedrag aan
terug te vragen omzetbelasting opgegeven,
terwijl dat feit/die feiten (telkens) er toe strekte(n) dat te weinig
belasting werd geheven, tot het plegen van welk(e) boveomschreven strafbare
feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, (telkens) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel aan welk(e)
bovenomschreven verboden gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) feitelijk
leiding heeft/hebben gegeven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
- 2.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 1] en/of
[bedrijf 1], hierna te noemen [bedrijf 1], in of omstreeks de periode van 01 november 2003 tot 01 februari 2007 te Best en/of Eindhoven, in ieder geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans [bedrijf 1],
(telkens) (een deel van) de bedrijfsadministratie van [bedrijf 1]- zijnde (dat deel van) die
bedrijfsadministratie (telkens) (een) (samenstel van) geschrift(en) die/dat
bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens)valselijk
heeft/hebben opgemaakt of vervalst, immers heeft [bedrijf 1]en/of een of meer
van haar mededader(s) toen aldaar (telkens) valselijk of in strijd met de
waarheid, zakelijk weergegeven, in (dat deel van) die bedrijfsadministratie
opgenomen, althans doen of laten opnemen
- -
een volmacht van [bedrijf 2] aan [medeverdachte 1](D/002)
en/of een of meer factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van
[bedrijf 1], en (telkens) gericht aan [bedrijf 2]
(D/003, D/005, D/006, D/008, D/009 en D/011) en/of een of meer CMR('s) (D/004,
D/007, D/010) en/of een vervoersverklaring (D/013) en/of
- -
een of meer CMR('s) (D/012, D/017, D/020, D/024, D/026, D/030, D/033,
D/036, D/040, D/042, D/045, D/047, D/049, D/052, D/059, D/061) en/of een of
meer factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [bedrijf 1]
BV, en (telkens) gericht aan [bedrijf 3](D/014 t/m D/016,
D/018, D/019, D/021 t/m D/023, D/025, D/027 t/m D/029, D/031, D/032, D/034,
D/035, D/037 t/m D/039, D/041, D/043, D/044, D/046, D/048, D/050, D/051, D/053
t/m D/058, D060) en/of een vervoersverklaring (D/062) en/of
- -
een volmacht van [bedrijf 4]aan [medeverdachte 1](D/065) en/of een of
meer factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [bedrijf 1]
en (telkens) gericht aan [bedrijf 4](D/066, D/067, D/069 t/m D/071,
D/073 t/m D/075, D/077 t/m D/079, D/081 t/m D/084, D/086 t/m D/089, D/091,
D/093 t/m D/095, D/097 t/m D/099, D/101 t/m D/105, D/107 t/m D/110, D/112 t/m
117, D/119 t/m D/124, D/126 t/m D/130, D/132 t/m D/137) en/of een of meer
CMR('s) (D/068, D/072, D/076, D/080, D/085, D/090, D/092, D/096, D/100, D/106,
D/111, D/118, D/125, D/131, D/138) en/of een afname/ontvangstverklaring van G.
[medeverdachte 1] (D/139) en/of
- -
een volmacht van [bedrijf 5] aan [medeverdachte 1](D/143) en/of een of meer
factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [bedrijf 1] en
(telkens) gericht aan [bedrijf 5] (D/144 t/m D/146, D/148, D/150 t/m D/155,
D/157 t/m D/162, D/164, D/166, D/168 t/m D/172, D/174, D/176 t/m D/181, D/183,
D/185 t/m D/188, D/190, D/191, D/193 t/m D/196, D/198 t/m D/200, D/202 t/m
D/209, D/211, D/213 t/m D/217, D/219, D/220) en/of een of meer CMR('s) (D/147,
D/149, D/156, D/163, D/165, D/167, D/173, D/175, D/182, D/184, D/189, D/192,
D/197, D/201, D/210, D/212, D/218, D/221) en/of een afname/ontvangstverklaring
van [medeverdachte 1] (D/222) en/of
- -
een volmacht van [bedrijf 6]aan [medeverdachte 1] (D/227) en/of een of meer
factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [bedrijf 1] en
(telkens) gericht aan [bedrijf 6](D/228, D/230, D/)232, D/233, D/235 t/m
- D/240)
en/of een of meer CMR('s) (D/229, D/231, D/234, D/241) en/of een
afname/ontvangstverklaring van [medeverdachte 1] (D/242) en/of
- -
een volmacht van [bedrijf 7]aan [medeverdachte 1] (D/246)
en/of een of meer factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig
van [bedrijf 1] en (telkens) gericht aan [bedrijf 7]
(D/247, D/248, D/250 t/m D/255, D/257 t/m D/259, D/261 t/m D/264, D/266,
D/268, D/270 t/m D/272, D/274, D/275, D/277, D/278, D/280, D/282, D/284, D/286
t/m D/289) en/of een of meer CMR('s) (D/249, D/256, D/260, D/265, D/267,
D/269, D/273, D/276, D/279, D/281, D/283, D/285, D/290) en/of een
afname/ontvangstverklaring van [medeverdachte 1] (D/291) en/of
- -
een volmacht van [bedrijf 8] aan [medeverdachte 1] (D/295)
en/of een of meer factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van
[bedrijf 1] en (telkens) gericht aan [bedrijf 8]
(D/297, D/298, D/300 t/m D/303, D/305 t/m D/308, D/310 t/m D/314, D/316 t/m
D/322, D/324, D/326, D/327, D/330 t/m D/332, D/334) en/of een of meer CMR('s)
(D/299, D/304, D/309, D/315, D/323, D/325, D/328, D/333, D/335) en/of
- -
een volmacht van [bedrijf 9]aan [medeverdachte 1] (D/338) en/of een of meer
factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [bedrijf 1] en
(telkens) gericht aan [bedrijf 9](D/339, D/341 t/m 343, D/345 t/m
D/349, D/351 t/m D/356, D/358 t/m D/364, D/366, D/367, D/369, D/371 t/m D/376,
D/378, D/380) en/of een of meer CMR('s) (D/340, D/344, D/350, D/357, D/365,
D/368, D/370, D/377, D/379, D/381) en/of
- -
een volmacht van [bedrijf 10] aan [medeverdachte 1] (D/388) en/of een of meer
factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [bedrijf 1]
en/of van [bedrijf 1]International BV en (telkens) gericht aan [bedrijf 10]
(D/389 t/m D/393, D/395 t/m D/397, D/399 t/m D/402, D/404 t/m D/409, D/411,
D/413, D/415 t/m D/419, D/421, D/423, D/424, D/426 t/m D/429, D/431, D/433,
D/435 t/m D/439, D/441 t/m D/445, D/447, D/448, D/450, D/457 t/m D/460, D/461,
- D/462)
en/of een of meer CMR('s) (D/394, D/398, D/403, D/410, D/412, D/414,
D/420, D/422, D/425, D/430, D/432, D/434, D/440, D/446, D/449, D/451) en/of
- -
een volmacht van [bedrijf 11]aan [medeverdachte 1] (D/464) en/of een of meer
factu(u)r(en), volgens factuuropdruk (telkens) afkomstig van [bedrijf 1] en/of
van [bedrijf 1] en (telkens) gericht aan [bedrijf 11]
(D/465 t/m D/474, D/480 t/m D/485),
(telkens) terzake verkoop en levering van (een) auto('s) aan de op die
volmacht(en) en/of factu(u)r(en) en/of CMR('s) en/of vervoersverklaring(en)
en/of afname/ontvangstverklaring(en) vermelde onderneming(en), zulks terwijl
de verkoop en levering van die auto('s) in werkelijkheid (telkens) heeft
plaatsgevonden aan [bedrijf van medeverdachte 1]](gevestigd te [adres], Madrid,
Spanje), zulks met het oogmerk om die/dat geschrift(en) (telkens) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen of laten gebruiken, hebbende
hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, (telkens) opdracht gegeven tot die/dat bovenomschreven strafbare
feit(en), dan wel feitelijk leiding gegeven aan die bovenomschrven verboden
gedraging(en);
- 3.
hij in of omstreeks 01 november 2003 tot 1 februari 2007 te Best en/of
Eindhoven, in elk geval in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een samenwerkingsverband van een of meer natuurlijke perso(o)n(en),
genaamd [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1], en /of een of meer andere
natuurlijke perso(o)n(en) en/of een of meer rechtsperso(o)n(en), genaamd [bedrijf 1] en/of [bedrijf 1] en/of een of meer andere
rechtsperso(o)n(en) en hem, verdachte, welke organisatie tot oogmerk had het
plegen van misdrijven, namelijk het opzettelijk doen van onjuiste aangiften
omzetbelasting en/of valsheid in geschrift.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsmiddelen1 en de beoordeling daarvan.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht feit 1, feit 2 en feit 3 wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. De raadsman heeft aangevoerd dat [bedrijf 1] niets te maken heeft met wat er na aflevering met de auto’s gebeurde en dat de bedrijfsadministratie van [bedrijf 1] op orde was. [bedrijf 1] had geen reden om nader onderzoek te doen, immers de belastingdienst accepteerde de administratie op dit punt als volledig. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat het afleveradres dat wordt ingevuld op de CMR’s geen bewijsfunctie heeft en dat de koper elke willekeurige plaats kan opgeven als plaats van levering. Het dossier is door de FIOD op selectieve en suggestieve wijze samengesteld.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank stelt de navolgende feiten en omstandigheden vast.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft een autobedrijf genaamd [bedrijf medeverdachte 1], gevestigd aan de [adres] Madrid te Spanje2. [medeverdachte 1] heeft in de periode van 01 november 2003 tot 01 februari 2007 een groot aantal auto’s gekocht bij [bedrijf 1] (sinds 28 juni 2006 is deze naam gewijzigd in: [bedrijf 1], in het kader van de leesbaarheid hanteert de rechtbank in het vervolg de naam [bedrijf 1]). [bedrijf 1] is tot de naamswijziging gevestigd te Best en hierna te Eindhoven3. [bedrijf 1] hanteerde bij deze verkopen het nul-tarief voor wat betreft de omzetbelasting.
Medeverdachte [medeverdachte 2] en verdachte [verdachte](verbonden aan [bedrijf 1]) hebben verklaard dat [medeverdachte 1] bij de aankoop van deze auto’s handelde namens een aantal Spaanse bedrijven4. [medeverdachte 1] betaalde alle gekochte auto’s contant5. Al deze auto’s werden door de vervoerder afgeleverd op het adres [adres] Madrid te Spanje in plaats van op de op de CMR’s aangegeven afleveradressen. De vervoersopdracht was steeds afkomstig van [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1]6.
In de periode van 07 november 2003 tot en met 05 december 2003 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 2] zes auto’s van [bedrijf 1] gekocht7. [medeverdachte 1] heeft een schriftelijk stuk overhandigd aan [bedrijf 1] waarop is vermeld dat [bestuurder bedrijf 2]hem heeft gemachtigd om auto’s te kopen namens dit bedrijf. Deze machtiging is opgesteld in de Spaanse taal, ongedateerd en afgedrukt op blanco papier8.[bestuurder bedrijf 2]heeft verklaard dat hij weliswaar is geregistreerd als (enig) bestuurslid maar dat hij over geen enkel document beschikt. Hij kent het bedrijf [bedrijf 1] niet en hij kent verdachte [medeverdachte 1] niet9.
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bedrijf 2], [adres] Jaen, Espana10.[bestuurder bedrijf 2]heeft verklaard dat dit het adres van zijn moeder was en dat op dit adres geen handelsactiviteiten werden uitgevoerd11.
De bijbehorende CMR’s werden opgemaakt op het kantoor van [bedrijf 1]. Zij vermelden steeds als plaats van aflevering/bestemming Jaen, Spanje. In het dossier bevinden zich twee CMR’s die zijn getekend en gestempeld voor ontvangst van de goederen te Jaen, voorzien van een stempel met de bedrijfsnaam [bedrijf 2]12. Tevens bevat het dossier twee andere CMR’s waarvan er één is getekend en gestempeld voor ontvangst van de goederen te Jaen, voorzien van een stempel met de bedrijfsnaam [bedrijf 3]13 en waarvan er één is getekend en gestempeld voor ontvangst van de goederen te Coslade, voorzien van een stempel met de bedrijfsnaam [bedrijf 3]14.
Het dossier bevat voorts een vervoersverklaring, ondertekend door [medeverdachte 1], waarin wordt verklaard dat de auto genoemd op factuur 432 (één van de hiervoor genoemde facturen) is geleverd aan [bedrijf 2] en is afgeleverd te Jaen in Spanje15.
De onderneming is opgericht op 23 juli 2002 en uitgeschreven op 15 januari 2004. De onderneming stond ingeschreven als verzekeringskantoor/effectenmakelaardij.
Uit het Spaanse VAT-systeem komt naar voren dat er door [bedrijf 2] geen aangiften BTW gedurende 2003 zijn opgemaakt en ingediend. Uit het VIES-systeem komt naar voren dat [bedrijf 2] gedurende 2003 in Spanje geen verwervingen van auto’s uit Nederland heeft aangegeven16.
In de periode van 16 december 2003 tot en met 10 mei 2004 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 3]eenendertig auto’s van [bedrijf 1] gekocht17. [bestuurder bedrijf 2]is enig bestuurder van dit bedrijf18.[bestuurder bedrijf 2]heeft verklaard dat hij weliswaar is geregistreerd als (enig) bestuurslid maar dat hij over geen enkel document beschikt. Hij kent het bedrijf [bedrijf 1] niet en hij kent verdachte [medeverdachte 1] niet19.
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bedrijf 3], [adres] Coslada, Espana20. De Spaanse politie heeft een controle uitgevoerd op dit adres en geconstateerd dat op dit adres zich een particuliere gezinswoning bevindt waar een overvloed aan correspondentie wordt ontvangen gericht aan talrijke vennootschappen die op dit adres zijn gevestigd. Op dit adres wordt schijnbaar geen enkele zakelijke activiteit ontplooid21.
De bijbehorende CMR’s werden opgemaakt op het kantoor van [bedrijf 1]. Zij vermelden steeds als plaats van aflevering/bestemming Coslada, Spanje. De CMR’s zijn (op 1 op dit punt niet ingevuld exemplaar na) getekend en gestempeld voor ontvangst van de goederen te Coslade, voorzien van een stempel met de bedrijfsnaam [bedrijf 3]22. Het dossier bevat voorts een vervoersverklaring, ondertekend door [medeverdachte 1], waarin wordt verklaard dat de auto’s genoemd op facturen 504, 505 en 506 (zijnde hiervoor genoemde facturen) zijn geleverd aan [bedrijf 3]en zijn afgeleverd te Coslada in Spanje23.
Er zijn in de administratie van [bedrijf 1] twintig aanmeldingen ten behoeve van de aanvraag kenteken aangetroffen die betrekking hebben op aan [bedrijf 3]verkochte auto’s. Negen van deze aanvragen staan op naam van [bedrijf 3]. Elf van deze aanvragen staan op naam van [bedrijf 4]24.
[bedrijf 3]stond in Spanje ingeschreven als intermediair met betrekking tot onroerend goed. De onderneming is opgericht op 10 december 2003 en uitgeschreven op 28 juli 2004. Uit het VIES-systeem komt naar voren dat er door [bedrijf 3]in 2003 geen verwervingen van auto’s uit Nederland zijn aangegeven25.
In de periode van 17 mei 2004 tot en met 01 november 2004 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 4]vierenvijftig auto’s van [bedrijf 1] gekocht26.
[medeverdachte 1] heeft een schriftelijk stuk overhandigd aan [bedrijf 1] waarop is vermeld dat [bestuurder bedrijf 2]hem heeft gemachtigd om auto’s te kopen namens dit bedrijf. Deze machtiging is opgesteld in de Spaanse taal, ongedateerd en afgedrukt op blanco papier27.
[bestuurder bedrijf 2]is enig bestuurder van dit bedrijf28.[bestuurder bedrijf 2]heeft verklaard dat hij weliswaar is geregistreerd als (enig) bestuurslid maar dat hij over geen enkel document beschikt. Hij kent het bedrijf [bedrijf 1] niet en hij kent verdachte [medeverdachte 1] niet29.
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bedrijf 4], [adres], Coslada, Spanje30.
De Spaanse politie heeft een controle uitgevoerd op dit adres en geconstateerd dat op dit adres zich een particuliere gezinswoning bevindt waar een overvloed aan correspondentie wordt ontvangen gericht aan talrijke vennootschappen die op dit adres zijn gevestigd. Op dit adres wordt schijnbaar geen enkele zakelijke activiteit ontplooid31.
De bijbehorende CMR’s werden opgemaakt op het kantoor van [bedrijf 1]. Zij vermelden steeds als plaats van aflevering/bestemming Coslada, Spanje. De CMR’s zijn (op 1 op dit punt niet ingevuld exemplaar na) getekend en gestempeld voor ontvangst van de goederen te Coslade, voorzien van een stempel met de bedrijfsnaam 32.
Het dossier bevat voorts een afname/ontvangstverklaring, ondertekend door [medeverdachte 1], waarin wordt verklaard dat de auto’s genoemd op facturen 706, 714, 715, 716, 717, 718, 719 (hiervoor genoemde facturen) zijn geleverd aan [bedrijf 4]en zijn afgeleverd te Coslada in Spanje33.
Er zijn in de administratie van [bedrijf 1] negenenveertig aanmeldingen ten behoeve van de aanvraag kenteken aangetroffen die betrekking hebben op aan [bedrijf 4]verkochte auto’s. Vier van deze aanvragen staan op naam van [bedrijf 5]. Eén van deze aanvragen staat op naam van [bedrijf 6]. De overige aanmeldingen staan op naam van [bedrijf 4]34.
[bedrijf 4]stond in Spanje ingeschreven als intermediair met betrekking tot onroerend goed35. De onderneming is opgericht op 16 april 2004 en uitgeschreven op 25 mei 200536.
In de periode van 12 november 2004 tot en met 14 februari 2005 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 5] achtenvijftig auto’s van [bedrijf 1] gekocht37.
[medeverdachte 1] heeft een schriftelijk stuk overhandigd aan [bedrijf 1] waarop is vermeld dat [bestuurder bedrijf 5]hem heeft gemachtigd om auto’s te kopen namens dit bedrijf. Deze machtiging is opgesteld in de Spaanse taal, gedateerd op 08 november 2004 en afgedrukt op blanco papier38.
[bestuurder bedrijf 5]is enig bestuurster van dit bedrijf39. [bestuurder bedrijf 5]heeft verklaard dat zij in 2003 is benaderd om tegen betaling bestuurster van deze vennootschap te worden. Ze verklaart voorts dat zij voor het bedrijf helemaal niets deed en ook geen bureau of kantoor had. Zij heeft in 2004 niets getekend. De vennootschap verrichtte geen enkele activiteit. Zij kent het bedrijf [bedrijf 1] niet en zij kent [bedrijf van medeverdachte 1]]niet40.
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bedrijf 5], [adres] Madrid, Spain41.
De Spaanse politie heeft een controle uitgevoerd op dit adres en geconstateerd dat het bedrijf tijdens de genoemde periode al was uitgeschreven op dit adres42.
De bijbehorende CMR’s werden opgemaakt op het kantoor van [bedrijf 1]. Zij vermelden steeds als geadresseerde [bedrijf 5] te Madrid. De CMR’s zijn (op 4 op dit punt niet - volledig - ingevulde exemplaren na) voor ontvangst getekend en gestempeld met de bedrijfsnaam [bedrijf 5]43.
Het dossier bevat voorts een afname/ontvangstverklaring, ondertekend door [medeverdachte 1], waarin wordt verklaard dat de auto’s genoemd op facturen 825, 826, 827, 828, 830, 831 (hiervoor genoemde facturen) zijn geleverd aan [bedrijf 5]44.
Er zijn in de administratie van [bedrijf 1] zesenveertig aanmeldingen ten behoeve van de aanvraag kenteken aangetroffen die betrekking hebben op aan [bedrijf 5] verkochte auto’s. Tien van deze aanvragen staan op naam van [bedrijf 6], vijf van deze aanvragen staan op naam van [bedrijf van medeverdachte 1]en drie van deze aanvragen staan op naam van [bestuurder bedrijf 7]. De overige aanvragen staan op naam van [bedrijf 5]45.
[bedrijf 5] is opgericht op 23 april 2003 en uitgeschreven op 15 februari 200546.
Uit onderzoek van de Spaanse fiscus is gebleken dat [bedrijf 5] gedurende het jaar 2004 geen verwerving heeft aangegeven van auto’s welke in Nederland zijn ingekocht47.
In de periode van 28 februari 2005 tot en met 21 maart 2005 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 6]tien auto’s van [bedrijf 1] gekocht48.
[medeverdachte 1] heeft een schriftelijk stuk overhandigd aan [bedrijf 1] waarop is vermeld dat [betrokkene 1] hem heeft gemachtigd om auto’s te kopen namens dit bedrijf. Deze machtiging is opgesteld in de Spaanse taal, ongedateerd en afgedrukt op blanco papier49.
Uit onderzoek blijkt dat [betrokkene 1] met dit bedrijf niets te maken heeft. [bestuurder bedrijf 6]is enig bestuurder van dit bedrijf50. [bestuurder bedrijf 6]heeft verklaard dat hij wist dat hij als bestuurder van dit bedrijf stond geregistreerd, maar dat het bedrijf nooit in werking is gesteld en nooit handelsactiviteiten heeft gehad. Hij kent het bedrijf [bedrijf 1] niet en hij kent [bedrijf van medeverdachte 1]]en verdachte [medeverdachte 1] ook niet51.
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bedrijf 6], [adres], Madrid, Spain52. De Spaanse politie heeft een controle uitgevoerd op dit adres en het bedrijf hier niet aangetroffen, waarna het bedrijf is uitgeschreven bij de Spaanse belastingdienst53.
De bijbehorende CMR’s werden opgemaakt op het kantoor van [bedrijf 1]. Zij vermelden steeds als geadresseerde [bedrijf 6]te Madrid. De CMR’s zijn (op 2 op dit punt niet - volledig - ingevulde exemplaren na) voor ontvangst getekend en gestempeld met de bedrijfsnaam [bedrijf 6]54.
Het dossier bevat voorts een afname/ontvangstverklaring, ondertekend door [medeverdachte 1], waarin wordt verklaard dat de auto’s genoemd op facturen 910 en 915(hiervoor genoemde facturen) zijn geleverd aan [bedrijf 6]55.
Er zijn in de administratie van [bedrijf 1] zeven aanmeldingen ten behoeve van de aanvraag kenteken aangetroffen die betrekking hebben op aan [bedrijf 6]verkochte auto’s. Drie van deze aanvragen staan op naam van [bedrijf van medeverdachte 1]]en één van deze aanvragen staat op naam van [bestuurder bedrijf 7]. De overige drie aanvragen staan op naam van [bedrijf 6]56.
[bedrijf 6]is opgericht op 21 oktober 2004 en uitgeschreven op 31 maart 2005. De onderneming stond ingeschreven als onderwijsinstelling57.
Uit onderzoek van de Spaanse fiscus is gebleken dat [bedrijf 6]gedurende de jaren 2004 en 2005 geen intracommunautaire verwervingen heeft aangegeven58.
In de periode van 21 april 2005 tot en met 23 september 2005 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 7]dertig auto’s van [bedrijf 1] gekocht59.
[medeverdachte 1] heeft een schriftelijk stuk overhandigd aan [bedrijf 1] waarop is vermeld dat [betrokkene 1] hem heeft gemachtigd om auto’s te kopen namens dit bedrijf. Deze machtiging is opgesteld in de Spaanse taal, ongedateerd en afgedrukt op blanco papier60.
[betrokkene 1] is enig bestuurder van dit bedrijf61. [betrokkene 1] heeft verklaard dat hij het bedrijf [bedrijf 7]niet kent en tevens dat hij tegen betaling facturen voor verdachte [medeverdachte 1] heeft gemaakt. Een paar van de vennootschappen die hij gebruikte waren [bedrijf 12]. Het bedrijf [bedrijf 12] is eigendom van [betrokkene 1], maar dit bedrijf beschikte niet over een bedrijfsruimte en ontplooide geen activiteiten62.
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bestuurder bedrijf 7], [adres] Madrid, Spain63. Volgens het Spaanse handelsregister is het bedrijf gevestigd aan [adres] te Madrid. De Spaanse politie heeft een controle uitgevoerd op dit adres en het bedrijf hier niet aangetroffen64.
De bijbehorende CMR’s werden opgemaakt op het kantoor van [bedrijf 1]. Zij vermelden steeds als geadresseerde [bedrijf 7]te Madrid. De CMR’s zijn (op 2 op dit punt niet - volledig - ingevulde exemplaren na) voor ontvangst getekend en gestempeld met de bedrijfsnaam [bestuurder bedrijf 7] 65.
Het dossier bevat voorts een afname/ontvangstverklaring, ondertekend door [medeverdachte 1], waarin wordt verklaard dat de auto genoemd op factuur 949(een hiervoor genoemde factuur) is geleverd aan [bestuurder bedrijf 7] 66.
Er zijn in de administratie van [bedrijf 1] negentien aanmeldingen ten behoeve van de aanvraag kenteken aangetroffen die betrekking hebben op aan [bedrijf 7]verkochte auto’s. Eén aanvraag staat op naam van [bestuurder bedrijf 7] SL. Deze aanvraag is ingediend voor 01 juni 2005. De overige achttien aanvragen staan op naam van [bedrijf van medeverdachte 1]67.
[bedrijf 7]is opgericht op 08 april 2004 en uitgeschreven op 28 september 200568.
In de periode van 17 oktober 2005 tot en met 20 januari 2006 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 8] achtentwintig auto’s van [bedrijf 1] gekocht69.
[medeverdachte 1] heeft een schriftelijk stuk overhandigd aan [bedrijf 1] waarop is vermeld dat [betrokkene 1] hem heeft gemachtigd om auto’s te kopen namens dit bedrijf. Deze machtiging is opgesteld in de Spaanse taal, ongedateerd en afgedrukt op blanco papier70. Uit onderzoek blijkt dat [betrokkene 1] met dit bedrijf niets te maken heeft. [bestuurder bedrijf 8]is enig bestuurder van dit bedrijf71. [betrokkene 1] heeft verklaard dat hij tegen betaling facturen voor verdachte [medeverdachte 1] heeft gemaakt. Een paar van de vennootschappen die hij gebruikte waren [bedrijf 12]. Het bedrijf [bedrijf 12] is eigendom van [betrokkene 1], maar dit bedrijf beschikte niet over een bedrijfsruimte en ontplooide geen activiteiten72.
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bedrijf 8], [adres] Madrid, Spain73.
De Spaanse fiscus heeft een controle uitgevoerd op dit adres en het bedrijf hier niet aangetroffen. Hierop is de onderneming op 16 januari 2006 uitgeschreven bij de Spaanse belastingdienst74.
De bijbehorende CMR’s werden opgemaakt op het kantoor van [bedrijf 1]. Zij vermelden steeds als geadresseerde [bedrijf 8] te Madrid. De CMR’s zijn voor ontvangst getekend en gestempeld met de bedrijfsnaam [bedrijf 8]75.
Er zijn in de administratie van [bedrijf 1] vijfentwintig aanmeldingen ten behoeve van de aanvraag kenteken aangetroffen die betrekking hebben op aan [bedrijf 8] verkochte auto’s. Deze aanvragen staan op naam van [bedrijf van medeverdachte 1]76.
Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf van medeverdachte 1]op 01 februari 2007 zijn vijftien inkoopfacturen aangetroffen van [bedrijf van medeverdachte 1] waarbij de chassisnummers overeenkomen met de chassisnummers op de verkoopfacturen van [bedrijf 1]. In twee gevallen vindt er een prijsdaling plaats. De onderneming [bedrijf van medeverdachte 1]heeft bij de belastingdienst ingeschreven gestaan van 09 juni 2005 tot en met 29 september 2005. Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf van medeverdachte 1]op 01 februari 2007 is tevens een bedrijfsstempel aangetroffen van [bedrijf van medeverdachte 1]77.
[bedrijf 8] is opgericht op 01 oktober 2002 en uitgeschreven op 25 januari 200678.
In de periode van 13 december 2005 tot en met 20 april 2006 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 9]tweeëndertig auto’s van [bedrijf 1] gekocht79.
[medeverdachte 1] heeft een schriftelijk stuk overhandigd aan [bedrijf 1] waarop is vermeld dat [bestuurder bedrijf 9] hem heeft gemachtigd om auto’s te kopen namens dit bedrijf. Deze machtiging is opgesteld in de Spaanse taal, ongedateerd en afgedrukt op blanco papier80. [bestuurder bedrijf 9](dit is de juiste spelling) heeft verklaard dat [bedrijf 9]een vennootschap is waarvan hij enig bestuurder is. Voorts verklaart hij dat dit bedrijf in 2005 en 2006 op geen enkel moment aankopen heeft kunnen doen voor een totaal bedrag van € 1.312.820,00 en dat hij niet op de hoogte is van het bestaan van de hiervoor genoemde volmacht. Hij weet niet hoe het kan dat er een stempel van zijn bedrijf is aangetroffen bij het bedrijf [bedrijf van medeverdachte 1]en hij kent het bedrijf [bedrijf 12] niet81.
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bedrijf 9], [adres], Spain82.
De Spaanse fiscus heeft op 23 mei 2006 een controle uitgevoerd op dit adres en het bedrijf hier niet aangetroffen. Hierop is de onderneming op 23 mei 2006 uitgeschreven bij de Spaanse belastingdienst. Het bedrijf stond ingeschreven als producent van kurken producten83.
De bijbehorende CMR’s werden opgemaakt op het kantoor van [bedrijf 1]. Zij vermelden steeds als geadresseerde [bedrijf 9]en als afleveradres [adres] Badajoz, Spain. De CMR’s zijn voor ontvangst getekend en gestempeld met de bedrijfsnaam [bedrijf 9]84.
Er zijn in de administratie van [bedrijf 1] negenentwintig aanmeldingen ten behoeve van de aanvraag kenteken aangetroffen die betrekking hebben op aan [bedrijf 9]verkochte auto’s. Deze aanvragen staan op één aanvraag na alle op naam van [bedrijf van medeverdachte 1]85.
Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf van medeverdachte 1]op 01 februari 2007 zijn tweeëntwintig inkoopfacturen aangetroffen van [bedrijf van medeverdachte 1] waarbij de chassisnummers overeenkomen met de chassisnummers op de verkoopfacturen van [bedrijf 1]. In twee gevallen vindt er een prijsdaling plaats. De onderneming [bedrijf van medeverdachte 1]heeft bij de belastingdienst ingeschreven gestaan van 09 juni 2005 tot en met 29 september 2005. Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf van medeverdachte 1]op 01 februari 2007 zijn tevens bedrijfsstempels aangetroffen van [bedrijf 9]en [bedrijf van medeverdachte 1]86.
In de periode van 25 april 2006 tot en met 06 november 2006 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 10] zevenenveertig auto’s van [bedrijf 1] gekocht87.
[medeverdachte 1] heeft een schriftelijk stuk overhandigd aan [bedrijf 1] waarop is vermeld dat [eigenaar bedrijf 10]hem heeft gemachtigd om auto’s te kopen namens dit bedrijf. Deze machtiging is opgesteld in de Engelse taal, gedateerd op 01 april 2006 en afgedrukt op blanco papier88. Volgens de Spaanse fiscus is [directeur bedrijf 10] de directeur van [bedrijf 10]. Deze heeft verklaard dat hij in 2005 zijn bedrijf heeft verkocht aan [eigenaar bedrijf 10].
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bedrijf 10], [adres] Guardo/Palencia, Spain89.
De Spaanse fiscus heeft een controle uitgevoerd op dit adres en het bedrijf hier niet aangetroffen. Hierop is de onderneming op 10 november 2006 uitgeschreven bij de Spaanse belastingdienst90.
De bijbehorende CMR’s werden opgemaakt op het kantoor van [bedrijf 1]. Zij vermelden steeds als geadresseerde [bedrijf 10] en als afleveradres Guardo/Palencia, Spain (op één uitzondering na die als afleveradres vermeldt Madrid Alcobendas). De CMR’s zijn voor ontvangst getekend en gestempeld met de bedrijfsnaam [bedrijf 10] (op twee uitzonderingen na, één stuk is voor ontvangst getekend door [medeverdachte 1] en één stuk is voor ontvangst getekend te Alcobendas)91.
Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf van medeverdachte 1]op 01 februari 2007 zijn vijfentwintig inkoopfacturen aangetroffen van [bedrijf van medeverdachte 1] waarbij de chassisnummers overeenkomen met de chassisnummers op de verkoopfacturen van [bedrijf 1]. In zeven gevallen vindt er een prijsdaling plaats92. De onderneming [bedrijf van medeverdachte 1]heeft bij de belastingdienst ingeschreven gestaan van 09 juni 2005 tot en met 29 september 200593. Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf van medeverdachte 1]op 01 februari 2007 is tevens een bedrijfsstempel aangetroffen van [bedrijf 10]94.
In de periode van 02 januari 2007 tot en met 21 januari 2007 heeft [medeverdachte 1] uit naam van het bedrijf [bedrijf 11]tien auto’s van [bedrijf 1] gekocht95.
[medeverdachte 1] heeft een schriftelijk stuk overhandigd aan [bedrijf 1] waarop is vermeld dat [bestuurder bedrijf 11] hem heeft gemachtigd om auto’s te kopen namens dit bedrijf. Deze machtiging is opgesteld in de Engelse taal, gedateerd op 01 december 2006 en afgedrukt op blanco papier96. [bestuurder bedrijf 11] heeft verklaard dat hij in 2006 van [betrokkene 2] geld kreeg om het bedrijf te kopen en vervolgens een maandsalaris van 1200 euro ontving voor het vermeld staan als enig bestuurder van dit bedrijf. Zijn belangrijkste taak bestond uit het uitschrijven van verkoopfacturen van voertuigen. Hij heeft geen inkopen in Nederland gedaan. Daarnaast ging hij voor het bedrijf naar banken, altijd vergezeld door[betrokkene 2], in het begin om rekeningen te openen en later om banktransacties uit te voeren. [bestuurder bedrijf 11] is deze werkzaamheden blijven doen tot begin 2007. Hij wilde weg bij het bedrijf want ondanks dat[betrokkene 2] werd verondersteld verantwoordelijk voor de boekhouding te zijn en deze bij te houden ten behoeve van belastingaangiftes, heeft de belastingdienst het bedrijf aanmaningen gestuurd via [bestuurder bedrijf 11] inzake nog te vereffenen BTW. Hij kent het bedrijf [bedrijf 1] niet. Hij kent het bedrijf [bedrijf van medeverdachte 1]BV niet en [medeverdachte 1] niet en is niet op de hoogte van het bestaan van de voornoemde volmacht. Hij kent ook het bedrijf [bedrijf 13]niet97.
De door [bedrijf 1] opgemaakte facturen van de verkochte auto’s zijn steeds gericht aan
[bedrijf 11], [adres] Madrid, Spain98.
Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf van medeverdachte 1]op 01 februari 2007 zijn vijf inkoopfacturen aangetroffen van [bedrijf 13]waarbij de chassisnummers overeenkomen met de chassisnummers op de verkoopfacturen van [bedrijf 1]. De onderneming [bedrijf 13]is volgens het Centraal Punt BTW in Spanje niet ingeschreven99. Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf van medeverdachte 1]op 01 februari 2007 is tevens een bedrijfsstempel aangetroffen van [bedrijf 11] SL100.
Alle hiervoor genoemde machtigingen, facturen, CMR’s en vervoersverklaringen met onderliggend documentnummer zijn aangetroffen in de administratie van [bedrijf 1].
In de administratie van [bedrijf 1] zijn tevens aangetroffen inschrijvingen van de hiervoor genoemde bedrijven bij de Spaanse fiscus en de Spaanse Kamer van Koophandel. Deze documenten zijn door [bedrijf 1] allemaal in de Spaanse taal ontvangen en in de administratie ingebracht101.
Verdachte [medeverdachte 1]102 heeft in 2006 verklaard dat Marc [medeverdachte 2] voor hem geschikte auto’s uitzocht in Nederland en dat hij de bij [bedrijf 1] gekochte auto’s steeds contant heeft betaald met geld dat hij opnam van de bankrekening van [bedrijf van medeverdachte 1]. Hij verklaarde dat hij de auto’s betaalde omdat deze toch weer bij hem terecht zouden komen. [medeverdachte 1] betaalde de transportkosten. Bij het bedrijf van [medeverdachte 1] zijn stempels aangetroffen van de bedrijven op naam waarvan de verkopen werden geregistreerd. [medeverdachte 1] zette de auto dan even tijdelijk op naam. Alle auto’s die hij in Nederland kocht gingen via een bedrijf. Dat deed hij al een jaar of vijf. Hij heeft ook wel eens met [bedrijf 8], [bedrijf 7] en [bedrijf 9] en enkele andere soortgelijke bedrijven op die manier gewerkt.
[medeverdachte 1] heeft voorts verklaard, zakelijk weergegeven, dat als hij een auto inkocht bij bijvoorbeeld [bedrijf 1]dat dan de verkoopfactuur op naam werd gezet van een ander bedrijf. Op de vraag of [bedrijf 1]er van op de hoogte was dat hij via deze constructie de auto’s inkocht, antwoordde [medeverdachte 1]: “Ja, dat vertel ik gewoon tegen hen. Dat levert mij een voordeel op. Het voordeel dat zij hiermee hebben is dat zij meer omzet kunnen draaien.”
[betrokkene 1]103 heeft verklaard dat hij facturen opmaakte op verzoek van medeverdachte [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] gaf aan hoe hij wilde dat de facturen werden opgemaakt, op naam van welke bedrijven en het bedrag van die facturen. De hoofdtaak die [betrokkene 1] uitvoerde in opdracht van [medeverdachte 1] bestond uit het opmaken van aankoopfacturen die zogenaamd waren gekocht door het bedrijf van [betrokkene 1], [bedrijf 12], voor de vennootschappen [bedrijf van medeverdachte 1]of [bedrijf van medeverdachte 1]. [betrokkene 1] kent [bestuurder bedrijf 7], [bedrijf 5], [bedrijf 6], [bedrijf 11] en [bedrijf 8] niet. [medeverdachte 1] betaalde [betrokkene 1] 300 euro per factuur.
De rechtbank leidt uit de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden af dat de hiervoor genoemde Spaanse bedrijven niet de daadwerkelijke afnemers van de auto’s waren. Zowel de geld- als goederenstromen liepen rechtstreeks tussen [bedrijf 1] en [bedrijf van medeverdachte 1], het bedrijf van medeverdachte [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] bepaalde welke auto’s werden gekocht, onder welke condities en voor welke prijs. Hij betaalde contant met geld van [bedrijf van medeverdachte 1]. De auto’s werden alle afgeleverd op het adres van [bedrijf van medeverdachte 1]. De bestuurders van de Spaanse bedrijven kenden veelal [bedrijf 1] of [medeverdachte 1] niet. De meeste van deze bedrijven hadden geen activiteiten of in elk geval niets van doen met de aangekochte auto’s. Hieruit volgt dat de stukken die betrekking hebben op voornoemde transacties voor zover zij verwijzen naar de Spaanse bedrijven die als kopers werden opgevoerd steeds valselijk zijn opgemaakt. Het deel van de bedrijfsadministratie dat deze stukken omvat is eveneens valselijk opgemaakt.
De rechtbank zal eerst moeten vaststellen of [bedrijf 1] opzettelijk de bedrijfsadministratie heeft vervalst en/of [bedrijf 1] op basis van een vervalste bedrijfsadministratie opzettelijk onjuiste en/of onvolledige aangiften omzetbelasting heeft gedaan. Vervolgens zal de rechtbank ingaan op de rollen van de verdachten [medeverdachte 2], [verdachte]en [medeverdachte 1] hierbij.
Voor medeverdachte [medeverdachte 2] moet het duidelijk zijn geweest dat de door [medeverdachte 1] overgelegde stukken en gegevens vals waren. [medeverdachte 1] regelde de transacties met [medeverdachte 2]. [medeverdachte 1] betaalde enorme bedragen contant. Er was sprake van een serie bedrijven die opeenvolgend als koper fungeerden, waarbij in korte tijd steeds grote aantallen auto’s werden verkocht. [medeverdachte 2] wist dat alle auto’s rechtstreeks naar het bedrijf van [medeverdachte 1] werden vervoerd. De machtigingen zijn allemaal op blanco papier opgemaakt en enkele CMR’s zijn voor ontvangst gestempeld met de stempel van een ander bedrijf dan de koper. Dit was bij enige controle, bijvoorbeeld door het raadplegen van de gegevens van de Spaanse Kamer van Koophandel eenvoudig vast te stellen. Ook kentekens werden op namen van andere Spaanse bedrijven aangevraagd en machtigingen deugden niet. [medeverdachte 1] heeft bovendien verklaard dat de mensen van [bedrijf 1] op de hoogte waren van het feit dat hij een (schijn)constructie gebruikte, waarvan ook [bedrijf 1] profiteerde.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat aan medeverdachte [medeverdachte 2] in 2004 door de belastingdienst is uitgelegd hoe een BTW-carroussel kan ontstaan104. Desondanks heeft hij het niet nodig geacht de stukken die hij van [medeverdachte 1] ontving om de bedrijfsadministratie te completeren te laten vertalen uit het Spaans. Evenmin heeft hij gecontroleerd of de informatie die [medeverdachte 1] verstrekte juist was.
Het accepteren en opnemen van de bedoelde stukken met betrekking tot de autohandel in de administratie maakt deel uit van de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon [bedrijf 1]. De gedragingen van medeverdachte [medeverdachte 2] kunnen derhalve worden toegerekend aan de rechtspersoon [bedrijf 1].
[verdachte]heeft verklaard dat [medeverdachte 2] zelfstandig de inkoop en verkoop regelde105. In die zin is [medeverdachte 2] te beschouwen als feitelijk leidinggever ten aanzien van de onder feit 2 tenlastegelegde verboden gedragingen.
[verdachte]106 heeft verklaard dat [medeverdachte 2] nieuwe afnemers met hem besprak. [verdachte]heeft tevens verklaard dat de verkopen via [medeverdachte 1] voor groot deel van de omzet zorgden. [verdachte]heeft voorts verklaard: “Ik heb nooit iemand van de Spaanse bedrijven bij ons op kantoor getroffen. Ik ben nooit bij een van de Spaanse afnemers op het bedrijfsadres geweest, alleen bij [medeverdachte 1] (verdachte [medeverdachte 1]) in Madrid. Alle contacten met de Spaanse afnemers lopen via [medeverdachte 1]. Hij zorgt voor alle papieren. [medeverdachte 1] geeft de bedrijfsgegevens van de Spaanse afnemers aan ons door en de naam op wie wij moeten factureren. De betaling vindt plaats door [medeverdachte 1]. Hij betaalt contant. Ik heb [medeverdachte 1] hier meerdere keren op aan gesproken.”
Van [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij de meeste zaken met [verdachte]besprak.
[verdachte]heeft namens [bedrijf 1] op basis van de valselijk opgemaakte stukken in de administratie aangiften voor de omzetbelasting gedaan.
De aangiften over de maanden november 2003 tot en met december 2004 zijn door [verdachte]ondertekend en vermelden als plaatsbepaling steeds Best107.
De aangiften zijn steeds ingediend bij het belastingkantoor Eindhoven, op het antwoordnummer te Heerlen108, op tijdstippen gelegen in de periode van 01 november 2003 tot 01 februari 2005109.
[bedrijf 1] heeft ten aanzien van de verkopen aan de Spaanse bedrijven die hiervoor zijn genoemd gebruik gemaakt van het BTW nul-tarief. De bewijslast voor het mogen toepassen van dit nul-tarief in het belastingrecht ligt bij de ondernemer. De ondernemer is (onder meer) verplicht onderzoek te doen naar de identiteit van zijn afnemer. Het enkel verifiëren van het BTW-identificatienummer is hiertoe niet voldoende. [bedrijf 1] heeft in de bedrijfsadministratie de door [medeverdachte 1] overgelegde stukken zonder enig nader onderzoek opgenomen. De in het Spaans opgestelde stukken zijn niet vertaald en er is op geen enkel moment contact gezocht met de Spaanse bedrijven die voor een substantieel deel van de omzet zorgden of met Spaanse instanties die inlichtingen zouden kunnen verstrekken. Er was niet veel onderzoek voor nodig geweest om te ontdekken dat de afnemers op papier niet degenen waren die de auto’s hadden gekocht.
Er waren bovendien aanwijzingen dat er iets niet klopte met de bedrijven die als afnemers stonden geregistreerd. Enkele machtigingen zijn getekend door personen die niet te herleiden waren tot het betreffende bedrijf en ook enkele CMR’s zijn gestempeld door een ander bedrijf dan het bedrijf dat de auto(‘s) had gekocht. Voorts werden kentekens aangevraagd op naam van bedrijven die de auto’s niet kochten maar wel zelf andere auto’s hadden afgenomen.
De fouten in de stukken alsmede het patroon dat zich aftekende ten aanzien van de verkopen door [medeverdachte 1] had voor verdachte [verdachte]aanleiding moeten zijn om nader onderzoek in te stellen. Dit heeft hij niet gedaan. Op grond hiervan heeft [verdachte]minst genomen de aanmerkelijke kans aanvaard dat de gegevens en de bescheiden die van [medeverdachte 1] waren ontvangen en vervolgens in de administratie waren verwerkt vals waren.
Het doen van aangiften omzetbelasting door [verdachte]valt binnen de normale bedrijfsvoering van de BV, waardoor de gedragingen van [verdachte]aan de rechtspersoon [bedrijf 1] kunnen worden toegerekend.
[verdachte]was op grond van zijn functie als bestuurder bevoegd en gehouden tot ingrijpen. Nu hij dit niet heeft gedaan volgt hieruit dat [verdachte]dient te worden beschouwd als feitelijk leidinggever ten aanzien van feit 1 en feit 2.
[medeverdachte 2] moet hebben geweten dat de aangiften omzetbelasting zouden worden ingevuld mede op basis van de valselijk opgemaakte delen van de bedrijfsadministratie. Op grond hiervan strekt het feitelijk leidinggeven van [medeverdachte 2], zoals hiervoor ten aanzien van feit 2 overwogen, zich mede uit tot het doen van de onjuiste en onvolledige aangiften omzetbelasting zoals tenlastegelegd onder feit 1.
[medeverdachte 1] leverde de gegevens van de beweerdelijke Spaanse kopers, verstrekte de valselijk opgemaakte volmachten, tekende de valselijk opgemaakte vervoersverklaringen en was verantwoordelijk voor het afstempelen van de CMR’s voor ontvangst van de goederen.
[medeverdachte 1] wist dat de stukken zouden worden opgenomen in de bedrijfsadministratie van [bedrijf 1]. Hij heeft de valse stukken verstrekt in de volle wetenschap dat hiermee de bedrijfsadministratie van [bedrijf 1] zou worden vervalst. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een zodanige bewuste en nauwe samenwerking tussen [bedrijf 1] en [medeverdachte 1] dat gesproken kan worden van medeplegen ten aanzien van feit 2. De rechtbank heeft in dit kader meegewogen dat sprake is van een structureel en langdurig samenwerkingsverband.
De rechtbank acht feit 1 en feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
De bewijsbeslissing.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 3 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe dat niet is gebleken van een samenwerkingsverband dat als een organisatie is te typeren. Er was sprake van samenwerking in de vorm van medeplegen, waarbij elk van de deelnemers zijn eigen doelen nastreefde.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat
- 1.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 1], hierna te noemen [bedrijf 1], op tijdstippen in de periode van 01 november 2003 tot 01 februari 2005 te Best en/of Heerlen, telkens opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften voor de omzetbelasting over de maanden november 2003 tot en met december 2004 onjuist en onvolledig heeft gedaan, immers heeft [bedrijf 1] telkens opzettelijk op de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Heerlen ingeleverde aangiftebiljetten omzetbelasting over genoemde maanden ten name van [bedrijf 1]
- -
in rubriek 5g 'totaal te betalen/terug te vragen' een onjuist bedrag aan terug te vragen omzetbelasting opgegeven,
terwijl dat feit telkens er toe strekte dat te weinig belasting werd geheven, aan welke
bovenomschreven verboden gedragingen hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander telkens feitelijk leiding heeft gegeven;
- 2.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 1]/[bedrijf 1]International BV, hierna te noemen [bedrijf 1], in de periode van 01 november 2003 tot 01
februari 2007 te Best en/of Eindhoven, tezamen en in vereniging met een ander telkens een deel van de bedrijfsadministratie van [bedrijf 1]- zijnde dat deel van die bedrijfsadministratie een samenstel van geschriften dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt, immers hebben [bedrijf 1]en haar mededader toen aldaar telkens valselijk en in strijd met de waarheid, zakelijk weergegeven, in dat deel van die bedrijfsadministratie opgenomen of laten opnemen
- -
een volmacht van [bedrijf 2] aan [medeverdachte 1]en facturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1], en telkens gericht aan [bedrijf 2] en een vervoersverklaring en
- -
CMR's en facturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1] en telkens gericht aan [bedrijf 3]en een vervoersverklaring en
- -
een volmacht van [bedrijf 4]aan [medeverdachte 1]en facturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1] en telkens gericht aan [bedrijf 4]en een afname/ontvangstverklaring van [medeverdachte 1] en
- -
een volmacht van [bedrijf 5] aan [medeverdachte 1]en facturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1] en telkens gericht aan [bedrijf 5] en CMR's en een afname/ontvangstverklaring van [medeverdachte 1] en
- -
een volmacht van [bedrijf 6]aan [medeverdachte 1] en facturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1] en telkens gericht aan [bedrijf 6]en CMR's en een
afname/ontvangstverklaring van [medeverdachte 1] en
- -
een volmacht van [bedrijf 7]aan [medeverdachte 1] en facturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1] en telkens gericht aan [bedrijf 7]en CMR's en een afname/ontvangstverklaring van [medeverdachte 1] en
- -
een volmacht van [bedrijf 8] aan [medeverdachte 1] en facturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1] en telkens gericht aan [bedrijf 8] en CMR's en
- -
een volmacht van [bedrijf 9]aan [medeverdachte 1] enfacturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1] en telkens gericht aan [bedrijf 9]
en CMR's en
- -
een volmacht van [bedrijf 10] aan [medeverdachte 1] en facturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1] en van [bedrijf 1]International BV en telkens gericht aan [bedrijf 10] en CMR's en
- -
een volmacht van [bedrijf 11]aan [medeverdachte 1] enfacturen, volgens factuuropdruk telkens afkomstig van [bedrijf 1] en van [bedrijf 1]International BV en telkens gericht aan [bedrijf 11] ,
telkens terzake verkoop en/of levering van (een) auto('s) aan de op die volmachten en facturen en CMR's en vervoersverklaringen en afname/ontvangstverklaringen vermelde ondernemingen, zulks terwijl de verkoop en levering van die auto's in werkelijkheid telkens heeft plaatsgevonden aan [bedrijf van medeverdachte 1]](gevestigd te [adres] Madrid,
Spanje), zulks met het oogmerk om die geschriften telkens als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen of laten gebruiken, hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, telkens feitelijk leiding gegeven aan die bovenomschreven verboden gedragingen.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte voor feit 1, feit 2 en feit 3 zal worden opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar en 6 maanden.
De officier van verdachte heeft in het voordeel van verdachte rekening gehouden met het blanco strafblad van verdachte en het tijdsverloop sinds het plegen van de feiten.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit en zich in subsidiaire zin niet uitgelaten over de strafmaat.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft met zich met anderen gedurende enkele jaren schuldig gemaakt aan omvangrijke fraude met de omzetbelasting en valsheid in geschrift. Door verdachten werd door middel van valse facturen en onjuist ingevulde CMR-formulieren voorgewend dat Spaanse bedrijven in Nederland auto’s kochten, terwijl in werkelijkheid [medeverdachte 1] deze auto’s voor zijn eigen Spaanse autobedrijf kocht. Verdachte heeft daarbij binnen de rechtspersoon samen met een ander aan deze verboden gedragingen feitelijk leiding gegeven.
[verdachte]was directeur van de vennootschap.
De verdachten [verdachte]en [medeverdachte 2] waren beiden op de hoogte van het feit dat [medeverdachte 1] in Spanje een (schijn)constructie had ingericht om de door hem bij verdachten [verdachte]en [medeverdachte 2] gekochte auto’s zelf verder te kunnen verhandelen.
Het totale bedrag aan ontdoken omzetbelasting bedraagt meer dan 2 miljoen euro. De financiële schade die hierdoor is ontstaan is tot op heden niet vergoed door [verdachte]en [medeverdachte 2], maar verwacht mag worden dat de ten onrechte teruggevorderde BTW alsnog betaald zal gaan worden door verdachten en/of de rechtspersoon.
Verdachten hebben zich bij het plegen van deze misdrijven puur laten leiden door winstbejag. Door aldus te handelen kregen zij een onterecht concurrentievoordeel ten opzichte van autohandelaren die zich bij de import en export van auto’s wel aan de wettelijke regels hielden.
Gelet op de duur en omvang van de bewezen verklaarde strafbare feiten kan niet anders worden gereageerd dan met een grotendeels onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Een andere soort straf of een lichtere gevangenisstraf acht de rechtbank niet in verhouding staan tot de ernst en omvang van de delicten. Bovendien dient de op te leggen straf in een zaak zodanig streng te zijn dat er een preventief effect van uitgaat naar anderen die overwegen soortgelijke fraudedelicten te gaan (of te blijven) plegen.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
Met betrekking tot een deel van de op te leggen gevangenisstraf zal de rechtbank bepalen dat dat deel van die straf niet zal worden tenuitvoergelegd mits verdachte zich tot het einde van de hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds door invloed uit te oefenen op het gedrag van de verdachte het door verdachte opnieuw plegen van een strafbaar feit tegengaan.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen art. 69.
DE UITSPRAAK
Ten aanzien van feit 3:
Vrijspraak.
De rechtbank verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde heeft
begaan.
Ten aanzien van feit 1 en feit 2:
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Ten aanzien van feit 1:
feitelijk leiding geven aan opzettelijk een bij de belastingwet voorziene
aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te
weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, meermalen
gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
feitelijk leiding geven aan medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door
een rechtspersoon, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf:
Ten aanzien van feit 1 en feit 2:
Gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met
een proeftijd van 2 jaren.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. drs. W.A.F. Damen, voorzitter,
mr. C.B.M. Bruens en mr. J.G. Vos, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.W.A. Kap-Knippels, griffier,
en is uitgesproken op 13 april 2011.
- 1.
Voor zover hierna in de voetnoten sprake is van Eindpv. wordt hiermee bedoeld een eindproces-verbaal van de FIOD-ECD met dossiernummer 35420, onderzoeksnaam [bedrijf 1], afgesloten op 25 april 2008. Dit dossier bestaat uit een algemeen dossier (0-OPV), een zaaksdossier (1-OPV), een verdachtendossier (V), een getuigendossier (G) en een bijlagenboek. Dit dossier is aangevuld met een aanvullend materieel proces-verbaal met codenummer 1-OPV (aanvulling), afgesloten op 12 februari 2010.
- 2.
Eindpv. V/04-01 pag. 1-2.
- 3.
Eindpv. Uittreksel Kamer van Koophandel (te vinden juist voor het V-gedeelte in map 1).
- 4.
Eindpv. V/03-01 pag. 2 en V/02-01 pag. 2.
- 5.
Eindpv. V/03-01 pag. 2 en V/02-01 pag. 3.
- 6.
Eindpv. G/04-01 pag. 2 en V/04-03 pag. 2.
- 7.
Eindpv. D/003, D/005, D/006, D/008, D/009, D/011.
- 8.
Eindpv. D/002.
- 9.
Eindpv. G/02-01 derde en vierde pagina.
- 10.
Eindpv. D/003, D/005, D/006, D/008, D/009, D/011.
- 11.
Eindpv. G/02-01 derde pagina.
- 12.
Eindpv. D/004, D/007.
- 13.
Eindpv. D/010.
- 14.
Eindpv. D/012.
- 15.
Eindpv. D/013.
- 16.
Eindpv. 1-OPV pag. 20.
- 17.
Eindpv. D/014, D/015, D/016, D/018, D/019, D/021, D/022, D/023, D/025, D/027, D/028, D/029, D/031, D/032, D/034, D/035, D/037, D/038, D/039, D/041, D/043, D/044, D/046, D/048, D/050, D/51, D/53 tot en met D/58, D/060.
- 18.
Eindpv. 1-OPV pag. 25.
- 19.
Eindpv. G/02-01 derde en vierde pagina.
- 20.
Eindpv. D/014, D/015, D/016, D/018, D/019, D/021, D/022, D/023, D/025, D/027, D/028, D/029, D/031, D/032, D/034, D/035, D/037, D/038, D/039, D/041, D/043, D/044, D/046, D/048, D/050, D/51, D/53 tot en met D/58, D/060.
- 21.
Eindpv. 1-OPV pag. 25 jo. AH-19 pag. 4 van de vertaling van het ambtsbericht d.d. 09 oktober 2006.
- 22.
Eindpv. D/017, D/020, D/024, D/026, D/030, D/033, D/036, D/040, D/042, D/045, D/047, D/049, D/052, D/059, D/061.
- 23.
Eindpv. D/062.
- 24.
Eindpv. 1-OPV pag. 24 jo D/064.
- 25.
Eindpv. 1-OPV pag. 23.
- 26.
Eindpv. D/066, D/067, D/069 t/m D/071, D/073 t/m D/075, D/077 t/m D/079, D/081 t/m D/084, D/086 t/m D/089, D/091,
D/093 t/m D/095, D/097 t/m D/099, D/101 t/m D/105, D/107 t/m D/110, D/112 t/m 117, D/119 t/m D/124, D/126 t/m D/130, D/132 t/m D/137.
- 27.
Eindpv. D/065.
- 28.
Eindpv. 1-OPV pag. 25.
- 29.
Eindpv. G/02-01 derde en vierde pagina.
- 30.
Eindpv. D/066, D/067, D/069 t/m D/071, D/073 t/m D/075, D/077 t/m D/079, D/081 t/m D/084, D/086 t/m D/089, D/091,
D/093 t/m D/095, D/097 t/m D/099, D/101 t/m D/105, D/107 t/m D/110, D/112 t/m 117, D/119 t/m D/124, D/126 t/m D/130, D/132 t/m D/137.
- 31.
Eindpv. 1-OPV pag. 29 jo. AH-19 pag. 4 van de vertaling van het ambtsbericht d.d. 09 oktober 2006.
- 32.
Eindpv. D/068, D/072, D/076, D/080, D/090, D/092, D/096, D/100, D/106, D/111, D/118, D/125, D/131, D/138.
- 33.
Eindpv. D/139
- 34.
Eindpv. 1-OPV pag. 29 jo D/142 en D/141.
- 35.
Eindpv. AH-19 pag. 4 van de vertaling van het ambtsbericht d.d. 09 oktober 2006
- 36.
Eindpv. 1-OPV pag. 26.
- 37.
Eindpv. D/144 t/m D/146, D/148, D/150 t/m D/155, D/157 t/m D/162, D/164, D/166, D/168 t/m D/172, D/174, D/176 t/m D/181, D/183, D/185 t/m D/188, D/190, D/191, D/193 t/m D/196, D/198 t/m D/200, D/202 t/m D/209, D/211, D/213 t/m D/217, D/219, D/220.
- 38.
Eindpv. D/143.
- 39.
Eindpv. AH/19 pag. 4 van de vertaling van het ambtsbericht d.d. 09 oktober 2006.
- 40.
Eindpv. G/01-01 eerste en tweede pagina.
- 41.
Eindpv. D/144 t/m D/146, D/148, D/150 t/m D/155, D/157 t/m D/162, D/164, D/166, D/168 t/m D/172, D/174, D/176 t/m D/181, D/183, D/185 t/m D/188, D/190, D/191, D/193 t/m D/196, D/198 t/m D/200, D/202 t/m D/209, D/211, D/213 t/m D/217, D/219, D/220.
- 42.
Eindpv. 1-OPV pag. 34.
- 43.
Eindpv. D/147, D/149, D/156, D/163, D/165, D/167, D/173, D/175, D/182, D/184, D/189, D/192, D/197, D/201, D/210, D/212, D/218, D/221.
- 44.
Eindpv. D/222.
- 45.
Eindpv. 1-OPV pag. 33 jo D/224, D/225 en D/226.
- 46.
Eindpv. 1-OPV pag. 30.
- 47.
Eindpv. 1-OPV pag. 31.
- 48.
Eindpv. D/228, D/230, D/232, D/233, D/235 t/m D/240.
- 49.
Eindpv. D/227.
- 50.
Eindpv. 1-OPV pag. 35 jo. AH/19 pag. 4 van de vertaling van het ambtsbericht d.d. 09 oktober 2006.
- 51.
Eindpv. G/03-01 tweede en derde pagina.
- 52.
Eindpv. D/228, D/230, D/232, D/233, D/235 t/m D/240.
- 53.
Eindpv. 1-OPV pag. 34.
- 54.
Eindpv. D/229, D/231, D/234, D/241.
- 55.
Eindpv. D/242.
- 56.
Eindpv. 1-OPV pag. 36 jo D/243 en D/244.
- 57.
Eindpv. 1-OPV pag. 30.
- 58.
Eindpv. 1-OPV pag. 35.
- 59.
Eindpv. D/247, D/248, D/250 t/m D/255, D/257 t/m D/259, D/261 t/m D/264, D/266, D/268, D/270 t/m D/272, D/274, D/275, D/277, D/278, D/280, D/282, D/284, D/286 t/m D/289.
- 60.
Eindpv. D/246.
- 61.
Eindpv. aanvullend 1-OPV (derde ordner), bijlage 3 pagina 6-8.
- 62.
Eindpv. G/03-01 tweede en derde pagina.
- 63.
Eindpv. D/247, D/248, D/250 t/m D/255, D/257 t/m D/259, D/261 t/m D/264, D/266, D/268, D/270 t/m D/272, D/274, D/275, D/277, D/278, D/280, D/282, D/284, D/286 t/m D/289.
- 64.
Eindpv. 1-OPV pag. 39 jo. AH/19 pag. 5 van de vertaling van het ambtsbericht d.d. 09 oktober 2006.
- 65.
Eindpv. D/249, D/256, D/260, D/265, D/267, D/269, D/273, D/276, D/279, D/281, D/283, D/285, D/290.
- 66.
Eindpv. D/291.
- 67.
Eindpv. 1-OPV pag. 39-40 jo D/293 en D/294.
- 68.
Eindpv. 1-OPV pag. 38.
- 69.
Eindpv. D/297, D/298, D/300 t/m D/303, D/305 t/m D/308, D/310 t/m D/314, D/316 t/m D/322, D/324, D/326, D/327, D/330 t/m D/332, D/334.
- 70.
Eindpv. D/295.
- 71.
Eindpv. AH/19 pag. 5 van de vertaling van het ambtsbericht d.d. 09 oktober 2006.
- 72.
Eindpv. G/03-01 tweede en derde pagina.
- 73.
Eindpv. D/297, D/298, D/300 t/m D/303, D/305 t/m D/308, D/310 t/m D/314, D/316 t/m D/322, D/324, D/326, D/327, D/330 t/m D/332, D/334.
- 74.
Eindpv. 1-OPV pag. 40.
- 75.
Eindpv. D/299, D/304, D/309, D/315, D/323, D/325, D/328, D/333, D/335.
- 76.
Eindpv. 1-OPV pag. 42.
- 77.
Eindpv. 1-OPV pag. 42.
- 78.
Eindpv. 1-OPV pag. 40.
- 79.
Eindpv. D/339, D/341 t/m 343, D/345 t/m D/349, D/351 t/m D/356, D/358 t/m D/364, D/366, D/367, D/369, D/371 t/m D/376, D/378, D/380.
- 80.
Eindpv. D/338.
- 81.
Eindpv. aanvullend 1-OPV (derde ordner), bijlage 9 pagina 5, 7, 8.
- 82.
Eindpv. D/339, D/341 t/m 343, D/345 t/m D/349, D/351 t/m D/356, D/358 t/m D/364, D/366, D/367, D/369, D/371 t/m D/376, D/378, D/380.
- 83.
Eindpv. 1-OPV pag. 43.
- 84.
Eindpv. D/340, D/344, D/350, D/357, D/365, D/368, D/370, D/377, D/379, D/381.
- 85.
Eindpv. 1-OPV pag. 45.
- 86.
Eindpv. 1-OPV pag. 45.
- 87.
Eindpv. D/389 t/m D/393, D/395 t/m D/397, D/399 t/m D/402, D/404 t/m D/409, D/411, D/413, D/415 t/m D/419, D/421, D/423, D/424, D/426 t/m D/429, D/431, D/433, D/435 t/m D/439, D/441 t/m D/445, D/447, D/448, D/450, D/457 t/m D/460, D/461, D/462.
- 88.
Eindpv. D/338.
- 89.
Eindpv. D/389 t/m D/393, D/395 t/m D/397, D/399 t/m D/402, D/404 t/m D/409, D/411, D/413, D/415 t/m D/419, D/421, D/423, D/424, D/426 t/m D/429, D/431, D/433, D/435 t/m D/439, D/441 t/m D/445, D/447, D/448, D/450, D/457 t/m D/460, D/461, D/462.
- 90.
Eindpv. 1-OPV pag. 46.
- 91.
Eindpv. D/394, D/398, D/403, D/410, D/412, D/414, D/420, D/422, D/425, D/430, D/432, D/434, D/440, D/446, D/449, D/45.
- 92.
Eindpv. 1-OPV pag. 47.
- 93.
Eindpv. 1-OPV pag. 42.
- 94.
Eindpv. 1-OPV pag. 48.
- 95.
Eindpv. D/465 t/m D/474, D/480 t/m D/485.
- 96.
Eindpv. D/464.
- 97.
Eindpv. aanvullend 1-OPV (derde ordner), bijlage 7, pag. 5-9.
- 98.
Eindpv. D/465 t/m D/474, D/480 t/m D/485.
- 99.
Eindpv. 1-OPV pag. 49.
- 100.
Eindpv. 1-OPV pag. 49.
- 101.
Eindpv. 1-OPV pag. 6.
- 102.
Eindpv. V/04-01 pag. 3, V/04-02 pag. 4, V/04-03 pag. 3.
- 103.
Eindpv. aanvullend 1-OPV(derde ordner), bijlage 3 pag. 6-7 en bijlage 8 pag. 5-9.
- 104.
Eindpv. vierde map: proces-verbaal van ambtshandeling van [naam] d.d. 17 september 2010.
- 105.
Eindpv. V/02-01 pag. 2.
- 106.
Eindpv. V/02-01 pag. 2 en 3.
- 107.
Eindpv. D/487 tot en met D/500.
- 108.
Eindpv. D/487 tot en met D/500.
- 109.
Eindpv. D/501.
??
??
23
Parketnummer: 01/996041-05
[verdachte]