Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 56 [Betekening bij bekende woonplaats of werkelijk verblijf in EU-lidstaat]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2023
- Bronpublicatie:
15-03-2023, Stb. 2023, 95 (uitgifte: 27-03-2023, kamerstukken: 36152)
- Inwerkingtreding
01-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2023, Stb. 2023, 128 (uitgifte: 21-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Voorzover nodig in afwijking van hetgeen elders in deze afdeling is bepaald, geschiedt de betekening ten aanzien van hen die geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf in Nederland hebben, maar wel een bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf hebben in een Staat waar de verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en kennisgeving van stukken) (herschikking) van toepassing is, met inachtneming van het tweede tot en met vijfde lid.
2.
Een deurwaarder die is aangewezen als verzendende instantie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening, verzendt een afschrift van het te betekenen stuk aan een ontvangende instantie als bedoeld in artikel 3, tweede lid van de verordening ter betekening aan degene voor wie het stuk bestemd is via het systeem zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening of via alternatieve middelen van verzending in het geval van artikel 5, vierde lid, van de verordening. Indien het stuk niet is opgesteld in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, verzendt de deurwaarder ook een vertaling in een taal als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening.
De gerechtsdeurwaarder maakt in het stuk melding van de verzending, alsmede van de volgende gegevens:
- a.
de datum van verzending;
- b.
de naam en het adres van de ontvangende instantie;
- c.
de wijze van verzending;
- d.
in het geval van artikel 5 lid 4 van de verordening, de reden van de verzending met alternatieve middelen;
- e.
of een vertaling is verzonden en, zo ja, in welke taal;
- f.
de taal waarin het formulier als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de verordening is ingevuld;
- g.
de gevraagde wijze van betekening.
3.
Een deurwaarder die is aangewezen als verzendende instantie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening, mag een afschrift van het te betekenen stuk en de vertaling van het stuk als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening, ook rechtstreeks verzenden aan degene voor wie het stuk bestemd is, overeenkomstig artikel 18 van de verordening. De gerechtsdeurwaarder maakt in het stuk melding van de verzending, alsmede van het volgende:
- a.
de datum van verzending;
- b.
de wijze van verzending;
- c.
of een vertaling is verzonden en zo ja, in welke taal;
- d.
de mededeling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen, dat degene voor wie het stuk bestemd is, dit mag weigeren als het niet gesteld is in of niet vergezeld gaat van een vertaling in een van de in artikel 12, eerste lid, van de verordening bedoelde talen en dat formulier L bij de verordening of een schriftelijke verklaring dat degene voor wie het stuk bestemd is de betekening of kennisgeving weigert te aanvaarden vanwege de taal waarin het is gesteld, naar de deurwaarder moet worden gezonden.
4.
Wanneer de betekening binnen een bepaalde termijn moet worden verricht, wordt ten aanzien van degene op wiens verzoek de betekening geschiedt, de datum van verzending overeenkomstig het tweede of derde lid in aanmerking genomen als de datum van betekening.
5.
Ontvangt degene voor wie het stuk bestemd is het afschrift of de vertaling op een wijze die in de desbetreffende Staat wordt aangemerkt als betekening in persoon, dan wordt het stuk geacht te zijn betekend aan hem in persoon.