Rb. Rotterdam, 08-01-2013, nr. 1348569 CV 12-3297
ECLI:NL:RBROT:2013:5158
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
08-01-2013
- Zaaknummer
1348569 CV 12-3297
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2013:5158, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam (Kamer voor kantonzaken), 07‑01‑2013; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
JAR 2014/299 met annotatie van mr. P.A. Hogewind-Wolters
Uitspraak 07‑01‑2013
Inhoudsindicatie
Eiser vordert voorrechtverklaring dat het vakantiegeld van zijn pensioen onder de beslagvrije voet valt.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Afdeling Privaatrecht
Rolnummer: 1348569 CV 12-3297
Vonnis van: 8 januari 2013
Vonnis van de kantonrechter te Rotterdam, locatie Brielle in de zaak van:
X
wonende te Y
eiser
nader te noemen X
gemachtigde: mr. A.J. Welvering
tegen
[gedaagde]
gedaagde
nader te noemen De Gemeente
gemachtigde: W. Kistemaker
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
-de dagvaarding van 29 juni 2011 inhoudende de vordering van X met producties - de conclusie van antwoord van De Gemeente met producties
-de conclusie van repliek van X met producties
-de conclusie van dupliek van De Gemeente met producties
-de akte waarmee X reageert op die laatste producties.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
De volgende feiten worden vastgesteld omdat deze door een der partijen zijn gesteld en door de andere partij niet of onvoldoende zijn betwist.
De Gemeente heeft beslag gelegd op het AOW pensioen van X onder de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
De Gemeente heeft de beslagvrije voet als bedoeld in artikel 475d WBrv op EUR
1443,57 vastgesteld. Omdat de AOW uitkering EUR 1074,97 bedraagt, wordt op de maandelijkse AOW uitkering van X geen inhouding gepleegd.
Het X toekomende vakantiegeld ad EUR 707,30, te betalen in mei 2012, is door de SVB uitbetaald aan De Gemeente. X heeft De Gemeente doen sommeren via zijn gemachtigde om dit bedrag aan hem uit te betalen. Aan deze sommatie is in zoverre gehoor gegeven dat een bedrag van EUR 368,60 aan X is overgemaakt.
Vordering
X vordert een verklaring voor recht inhoudende dat het volledige aan hem uit te keren vakantiegeld onder de beslagvrije voet valt alsmede dat de kantonrechter De Gemeente zal veroordelen tot betaling van EUR 707,30. Tevens wordt veroordeling gevraagd tot betaling van de wettelijke rente over EUR 707,30 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening.
Verweer
De Gemeente verweert zich tegen deze vordering.
De stellingen van partijen
X heeft het volgende gesteld.
Volgens De Gemeente dient het voor beslag vatbare bedrag over mei 2012 te worden gesteld op EUR 1074,97 te vermeerderen met de gehele netto vakantie-uitkering van EUR 707,30, derhalve totaal EUR 1782,27. Na aftrek van de beslagvrije voet van EUR 1443,57 resteert derhalve EUR 338,70 als aan De Gemeente te betalen. Volgens X wordt echter het vakantiegeld opgebouwd per maand en het maandelijks aldus opgebouwd bedrag blijft tezamen met de netto maandelijkse uitkering ruimschoots onder de vastgestelde beslagvrije voet.
De Gemeente heeft het volgende gesteld.
De SVB stelt jaarlijks in mei vakantiegeld betaalbaar en het vakantiegeld is dus pas dan opeisbaar. De betaling eind mei is tijdig in de zin van art 475b lid 3, zodat het beslag op nabetalingen als in dat lid bedoeld - de som van de maandelijks verkregen aanspraken - geldig is.
De stellingen van partijen zijn voor het overige bekend uit hun schrifturen en worden als hier ingelast beschouwd.
Beoordeling
1.
De vordering onder 11 van de dagvaarding zal worden toegewezen. De bedoeling van de beslagvrije voet is dat de beslagene maandelijks minimaal 90% van - grofweg - de bijstandsnorm overhoudt.
Deze norm wordt berekend als de optelsom van de maandelijkse uitkering plus de vakantiegeldopbouw per maand. Daarvan moet de beslagene 90% van de voor hem geldende bijstandsnorm overhouden. Dat is in casu niet het geval nu de netto uitkering plus de netto maandelijkse vakantieopbouw EUR 1074,97 + EUR 58,94 = EUR 1133,91 bedraagt, welk bedrag dus ruimschoots onder de voor X geldende beslagvrije voet ligt. Een andere interpretatie zou ertoe leiden dat X in geval van beslag op zijn uitkering op jaarbasis minder zou ontvangen als het vakantiegeld jaarlijks wordt uitbetaald dan wanneer het maandelijks wordt uitbetaald als de maandelijkse beslagvrije voet hoger is dan zijn maandelijkse uitkering vermeerderd met de vakantiegeldopbouw. Vakantiegeld is een uitkeringsaanspraak die eenmaal per jaar wordt betaald om te bereiken dat mensen die ook voor vakantie aanwenden doch een uitkering blijft het.
2.
De gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen, nu deze te algemeen gesteld is en bij toewijzing consequenties kan hebben voor de toekomst die niet valt te overzien.
3.
Dit betekent dat de vordering van X wordt toegewezen als hieronder zal worden bepaald.
4.Gelet op de afloop van het geding wordt De Gemeente veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van X.
5.Dat betekent dat wordt beslist als volgt.
BESLISS[NG
De kantonrechter:
In conventie
. veroordeelt De Gemeente om aan X te betalen
EUR 338,70 als betaling wegens het ten onrechte ingehouden bedrag
de wettelijke rente over EUR 338,70 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
ii. veroordeelt De Gemeente in de kosten van het geding aan de zijde van X gevallen, tot op heden begroot op EUR 90,64 aan dagvaardingskosten, welk bedrag op bankrekening 56 99 90 688 t.n.v. MvJ Arrondissement Rotterdam onder vermelding van het zaaknummer moet worden overgemaakt, alsmede EUR 120,00 aan salaris voor zijn gemachtigde en EUR 73,00 voor het door X verschuldigde en door zijn gemachtigde betaalde griffierecht;
iii. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
iv. wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. M.P.A.M. Fruytier, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 januari 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.