Einde inhoudsopgave
Wet op de kansspelen
Artikel 31h
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 345 (uitgifte: 07-09-2022, kamerstukken: 36003)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2022, Stb. 2022, 364 (uitgifte: 21-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Kansspelbelasting (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand richt zijn bedrijfsvoering zodanig in dat een verantwoorde, betrouwbare en controleerbare organisatie van de kansspelen op afstand, alsmede het toezicht op naleving van de bij of krachtens deze wet en de Sanctiewet 1977 gestelde voorschriften en de handhaving daarvan, zijn gewaarborgd.
2.
Daartoe gebruikt de vergunninghouder in ieder geval passende middelen, processen en procedures die:
- a.
voldoen aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde technische en operationele vereisten met betrekking tot de veiligheid, vertrouwelijkheid, eerlijkheid, continuïteit, betrouwbaarheid, controleerbaarheid en geschiktheid van de bedrijfsvoering, en
- b.
zijn gekeurd door een door Onze Minister aangewezen instelling die door de Raad voor Accreditatie of door een andere nationale accreditatie-instantie als bedoeld in Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218) is geaccrediteerd.
3.
De vergunninghouder laat de middelen, processen en procedures in ieder geval op een daartoe strekkende aanwijzing van de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, binnen de in die aanwijzing gestelde termijn geheel of gedeeltelijk onderwerpen aan een keuring door een instelling als bedoeld in het tweede lid, onder b.
4.
De vergunninghouder wijst een of meer ter zake kundige functionarissen aan die binnen zijn organisatie verantwoordelijk en beschikbaar zijn voor de uitvoering en het interne toezicht op naleving van bij of krachtens deze wet gestelde voorschriften.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de bedrijfsvoering van de vergunninghouder en de keuring van de middelen, processen en procedures. Daarbij worden in ieder geval regels gesteld met betrekking tot:
- a.
de aanwijzing van instellingen als bedoeld in het tweede lid, onder b, de intrekking en schorsing van die aanwijzing en de verplichtingen van de aangewezen instelling;
- b.
de gevallen waarin de vergunninghouder de middelen, processen en procedures, bedoeld in het tweede lid, geheel of gedeeltelijk laat onderwerpen aan een keuring;
- c.
de gevallen waarin de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, tijdelijk ontheffing kan verlenen van het vereiste, bedoeld in het tweede lid, onder b;
- d.
de samenwerking met derden in het belang van de verantwoorde, betrouwbare en controleerbare organisatie van de kansspelen op afstand;
- e.
de bescherming van de consument;
- f.
de uitbesteding van onderdelen van de bedrijfsvoering aan derden;
- g.
het verrichten van andere activiteiten dan de krachtens de vergunning georganiseerde kansspelen, en
- h.
de administratie van de krachtens de vergunning georganiseerde kansspelen.