NJ 2021/347
Ontoereikend bewijs van diefstal van elektriciteit i.v.m. hennepteelt.
HR 20-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:511, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 april 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
19/04233
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS450136:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:511, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1124, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑06‑2020
- Wetingang
Art. 310 Sr
Essentie
Ontoereikend bewijs van diefstal van elektriciteit i.v.m. hennepteelt.
De betrokkenheid van een verdachte bij de teelt van hennep brengt op zichzelf nog niet mee dat hij zich ook schuldig maakt aan het wegnemen van buiten de meter om gebruikte elektriciteit. Het uitgangspunt dat een rechthebbende weet wat zich in zijn pand bevindt of zich daar afspeelt, volstaat doorgaans niet voor het bewijs van die diefstal. Concrete gedragingen en omstandigheden kunnen dat anders maken.
Samenvatting
In gevallen als het onderhavige, waarin het aantreffen van een hennepkwekerij gepaard gaat met het aantreffen van aanwijzingen dat de voor die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.